Zij nu ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende dat zij ongeleerde en eenvoudige mensen waren, verwonderden zich en leenden hen, dat zij met Jezus geweest waren. Handelingen 4:13
Ziet eens wat een verandering de genade van God in een mens werkt en in zo’n korte tijd. Dezelfde Petrus, die Zijn Meester van verre volgde en met vloeken en zweren ontkende dat hij Hem kende, blijkt nu naast Johannes, de apostel der liefde te staan, verklaart nu vrijmoedig dat het heil in geen andere Naam is, dan die van Jezus Christus en preekt de opstanding van de doden door het offer van de stervende Heere. De Schriftgeleerden en de Farizeeën ontdekken weldra de reden van die stoutmoedigheid. Terecht raadden zij dat het niet aan zijn geleerdheid of gaven lag, want Petrus en Johannes waren beiden mensen zonder schoolopleiding. Zij hadden het vissen geleerd. Zij hadden kennis van de zee en van de visvangst opgedaan. Andere kennis hadden zij niet. Hun stoutmoedigheid kon dus niet voortkomen uit veel kennis die ze bezaten, maar kwam van de Geest van de levende God. Hun moed ontleenden zij ook niet aan hun positie in de maatschappij. Een hoge positie geeft een mens immers wel een zekere waardigheid en doet hem met voorgewend gezag spreken, zelfs wanneer hij geen talenten en gaven heeft. Maar deze mensen waren, zoals er staat, gewone mensen die geen ambt hadden; mensen zonder hoge positie.
”Zij nu ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, en vernemende dat zij ongeleerde en eenvoudige mensen waren, verwonderden zich” en trokken de juiste conclusie met betrekking tot de bron van hun kracht: zij waren met Jezus geweest. Hun omgang met de Vorst van licht en heerlijkheid en, zoals zij ook hadden kunnen weten, versterkt door de invloed van de Heilige Geest, zonder Wie zelfs dat uitnemende heilige voorbeeld tevergeefs geweest zou zijn, had hen stoutmoedig gemaakt in de zaak van hun Meester. Broeders, het zou goed zijn als deze veroordeling die vijanden moesten uitspreken, ook door ons voorbeeld van hun lippen moest komen. Konden we maar leven als Petrus en Johannes! Was ons leven maar een levende brief van God, bekend bij en gelezen door allen. Kon men overal maar merken dat wij met Jezus geweest waren, dan zou dat gelukkig voor de wereld en een zegen voor onszelf zijn. Hier zal ik vanmorgen over spreken. Als God mij genade geeft, zal ik proberen u op te scherpen en aan te sporen Christus na te volgen, ons hemelse Voorbeeld, zodat men kan merken dat u discipelen bent van de Heilige Zoon van God. Ik wil dan eerst zeggen wat een christen hoort te zijn; ten tweede, wanneer hij zo hoort te zijn; ten derde waarom hij zo hoort te zijn en dan ten vierde hoe hij zo kan worden.
Met Gods hulp willen we dan ten eerste spreken over wat een gelovige behoort te zijn. Een christen behoort sprekend op Jezus Christus te lijken. U hebt levensbeschrijvingen van Christus gelezen, fraai en vlot beschreven. U hebt het talent bewonderd van hen die zo goed konden schrijven, maar de beste levensbeschrijving van Christus is zijn levende biografie geschreven in de woorden en daden van Zijn volk. Waren we maar, broeders, wat we belijden te zijn. Was de Geest van de Heere maar in het hart van al Zijn kinderen, zoveel we maar wensen konden. Wij hebben volop onbekeerde belijders. Hadden we allen maar die levende genade. Dan zouden we zijn wat we behoren te zijn: levende schilderijen van Christus. Ja, de gelijkenis zou voor de wereld zo treffend zijn dat ze zo’n schilderij niet naar boven hoefden te houden en te zeggen: ”Ja, er schijnt enig gelijk te zijn”. Maar zij zouden uitroepen: ”Hij is met Jezus geweest; hij is door Hem onderwezen; hij lijkt op Hem. Hij heeft begrepen wat de heilige Man uit Nazareth bedoelt en draagt dat uit in zijn leven van elke dag”.
Als wij zeggen dat een mens zo behoort te zijn, hebben we het over Gods volk. Dat dient vooraf duidelijk te zijn. Wij willen daarom niet wettisch spreken. Wij zijn niet onder de wet maar onder de genade. Christenen weten zich gebonden aan Gods wetten, maar niet omdat de Wet dat eist, maar omdat het Evangelie hen dringt. Dit geloven zij: Zij zijn verlost door het goddelijke bloed; zij zijn door Jezus Christus gekocht. Daarom zijn zij meer gehouden Zijn geboden te houden, dan zij zouden zijn als ze nog onder de Wet waren. Zij beschouwen zich tienduizend maal meer schuldenaars voor God, dan zij konden zijn onder de Mozaïsche bedeling. Niet gedwongen door overmacht, niet uit vrees voor de zweep, niet in wettische dienstbaarheid, maar uit zuivere, belangeloze liefde en dankbaarheid aan God, stellen zij zich Hem ten dienste. Daarmee zoeken ze waarlijk een Israëliet te zijn in wie geen bedrog is. Dit zeg ik duidelijk opdat niemand zou denken dat ik preek dat men door werken zalig wordt. Ik houd voor iedereen, voor de volle honderd procent vol, dat wij uit genade zalig worden en niet door iets uit onszelf.
