… maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. Habakuk 2:4
Het geloof neemt het geheel van Gods gerechtigheid, die in de Persoon en het werk van de Heere Jezus is ontvouwd, aan en eigent zich die toe. Het geloof verblijdt zich wanneer het ziet dat Hij in onze natuur in de wereld komt en in die natuur de wet in elke jota en tittel gehoorzaamt, ook al is Hijzelf niet onder die wet – totdat Hij het verkiest Zich er om onzentwil onder te plaatsen. Verder verblijdt het geloof zich wanneer het ziet dat de Heere, Die onder de wet was gekomen, Zich als een volmaakte Verzoening opofferde en door Zijn lijden en dood volkomen aan Gods gerechtigheid genoegdeed. Het geloof grijpt de Persoon, het leven en de dood van de Heere Jezus aan als zijn enige hoop, en het tooit zich met de gerechtigheid van Christus. Het roept uit: ‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.’ Welnu, de mens die gelooft aan de manier waarop God door de gerechtigheid van Jezus de mens rechtvaardigt, die Jezus aanneemt en op Hem steunt, is een rechtvaardige. Wie het leven en de dood van Gods grote verzoening tot zijn enige steunpilaar en zijn enige vertrouwen maakt, is gerechtvaardigd in Gods oog, en de Heere Zelf rekent hem tot de rechtvaardigen. Het geloof wordt hem gerekend tot gerechtigheid, omdat zijn geloof Gods gerechtigheid in Christus Jezus aangrijpt. Allen die geloven worden van alle dingen gerechtvaardigd waarvan ze niet gerechtvaardigd konden worden door de wet van Mozes. Dit is het getuigenis van het geïnspireerde Woord, en wie zal dat tegenspreken?