Hij zal zegenen, die de HEERE vrezen, de kleinen met de groten. Psalm 115:13
Dit is een woord van bemoediging voor hen, die van nederige stand en lage rang zijn. Onze God denkt zeer genadig over hen, die weinig eigendom, weinig talent, weinig invloed en weinig gezag hebben. God zorgt voor de kleine dingen in de schepping en schenkt zelfs aandacht aan de mussen, als zij op de aarde vallen. Niets is klein voor God, want Hij bedient Zich van geringe middelen om Zijn plannen ten uitvoer te brengen. Laat de geringste onder de mensen van God een zegen vragen over zijn geringheid en hij zal ondervinden, dat zijn eigen werkkring een gelukkige is. Onder hen, die de HEERE vrezen, zijn kleinen en groten. Sommigen zijn zuigelingen en anderen zijn reuzen. Maar zij worden allen gezegend. Een klein geloof is een gezegend geloof. Een bevende hoop is een gezegende hoop. Elke genadegave van de Heilige Geest, zelfs als zij slechts in knop staat, draagt een zegen in zich. Bovendien kocht de Heere Jezus zowel de kleinen als de groten met hetzelfde kostbare bloed en Hij heeft op zich genomen om zowel de lammeren als de volwassen schapen te behoeden. Geen moeder verwaarloost haar kind, omdat het klein is; ja, hoe kleiner het is, des te teerder verzorgt zij het. Als er enige voorkeur bij de HEERE is, dan is bij Hem de volgorde niet “groten en kleinen”, maar “kleinen en groten”.