Maar tegelijkertijd moet ik getuigen dat waar Gods genade is, passende daden voortgebracht worden. Daartoe ben ik altijd verplicht u aan te sporen en van u wordt verwacht dat u goede werken doet voor nuttige doeleinden. Nog eens, als ik zeg dat elke gelovige een treffende gelijkenis van Jezus hoort te zijn, veronderstel ik niet dat een christen volmaakt alle trekken van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus vertoont. Toch broeders mag het feit dat volmaaktheid buiten ons bereik ligt niet betekenen dat we er minder vurig naar moeten verlangen. Een kunstschilder weet heel goed dat hij Appel niet zal kunnen overtreffen, maar dat ontmoedigt hem niet. Hij gaat met des te meer moeite te werk om op zijn minst in bescheiden mate op de grote meester te lijken. Hoewel een beeldhouwer overtuigd is dat hij Praxiteles niet naar de kroon zal steken, zal hij toch het marmer behouwen om het model zo dicht mogelijk te benaderen. Zo is het ook met de christen. Hoewel hij voelt dat hij nooit volkomen de top zal bereiken en dat hij op aarde nooit het beeld van Christus volkomen gelijk zal worden, houdt hij het zich toch voor en meet zijn eigen tekorten af naar de afstand tussen zichzelf en Jezus. Dat zal hij doen. Alles vergetende wat hij bereikt heeft zal hij voortgang maken met de roep ’’Excelsior!” Met de wens om steeds meer het beeld van Christus Jezus gelijkvormig te zijn.
Ten eerste hoort een christen als Christus te zijn in Zijn stoutmoedigheid.Dit is een deugd die tegenwoordig schaamteloosheid heet, maar de genade is even waardevol, hoe men ze ook noemt. Ik veronderstel dat als de Schriftgeleerden Petrus en Johannes een naam gegeven hadden ze hen schaamteloze kerels hadden genoemd. Jezus Christus en Zijn discipelen stonden bekend om hun moed. ”Zij nu ziende de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes, kenden zij hen dat zij met Jezus geweest waren”. Jezus Christus vleide nooit de rijken; hij vernederde Zich niet voor de groten en de edelen. Hij stond rechtop voor hen als een man voor mannen; een profeet uit het volk. Hij zei vrijmoedig en stoutmoedig wat Hij dacht. Hebt u nooit die machtige daad van Hem bewonderd, door naar de stad te gaan waar hij geboren en getogen was? Hij wist dat een profeet niet geëerd werd in zijn eigen vaderland. Het boek werd hem in de handen gegeven. Hij was juist met Zijn dienstwerk begonnen. Zonder te beven rolde Hij het heilige boek uit. Wat nam Hij voor tekst? De meesten die in hun eigen streek komen, zouden een onderwerp gekozen hebben dat hun aanstond om bij hen roem te oogsten. Maar wat preekte Jezus die morgen? Een leerstuk waarmee in onze tijd gespot wordt en dat men haat: de verkiezing. Hij opende de Schrift en begon te lezen: ”Er waren vele weduwen in Israël in de dagen van Elias, toen de hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote hongersnood werd over het gehele land. En tot geen van haar werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis, tot een vrouw die weduwe was. En er waren vele melaatsen in Israël, ten tijde van de profeet Eliasen geen van hen werd gereinigd, dan Naaman de Syriër”. Toen begon Hij te zeggen hoe God zalig maakt wie Hem behaagt en redt die Hij kiest. Wat knarsten zij hun tanden, sleepten Hem de deur uit en zouden Hem van de rand van de heuvel gegooid hebben. Bewondert u Zijn onverschrokkenheid? Hij zag hen knarsetanden. Hij wist dat hun hart van vijandschap roodgloeiend stond en hun monden schuimden van wraak en kwaadwilligheid. Toch stond hij daar als de engel die de muilen van de leeuwen toesloot. Hij was niet bang van hen. Getrouw verkondigde Hij wat Hij wist dat de waarheid van God was. Toch las Hij ondanks alles door. Zo sprak Hij ook.
Als Hij een Schriftgeleerde of een Farizeeër in de samenkomst zag, hield Hij niets van de boodschap achter maar wees hen met de vinger aan en zei: ”Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeeën, gij geveinsden”. Toen een Wetgeleerde tegen Hem zei: ’’Meester, als Gij deze dingen zegt, doet Gij ook ons smaadheid aan”, keerde Hij Zich om en zeide: ”Wee ook u, wetgeleerden, want gij belast de mensen met lasten zwaar om te dragen en zelven raakt gij die lasten niet aan met één van uw vingers”. Hij sprak tot hen de eerlijke waarheid. Hij kende nooit mensenvrees. Hij beefde voor niemand. Hij stond daar rechtop als Gods Verkorene, Die Hij gezalfd had boven Zijn medegenoten. Zich niet bekommerend om de achting van mensen.
