Zing voor de HEERE een nieuw lied, want Hij heeft wonderen gedaan; Zijn rechterhand en Zijn heilige arm hebben Hem overwinning gebracht. (Psalm 98:1, EV)
Lees verder Galaten 5:19—24.
Wat is jouw strijdkreet? Er was de afgelopen dagen veel goddeloosheid in Londen. Ik zie graag heilige vrolijkheid, en ik vind het mooi om te zien hoe mensen feestvieren. Ik hou van Kerst. Ik hou van de vrijgevigheid van hen die aan de armen geven. Ik zal niet ophouden met glimlachen. God verhoede mij! Maar kunnen mensen niet gelukkig zijn zonder dronkenschap? Kunnen ze niet vrolijk zijn zonder godslastering? Zijn er geen andere manieren te vinden om echt plezier te vinden zonder dat je je ziel aan de duivel moet verkopen? Oh vrienden! In deze grote stad gaan er duizenden over de straat met de kreet: “Zonde, en het plezier daarvan! Waar is de concertzaal? Waar is de casino? Waar is de kroeg? Waar is de balzaal? Zonde, en het plezier daarvan!” Oh Satan, je hebt veel soldaten en het zijn echt dappere soldaten. Ze zijn nooit bang voor jou zaak, ze schamen zich niet voor je naam en je onheilige werk. Ja, je wordt goed gediend, oh vorst van de hel! En rijk zal het loon zijn wanneer jou slaven het vuur krijgen waarvoor ze gewerkt hebben. Maar ik hoop en vertrouw erop dat er sommigen zullen zijn die hun toon zullen veranderen. Je heb je kleuren nog niet aan de mast gespijkerd, toch? Zelfs als je dat al gedaan hebt, door Gods genade zou ik alle spijkers eruit halen. Weet je zeker dat je wilt sterven? Wil je de duistere vorst voor eeuwig dienen en met hem vergaan? Jezus Immanuel, de Kapitein van onze verlossing, gebiedt me je toe te roepen: “Strijd onder Mijn banier.” Geloof in Hem, vertrouw op Hem en leef! Oh, vertrouw op de verdienste van het kruis, de waardigheid van het bloed, Zijn tranen en stervende kreunen. Dit is het om Christen te zijn, en telkens weer zal je strijdkreet zijn: “Heiligheid, en het kruis daarvan!”
Ter overdenking
De kreet “Wat heb ik met U te maken, Jezus?” (Lukas 8:28) kan snel vervangen worden door het verlangen om Jezus te volgen en van Hem te getuigen (Lukas 8:38—39). Onder de overtuiging van zonden was zelfs de kreet “Kruisig Hem!” (Lukas 23:21,23) binnen enkele weken verdrongen door de vraag “Wat moeten wij doen?” (Handelingen 2:36—37). Heb jij je toon veranderd en de Heere gebeden om je te redden (Handelingen 2:21)?
Preek 496, 28 december 1862