Spreek tot de Israëlieten: Dit zijn de dieren die u eten mag van alle dieren die op de aarde zijn. Alle dieren met gespleten hoeven, waarvan de hoef in tweeën gespleten is en die bovendien bij de dieren horen die herkauwen, die mag u eten. (Leviticus 11:2—3) Lees verder Efeze 3:14—4:3.
Er zijn twee onderzoeken, maar ze moeten samengaan. De dieren die herkauwden waren rein. Dit is het innerlijke leven. Iedereen met een oprecht hart moet weten hoe hij het heilige Woord moet lezen, onderscheiden, leren en innerlijk moet verwerken. Degene die zich niet voedt met Evangelie waarheden is geen erfgenaam van de hemel. Je herkent een Christen aan zijn innerlijk, aan dat wat zijn leven onderhoudt. Maar de reine dieren werden ook herkent aan hun uiterlijk. Een Jood kon een onrein dier in één oogopslag herkennen aan zijn ongespleten hoeven. De dieren met gespleten hoeven waren rein, tenminste, als ze ook herkauwden. Zo moet de echte Christen op de manier handelen die God verlangt. Je kunt ze niet herkennen aan de uitslag van één van deze twee onderzoeken, het gaat om de uitslag van beide onderzoeken. Maar als je daarmee anderen onderzoek, pas ze dan toe op jezelf. Waarmee voedt je jezelf? Wat zijn jou leefgewoonten? Herkauw je overdenkingen? Wanneer je ziel gevoed wordt met het vlees en bloed van Jezus Christus, heb je dan geleerd dat Zijn vlees werkelijk voedsel is en dat Zijn bloed inderdaad drank is? Als dat zo is, dan is het goed. Zijn jouw gesprekken en je dagelijkse manier van leven in overeenstemming met de omschrijving van gelovigen in Jezus Christus die ons in het Woord gegeven is? Als dat niet zo is, zal de uitslag van het eerste onderzoek niet genoeg zijn. Je kunt je innerlijke geloof belijden, maar als je daar uiterlijk niet naar handelt, hoor je bij hen die onrein zijn. Aan de andere kant kun je uiterlijk juist handelen, maar als je niet innerlijk herkauwt, als je hart niet werkelijk gevoed wordt met kostbare waarheden dan zal al je juiste handelen in deze wereld niet bewijzen dat je een Christen bent
Ter overdenking
Het innerlijke te beweren zonder het uiterlijke te tonen is hypocriet (Jacobus 2:26). Het uiterlijke te tonen zonder het innerlijke te verlangen is eigengerechtigheid (Lukas 18:9–14). Reddend geloof erkent de noodzaak van het innerlijke en toont het uiterlijke (Filippenzen 2:12–13; Jacobs 2:22).
Preek 499, datum onbekend