Vrienden, weest in dit opzicht gelijk aan Christus. Hebt niets van de tegenwoordige godsdienst die de vlag naar de wind hangt, die slechts naar voren komt in evangelische salons. Dit is een godsdienst die alleen bloeit in een broeikasatmosfeer, een godsdienst die alleen zichtbaar is in goed gezelschap. Nee als u dienaren van God bent, weest als Jezus Christus, stoutmoedig voor uw Meester. Schaamt u zich nooit voor uw godsdienst. Uw belijdenis zal u nooit te schande zetten. Zorgt ervoor dat u die belijdenis nooit te schande zet. Uw liefde voor Christus zal u nooit tot oneer strekken. Uw vrienden kunnen u tijdelijk minachten en uw vijanden lasteren. Maar gaat door en u zult deze rampen overwinnen. Gaat door en u zult tot de verheerlijkten behoren. U zult zelfs geëerd worden door hen die u uitgefloten hebben, wanneer Hij zal komen om door Zijn engelen verheerlijkt te wordenen bewonderd te worden door hen die Hem liefhebben. Maar een karaktertrek geeft nog niet aan met wat voor mens men te doen heeft. Zo is er meer nodig dan de deugd van vrijmoedigheid om u op Christus te doen lijken.
Er zijn edelmoedige mensen geweest, die al te moedig geweest zijn. Dat zijn karikaturen van Christus geweest, geen portretten van hem. Wij moeten de lieflijkheid van Jezus voegen bij uw stoutmoedigheid. Laat moed het koper zijn en liefde het goud. Laten we beide door elkaar mengen; dan krijgen we rijk Corinthisch metaal, geschikt om de Schone Poort van de tempel ervan te maken. Laten uw liefde en moed samengaan. De stoutmoedige kan inderdaad wonderen verrichten. John Knox heeft veel gedaan, maar hij had misschien meer kunnen bereiken als er liefde bij geweest was. Luther was een overwinnaar. Zijn as ruste in vrede en zijn naam zij geëerd. Toch, als we van een afstand kijken denken we: Had hij er maar iets meer mildheid bij gehad. Hij had daadkracht, maar als hij ook zachtmoedig te werk gegaan was, had hij meer goed kunnen doen. Dus broeders, laten wij, die ook stoutmoedig zijn, altijd Jezus navolgen in Zijn liefde.
Het kind komt naar Hem toe. Hij neemt het op Zijn knie en zegt: ’’Laat de kinderkens tot mij komen en verhindert ze niet”. Een weduwe heeft juist haar enige zoon verloren. Hij weent bij de baar en met één woord geeft hij de jongeman het leven terug. Hij ziet een verlamde, een melaatse, of een man die lang aan bed gebonden is. Hij spreekt. Zij staan op en worden genezen. Hij leefde voor anderen, niet voor Zichzelf. Het enige motief waarom hij altijd werkzaam was, was het welzijn van hen die op de wereld leefden. En bovenal kent u het machtige offer dat Hij bracht, toen Hij zo neerbuigend goed was om zijn leven voor mensen af te leggen, toen Hij aan het hout hing, bevend van doodstrijd op het hoogtepunt van lijden, onderwierp Hij zich om onzentwil aan de dood, opdat wij gered zouden kunnen worden. Ziet in Christus de liefde bevestigd. Hij was een machtige pijler van weldadigheid. Omdat God liefde is, is Christus ook liefde. Christen, hebt ook zo lief. Laat uw liefde en weldadigheid naar alle mensen uitstralen. Zegt niet: Wordt warm en wordt verzadigd”. Maar geef een deel aan zeven en ook aan acht. Al kunt u Howard niet nadoen en de gevangenisdeuren openen, al kunt u het huis der ellende niet bezoeken, spreekt vriendelijk en handelt vriendelijk. Laat Christus zien in een vriendelijk leven.
Als er een deugd is waar christenen eer bij verkrijgen dan is het vriendelijkheid wel.Het is liefde voor het volk van God, de kerk, de wereld, voor allen. Maar hoeveel christenen hebben we in onze kerken die zo zuur zijn als wilde appels, die zoveel azijn en zo’n geweldige hoeveelheid gal in hun gestel hebben, dat zij nauwelijks een vriendelijk woord tot u kunnen spreken. Zij achten het onmogelijk om de godsdienst te verdedigen, dan door hartstochtelijke uitbarstingen. Zij kunnen hun onteerde Meester niet verdedigen zonder op hun tegenstander boos te worden. Als er iets mis is, in het huis, in de kerk of elders achten zij het hun plicht om hun gezichten strak te zetten en iedereen te trotseren. Zij zijn als alleen drijvende ijsbergen. Niemand durft erbij in de buurt te komen. Zij drijven voort op een zee van vergetelheid tot zij tenslotte weggesmolten zijn. Hoewel wij deze beste mensen graag in de hemel zouden willen zien zijn we blij dat we op aarde ervan verlost zijn. Zij hadden zo’n onvriendelijk temperament dat we liever met hen eeuwig in de hemel zouden leven dan vijf minuten op aarde. Weest zo niet, broeders. Volgt Christus na in dezelfde geest van liefde. Spreekt vriendelijk; handelt vriendelijk en doet vriendelijk, opdat men van u kan zeggen: ’’Hij is met Jezus geweest”.
Een andere grootse karaktertrek in het leven van Christus was zijn diepe en oprechte ootmoed.Laten wij Hem daarin navolgen. Het gaat niet aan om kruiperig onderdanig te doen (verre vandaar; wij zijn de vrijen, door de waarheid vrijgemaakt: op onze gang door de wereld behoeven wij niemands mindere te zijn. Toch dienen we te trachten als Christus te zijn, steeds ootmoedig. Hoogmoedige christen (die zijn er, denk ik, al is het een paradox; zeggen dat die er niet zijn zou al te liefdeloos zijn), als u een christen bent, beveel ik u naar uw Meester te kijken, als Hij met kinderen praat, als Hij van de majesteit van Zijn Goddelijke natuur Zich neerbuigt om met de mensen op aarde te spreken. Hij verbleef onder de Galileese landlieden: een ongeëvenaarde diepte van neerbuigende goedheid. Hij waste de voeten van Zijn discipelen en veegde ze met de handdoek droog.
