Het voorrecht van gebed

Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. Psalm 95:6

Gebed is echt geen kleinigheid. Het is iets groots, iets verhevens, een wonderbaarlijk voorrecht. Denk bijvoorbeeld aan het oude Perzische Rijk: daar waren maar een paar edelen die het voorrecht hadden om op elk moment de koning te benaderen. Dat werd toen gezien als het hoogste voorrecht dat een mens kon krijgen. Weet je wat zo bijzonder is? Jij en ik hebben hetzelfde, maar dan op een oneindig hoger niveau. Wij, als kinderen van God, hebben altijd toegang tot de troon van de hemel. We hebben een soort goddelijk paspoort dat ons uitnodigt om op élk moment binnen te treden, en niet alleen dat — we worden zelfs aangespoord om met vrijmoedigheid te komen. Maar vergeet dit niet: het is niet zomaar iets om een hoveling te zijn in het hof van de Koning van hemel en aarde. Het is een eer om voor Hem neer te knielen, Hem te aanbidden, de Schepper die ons gemaakt en in leven gehouden heeft. Wanneer je bidt, stel je dan eens voor dat je de stem hoort vanuit de heerlijkheid zelf: “Kniel voor de Heere.” En tussen al de hemelse geesten die voortdurend voor Gods aangezicht staan, klinkt diezelfde oproep ook nu nog: Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. Want Hij is onze God en wij zijn het volk van Zijn weide en de schapen van Zijn hand.

Zoek In Archief

Selecteer een zoekfilter

Steun ons met een donatie

Geachte bezoeker, mede dankzij uw hulp kunnen wij de kwaliteit en toegankelijkheid van Het Spurgeon Archief voortzetten.

Contact

C.H. Spurgeon

Charles Haddon Spurgeon

1834 – 1892 Was een Engelse baptistenpredikant in de puriteinse traditie. Belangrijke onderwerpen uit zijn prediking waren de vergeving van zonden en de noodzaak van wedergeboorte.