Dat is uw Meester, Die u belijdt te aanbidden. Dit is uw Heere, Die u hartelijk liefhebt. En sommigen van u die zich christen noemen, kunnen niet met iemand spreken die niet eender gekleed is als u, die niet evenveel inkomsten per jaar heeft. Een gulden zal weliswaar niet tegen een kwartje spreken; een kwartje zal een dubbeltje niet opmerken en een dubbeltje zal spottend neerzien op een cent. Maar dit hoort bij christenen zo niet te zijn. Wij behoren rang en stand te vergeten als we naar de kerk komen. Bedenk, christen, Wie uw Meester was; iemand uit de armen. Hij woonde onder hen; Hij at met hen. En wilt u met opgeheven hoofd en stijve nek gaan en met ontoelaatbare verachting neerzien op uw mindere medewormen? Wat bent u eigenlijk? De minste van allen, omdat uw kunsten en opsieringen u hoogmoedig maken. Erbarmelijke, verachtelijke zielen bent u! Wat bent u klein in Gods oog! Christus was nederig; Hij vernederde Zich om alles te doen waarmee Hij anderen van dienst kon zijn. Hij was niet hoogmoedig; Hij was een nederige Man, een Vriend van tollenaren en zondaren. Hij ging met hen om. Christen, wees gelijk uw Meester; iemand die kan bukken. Ja, iemand die het geen vernedering vindt, maar liever anderen beter dan zichzelf acht, die het een eer vindt om naast de armsten van het volk van Christus te zitten en te zeggen: ”A1 staat mijn naam in het donkerste hoekje van het Boek des Levens geschreven, dan ben ik tevreden; ik ben niet waardig om opgemerkt te worden” Weest als Christus in Zijn ootmoed.
Zo zou ik door kunnen gaan, broeders, en spreken van de verscheidene karaktertrekken van Christus Jezus. Maar omdat u ze zelf net zo goed kunt vinden als ik doe ik het niet. Het is gemakkelijk voor u om te gaan zitten en Christus uit te schilderen, want u hebt Hem voor u in het Woord uitgetekend. Ik ontdek dat ik tijd te kort zou komen als ik u een volkomen beeld van Jezus zou moeten geven. Maar laat mij dit zeggen: Volgt Hem na in Zijn heiligheid. Ijverde Hij voor Zijn Meester? Doet dat ook. Wandelt steeds rond om goed te doen. Laat geen tijd verloren gaan. Die is te kostbaar. Betrachtte Hij zelfverloochening, was hij niet op eigenbelang uit? Doet dat ook. Was Hij godvruchtig? Weest ook zo vurig in uw gebeden. Eerbiedigde Hij de wil van Zijn Vader? Onderwerpt u zich dan aan Hem. Was Hij geduldig? Leert dan te verdragen. En laat het meest uitnemende beeld van Jezus zien door uw vijanden te vergeven; dat deed Hij ook. Laat die verheven woorden van uw Meester: ’’Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen”, steeds in uw oren blijven klinken. Als u geprikkeld wordt om u te wreken, als u witheet van boosheid begint te worden, toomt dit ros meteen in en laat het niet met u op hol slaan. Onthoudt dat drift een tijdelijke krankzinnigheid is. Vergeeft, zoals u op vergeving hoopt. Hoopt met uw vriendelijkheid vurige kolen op het hoofd van uw vijand. Onthoudt dat het goddelijk is goed voor kwaad te vergelden. Weest dan zo als God in alle opzichten. Leeft zo dat uw vijanden kunnen zeggen: ”Hij is met Jezus geweest”.
Wanneer moeten christenen zo zijn? Want de gedachte leeft dat men op zondag erg godsdienstig behoort te zijn, maar dat het er niet toe doet wat men op maandag is. Wat zijn er op een sabbat veel vrome predikanten, die de rest van de week heel goddeloze predikanten zijn. Wat zijn er veel die met een ernstig gezicht naar Gods huis komen om mee te zingen en, zoals zij zeggen, te bidden, maar toch geen deel noch lot in dit woord hebben, maar zijn ”een gans bittere gal en samenknoping van ongerechtigheid!” Dit geldt voor sommigen onder u die hier zijn. Wanneer hoort een christen dan als Jezus Christus te zijn? Is er een tijd wanneer de krijgsman zijn uniform mag uittrekken, zijn wapenrusting mag loskoppelen en worden als alle anderen? O nee; laat een christen zijn wat hij belijdt te zijn altijd en overal. Ik herinner me dat ik enige tijd met iemand sprak die zei: ”Ik houd niet van gasten in mijn huis die met godsdienst aankomen; ik vind dat wij op de Sabbat, wanneer wij naar Gods huis gaan godsdienstig moeten zijn, maar niet in de salon”. Ik merkte tegen hem op dat meubelstoffeerders veel werk zouden hebben, als er alleen maar in Gods huis religie zou bestaan. ’’Hoezo?” vroeg hij. ”Wel, antwoordde ik, we zouden in alle kerken bedden moeten hebben, want we hebben godsdienst nodig om te sterven en dus zal ieder daar willen sterven”. Ja, wij hebben allen uiteindelijk de troost van God nodig. Maar hoe kunnen we verwachten die te ontvangen tenzij wij in het leven de voorschriften van de godsdienst gehoorzaam zijn?
Broeders, laat mij zeggen: Weest altijd gelijk Christus. Volgt Hem na in het openbaar. De meesten van ons leven in zekere zin voor het oog van de mensen. Velen van ons worden geroepen onder mensen hun werk te doen. Wij worden bekeken. Er wordt op onze woorden gelet. Men gaat ons leven na en analyseert het. De wereld neemt met arendsogen, met argusogen alles waar wat we doen en we staan onder scherpe kritiek. Laten wij in het openbaar leven als Christus. Laten wij streven het beeld van onze Meester te vertonen en niet dat van onszelf, zodat wij kunnen zeggen ”Ik leef, maar niet ik, maar Christus leeft in mij”. En leden van de kerk, zorgt ervoor dat dit ook in de kerk gebeurt. Weest als Christus in de kerk. Hoeveel zijn er onder u, die gelijk Diotrephes, de voornaamste tracht te zijn. Wat zijn er veel die waardigheid en macht over hun medemensen proberen te krijgen, in plaats van te bedenken dat de grondregel van alle kerken is dat alle mensen er gelijk zijn, allen broeders en als zodanig te aanvaarden. Draagt dan, wie u ook bent, die geest van Christus uit in uw kerken. Laat uw medelidmaten van u zeggen: ”Hij is met Jezus geweest”.
Maar zorg er bovenal voor dat u godsdienst hebt in uw huizen. Godsdienst in huis is het beste bewijs van ware godsvrucht. Het is niet mijn kerk; het is mijn huis. Niet mijn dominee, maar mijn huisgenoot kan het beste over mij oordelen; mijn dienstbode, het kind, de echtgenote, de vriend kan mijn echte karakter het beste leren kennen. Een goed mens zal zijn huisgezin verbeteren. Rowland Hill heeft eens gezegd dat hij niet wilde geloven dat iemand een waar christen was als zijn vrouw, zijn kinderen, zijn dienstpersoneel en zelfs de hond en de kat er niet wel bij voeren. Dat is godsdienst. Als uw huisgezin niet wel vaart door uw eerlijkheid, als men niet kan zeggen: ”Dit is een beter huis dan andere”, bedrieg u niet, dan hebt u niets van Gods genade in u. Laat uw dienaar die zijn baan bij u opzegt niet zeggen: ”Wel, dit is wel een vreemd soort godsdienstig huishouden; ‘s morgens werd er niet gebeden. Ik begon de dag met zwoegen; ‘s avonds werd er niet gebeden. Ik moest de gehele zondag thuisblijven. Misschien mocht ik een keer in de veertien dagen ‘s middags weg als ik toch nergens naar de kerk kon. Mijn baas en zijn vrouw gingen ergens heen waar zij natuurlijk wel het gezegende Evangelie van God hoorden. Dat was voor hen. Wat mij betreft, ik moest het ‘s middags doen met de droesem en de restjes van een oververmoeide hulppredikant”. Christenen zullen zo zeker niet handelen. Nee. Draagt uw godsdienst uit in uw gezin. Laat iedereen zeggen dat u de praktijk van de godsdienst hebt. Laat het in het huis gekend en gelezen worden even goed als in de wereld. Let daar op uw karakter. Want dan zijn we die we werkelijk zijn. Ons leven buitenshuis is slechts geleend, de rol van een toneelspeler in een groot toneelstuk, maar thuis is de goochelaar weg en is men wat men blijkt te zijn. Pas op uw huisgodsdienst.
Nog eens, broeders, voor ik hier van afstap, volgt Jezus in het verborgen na.Als geen oog u ziet behalve het oog van God, als duisternis u verbergt, als u buiten de waarneming van stervelingen bent, weest zelf dan als Jezus Christus. Herinnert u zich Zijn vurige vroomheid, Zijn verborgen gebedsleven, hoe Hij na de hele dag ingespannen gepredikt te hebben, wegsloop naar de middernachtschaduwen om tot Zijn God om hulp te roepen. Bedenk hoe zijn hele leven voortdurend nieuwe krachten kreeg door nieuwe invloeiingen van de Heilige Geest, als vrucht van het gebed. Let op uw verborgen leven. Laat het zo zijn dat u zich niet hoeft te schamen als u op de jongste, grote dag het leest. Uw innerlijke leven staat beschreven in Gods boek en eens zal het voor u opengelegd worden. Als het hele leven van sommigen onder u bekend was, zou het helemaal geen leven zijn: het zou een dood zijn. Ja zelfs van sommige echte christenen kunnen we zeggen dat het nauwelijks leven is. Het is een voortslepend bestaan; een haastig gebed per dag, een ademtocht, net genoeg om hun ziel in leven te houden, maar niets meer. O mijn broeders, strijdt om meer te zijn als Jezus Christus. Er zijn tijden dat wij meer behoefte hebben aan het verborgen gebed. Deze hele week heb ik zeer gevreesd. Ik weet niet of het waar is, maar als ik dit gevoel heb, vertel ik het graag aan hen die tot mijn gemeente horen. Ik hebt gebeefd van vrees dat u niet meer zo ernstig bad als vroeger als u weg was.
Ik herinner mij uw kermen en gebeden, hoe u vroeger bij menigten in Gods huis bij elkaar kwam en tot God riep om Zijn dienaar te helpen. Momenteel kunnen we op deze wijze niet vergaderen, maar bidt u nog in uw woning? Hebt u mij vergeten? Bent u opgehouden met tot God te roepen? O vrienden, als ik u bidden mag, zoveel ik kan, laat mij een beroep op u doen! Bedenkt wie ik ben en wat ik ben; een kind met weinig onderwijs, weinig geleerdheid, weinig bekwaamheid of talent. En hier sta ik week na week om tot deze mensenmenigte te preken. Geliefden, wilt u niet voor mij smeken? Heeft het God al niet tienduizend keer behaagd om uw gebeden te verhoren? En zult u nu ophouden nu er in veel kerken een machtige opwekking gaande is? Wilt u niet meer bidden? O, nee, gaat naar uw huis, valt op uw knieën, roept hardop tot God om u in staat te stellen nog steeds uw handen opgeheven te houden, gelijk Mozes op de heuvel, zodat Jezus beneden tegen de Amelekieten kon vechten en die overwinnen. Nu is het de tijd voor de overwinning. Wij zullen niet verliezen. Dit is de vloed die ons over de zandbank doet drijven. Laten we nu de roeiriemen uitsteken. Laten we daaraan nu met ernstige gebeden trekken, tot God de Geest roepend om de zeilen te bollen. U die God liefhebt op elke plaats in elke kerk, worstel voor uw predikanten. Bidt voor hen. Waarom zou God juist nu niet Zijn Geest doven? Waarom worden ons Pinkstertijden onthouden? Waarom zullen we nu niet, als een machtige legermacht voor Hem neervallen en Hem om Zijns Zoons wil smeken om Zijn kwijnende kerk te doen herleven? Dan zouden allen merken dat wij inderdaad de discipelen van Christus zijn.
Maar nu ten derde: Waarom horen christenen Christus na te volgen?
Het antwoord komt gemakkelijk, ja vanzelf. Christenen behoren als Christus te zijn, ten eerste terwille van zichzelf. Terwille van hun eerlijkheid en hun vertrouwenswaardigheid, laat hen voor God en mensen niet blijken leugenaars te zijn. Terwille van hun welstand, als zij bewaard willen blijven voor zonde en afwijking, laat hen Jezus navolgen. Terwille van hun zaligheid, als zij gezuiverde wijnen willen drinken, als zij een heilige en zalige omgang met Jezus willen genieten, als zij opgetild willen worden boven de zorgen en moeiten van deze wereld, laat hen Jezus Christus navolgen. O broeders, er is niets dat zo nuttig voor u kan zijn, niets dat u zo zal kunnen doen bloeien, helpen, snelle voortgang doen maken op weg naar de hemel, u uw hoofd doen opheffen, uw ogen heerlijk doen stralen als de navolging van Jezus Christus. U bent het meest zalig en u wordt het beste bekend als kinderen van God als u door de kracht van de Heilige Geest in staat gesteld wordt de voetstappen van Jezus te drukken en Hem te volgen.
Vervolgens, terwille van de religie, strijdt om Jezus na te volgen. Arme religie, uw wrede vijanden hebben u fel aangevallen, maar door hen bent u niet half zo gewond als door uw vrienden. Christendom, er zijn er geen die u zoveel schade berokkend heeft als degenen die belijden christenen te zijn. Wij hebben deze wonden aangebracht in deze schone hand der godzaligheid. Ik zeg dat dit gebeurd is door de belijder die niet geleefd heeft overeenkomstig zijn belijdenis; de man die met valse voorwendsels de schaapskooi binnenkomt, terwijl hij niet anders is dan een wolf in schaapskleren. Zulke mannen, mensen, doen het Evangelie meer schade dan anderen, meer dan de lachende ongelovige, meer dan de spottende criticus, berokkent deze man onze zaak schade terwijl hij belijdt haar lief te hebben maar door zijn daden ontkent die liefde te hebben. Christenen, hebt u die zaak lief? Is de naam van de Verlosser u dierbaar? Zou u graag zien dat de koninkrijken van de wereld het koninkrijk wordt van onze Heere en Christus? Wenst u de trots vernederd en de machtigen van zijn hoogte afgestoten? Verlangt u naar de zielen van ondergaande zondaars en wenst u ze te winnen en hun zielen te redden van de eeuwige brand? Zou u willen voorkomen dat ze in het land van de verdoemden zouden vallen?
Is het uw verlangen dat Christus het om de arbeid van Zijn ziel zal zien en overvloedig verzadigd zal worden? Doet uw hart pijn om uw medestervelingen? Verlangt u ernaar dat hun schuld vergeven wordt? Wees dan consequent in uw godsdienst. Wandel voor Gods aangezicht in het land der levenden. Gedraagt u als een verkorene. Onthoudt wat we dienen te zijn in een heilige wandel en godzaligheid. Dit is de beste manier om de wereld te bekeren; ja, zulk een gedrag zou meer doen dan zelfs de inspanningen van zendingsarbeid, hoe uitnemend die ook mogen zijn. Als men maar ziet dat wij in ons gedrag boven anderen uitsteken, dan zal men geloven dat onze godsdienst de moeite waard is. Maar als men ons helemaal tegengesteld ziet aan wat wij belijden te zijn, wat zal men dan zeggen? ”Die godsdienstige mensen zijn niet beter dan anderen! Waarom zouden we ook zo worden?” En dat zeggen ze heel terecht. Ze gebruiken alleen maar hun gezonde verstand. O vrienden, als u de godsdienst om haars zelfs wil liefhebt, weest dan consequent en wandel in de liefde van God. Volgt Christus Jezus.
Nu zal ik me zo sterk mogelijk uitdrukken: om Christus’ wil, doet alles wat u kunt om te zijn als Hij.Kon ik de stervende Jezus maar hierheen halen en Hem tot u laten spreken. Mijn eigen tong is vanmorgen gebonden maar ik zou Zijn bloed, Zijn littekenen en Zijn wonden laten spreken. Arme stomme monden, ik verzoek elk voor Hem te laten spreken. Als Jezus hier stond, hoe zou Hij u vanmorgen Zijn handen laten zien! ’’Mijn vrienden”, zou Hij zeggen, ’’ziet Mij aan, hoe deze handen voor u doorboord zijn; kijkt eens naar Mijn zijde. Die is geopend als een fontein van uw zaligheid. Ziet Mijn voeten; daar zijn de wrede spijkers ingegaan. Elk van deze beenderen zijn om uwentwil ontwricht. Stromen tranen sprongen uit deze ogen. Dit hoofd is met doornen gekroond. Deze wangen werden geslagen, dit haar uitgetrokken; mijn lichaam werd het middelpunt van doodssmart. Ik hing daar te beven in de brandende zon; alles voor u Mijn volk. En zult u Mij nu niet liefhebben? Ik verzoek u te zijn als Ik ben. Is er enig gebrek in Mij? O nee! U gelooft dat Ik schoner ben dan tienduizend die schoon zijn, en beminnelijker dan tienduizend. Heb Ik u gekwetst? Heb Ik niet alles gedaan om u zalig te maken? En zit Ik niet in de Troon van Mijn Vader en doe nu voorbidding voor u? Als u Mij lief hebt, christen, hoor dit woord. Laten de lieflijke klanken steeds in uw oren klinken, als het langdurige klinken van zilveren klokken: ’’Indien u Mij liefhebt, zo onderhoudt Mijn geboden”.
Christen, laat dat ’’indien” vanmorgen op u afkomen. ’’Indien gij Mij liefhebt”. Heerlijke Verlosser! Is het wel een ’’indien”? U, dierbaar, bloedend Lam, kan er een ’’indien” zijn? Als ik het bloed van U zie afstromen; is er dan een ’’indien”? Mijn gedachten en mijn woorden maken er vaak een ’’indien” van. Ja, ik zeg wenend, dat het een ’’indien” is. En toch vind ik, dat mijn ziel voelt dat het niet een ’’indien” is. In mijn ogen is licht niet zo dierbaar en vriendschap maar half zo zoet. Ja, ik heb U lief, ik weet dat ik U liefheb. Heere, U weet alle dingen. ”U weet dat ik u liefheb”, kan de christen zeggen. ”Wel dan”, zegt Jezus, neerziend met een blik van liefdevolle goedkeuring, ’’omdat u Mij liefhebt, houd Mijn geboden”.
Geliefden, welke krachtiger reden kan ik u geven? Het is het motief van liefde en genegenheid. Weest als Christus, daar dankbaarheid immers gehoorzaamheid vereist. Dan zal de wereld weten dat u met Jezus geweest bent. U hebt geweend. Ik merk dat u de kracht van het medelijden gevoeld hebt en sommigen onder u vragen: ”Hoe kan ik Hem navolgen?”
Dus ligt het op mijn weg om voor u vertrekt u te zeggen, hoe u veranderd wordt en het beeld van Christus gelijkvormig wordt.In de eerste plaats, dan, geliefde vrienden, laat mij, antwoordend op uw vraag zeggen, dat u Christus als uw Verlosser moet kennen, voor u Hem als uw Voorbeeld kunt volgen. Er wordt veel gezegd over het voorbeeld van Jezus en we treffen nauwelijks iemand aan, die niet gelooft dat onze Heere een uitnemend en heilig mens was, zeer te bewonderen. Maar hoe uitnemend Zijn voorbeeld ook was, het zou onmogelijk zijn Hem na te volgen, als Hij ook ons Offer niet geweest was. Weet u vanmorgen dat Zijn bloed voor u gestort is? Zo ja, dan bent u op weg om Hem na te volgen. Maar zoek Hem pas na te doen, als u een bad genomen hebt in de fontein gevuld met bloed dat uit Zijn aders gehaald is. Het is niet mogelijk dat u dit eerder doet; uw hartstochten zijn te sterk en te verdorven, en u bouwt zonder fundament, een gebouw dat zo stevig zal zijn als een droom. U kunt uw leven pas naar Zijn voorbeeld inrichten als u Zijn Geest ontvangen hebt, als u bekleed bent met Zijn gerechtigheid. ”Wel”, zeggen sommigen, ’’zover zijn we gekomen, wat zullen we vervolgens doen? Wij weten dat wij deel aan Hem hebben, maar wij beseffen dat we nog veel tekort komen”. Laat mij u dan vervolgens verzoeken het karakter van Christus te bestuderen. Deze arme Bijbel is bijna een achterhaald boek geworden, zelfs bij sommige christenen. Er zijn zoveel tijdschriften en andere kortstondige geschriften, dat wij gevaar lopen het Schriftonderzoek te verwaarlozen. Christen, zou u uw Meester leren kennen? Kijk naar Hem. Het karakter van Christus heeft een wondere macht, want hoe meer u het beschouwt des te meer zult u eraan gelijkvormig worden. Ik bekijk mijzelf in de spiegel; ik ga heen en vergeet wat ik was. Ik aanschouw Christus en ik word als Christus. Zie dan op Hem. Bestudeer Hem in de evangeliën. Onderzoek nauwkeurig Zijn karakter.
’’Maar”, zegt u, ”dat hebben we gedaan, maar wij zijn maar weinig gevorderd”. Verbeter dan vervolgens elke dag uw navolging.Probeer aan het eind van de dag al uw daden van de laatste vierentwintig uren na te gaan. Beoordeel ze heel nauwgezet. Als men mij drukproeven van mijn geschriften toestuurt, moet ik de verbeteringen in de marge aanbrengen. Ik zou ze wel vijftig keer kunnen nalezen en de drukkers zouden nog steeds de fouten afdrukken als ik ze niet merkte. Dat moet u doen; als u ‘s nachts een fout aantreft, geef in de marge aan waar de fout zit en u kunt hem morgen verbeteren. Doe dit elke dag weer en schrijf uw fouten één voor één op om ze morgen te herstellen. Het was een stelregel van de oude filosofen dat wij onze daden driemaal per dag behoren na te gaan. Laten we dat doen. Laten we niets vergeten. Laten we ons liever elke nacht onderzoeken en zien waarin we gefaald hebben, opdat wij ons leven kunnen reformeren.
Tenslotte de beste raad die ik u kan geven, zoek de Geest van God meer; want dat is de manier om aan Christus gelijkvormig te worden.IJdel zijn al uw pogingen om als Hij is te zijn, voor U Zijn Geest gezocht hebt. Neem het koude ijzer, en probeer het tot een bepaalde vorm te smeden als u kunt. Hoe vruchteloos is deze poging! Leg het op het aambeeld, neem de moker met al uw kracht, laat er slag op slag neerkomen en u hebt niets bereikt. Verdraai het; draai het om, gebruik al uw gereedschappen, maar u zult het niet in de vorm kunnen krijgen die u wenst. Maar leg het in het vuur, laat het zacht worden en bewerkbaar; leg het dan op het aambeeld en elke slag zal een machtige uitwerking hebben, zodat u het in elke vorm kunt krijgen die u wenst. Neem uw hart dus niet zo koud als het is, zo steenachtig als het van nature is, maar leg het in de oven; laat het daar smelten en daarna is het als was om er een zegel in te drukken en te vormen naar het beeld van Jezus Christus.
Broeders, wat kan ik nu zeggen om mijn tekst kracht bij te zetten behalve dit: Als u op aarde op Christus lijkt zult u in de hemel op Hem lijken. Als u door de kracht van de Geest volgelingen van Jezus wordt, zult u in de heerlijkheid ingaan. Want aan de poort van de hemel zit een engel, die alleen diegenen toelaat die dezelfde trekken heeft als onze aanbiddelijke Heere. Daar komt een man met een kroon op zijn hoofd. ”Ja”, zegt hij ”u hebt weliswaar een kroon, maar kronen zijn hier geen middel om binnen te komen”. Er komt een ander, gekleed in toga’s die getuigen van een hoge positie en van geleerdheid. ”Ja”, zegt de engel, ”dat kan wel goed zijn maar toga’s en geleerdheid zijn niet de kenmerken die u nodig hebt om hier binnengelaten te worden”. Er komt iemand anders, schoon, mooi en bevallig. ”Ja”, zegt de engel, ”dat zou op aarde aangenaam kunnen zijn, maar schoonheid wordt hier niet gevraagd”. Er komt weer een ander, wiens roem hem vooruitsnelt en die door mensen toegejuicht wordt, maar de engel zegt: ’’Voor mensen is dat goed, maar u hebt niet het recht om hier binnen te komen”. Dan volgt weer iemand anders. Hij is misschien arm en ongeleerd geweest, maar de engel glimlacht als hij hem aanziet en zegt: ”Dat is Christus weer; dat is een tweede uitgave van Christus. Kom binnen, kom binnen. Eeuwige heerlijkheid zult u gewinnen. U lijkt op Christus. U zult in de hemel een plaats hebben, want u bent Hem gelijk”.
Op Christus te lijken is naar de hemel te gaan; maar ongelijk aan Christus te zijn is in de hel neer te dalen. Soort wordt uiteindelijk bij soort gevoegd, onkruid bij onkruid, tarwe bij tarwe. Als u met Adam gezondigd hebt en gestorven bent, zult u voor eeuwig bij de geestelijk doden blijven, tenzij u in Christus opstaat in nieuwigheid des levens. Dan zullen wij met hem in alle eeuwigheid leven. Tarwe bij tarwe, onkruid bij onkruid. ’’Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien”. Gaat dan heen met deze ene gedachte, broeders, dat u zich aan Christus kunt toetsen. Als u op Christus lijkt, bent u van Christus, en zult bij Christus zijn. Als u niet op Hem lijkt, hebt u geen deel aan de grote erfenis.
Moge mijn arme preek helpen om de dorsvloer te wannen en het kaf open te leggen, moge het velen van u brengen tot het zoeken om deel te hebben aan de erfenis der heiligen in het licht, tot prijs van Zijn genade. Hem Zij alle eer!
Amen