De HEERE heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb. 1 Samuel 1:27
Gelovigen vinden vreugde in het zien van de genade die zij ontvangen als antwoord op hun gebeden, omdat zij daarin Gods bijzondere liefde zien. Wanneer wij onze zegeningen “Samuels” mogen noemen – van God gebeden – worden ze ons net zo dierbaar als haar kind voor Hanna was. Peninna had veel kinderen, maar zij waren haar gegeven zonder dat zij erom had gebeden; Hanna’s enige kind, uit de hemel ontvangen, was des te kostbaarder omdat het voortkwam uit oprechte smeekbeden. Hebben we gebeden voor de bekering van onze kinderen? Dan is het dubbele vreugde als zij gered zijn, omdat we daarin onze eigen gebeden vervuld zien. Het is beter om ons over hen te verheugen als vrucht van ons smeken dan slechts als vrucht van ons lichaam. Hebben we de Heere om een bijzondere geestelijke gave gevraagd? Dan zal die komen in het gouden kleed van Gods trouw en waarheid, en zal ze dubbel zo kostbaar zijn. Hebben we gebeden om voorspoed in het werk van de Heere? Dan is het een diepe vreugde wanneer dat succes binnenkomt gedragen op de vleugels van gebed. Zelfs wanneer het antwoord op onze gebeden niet snel komt, zijn de zegeningen des te rijker door het wachten. En wat wij door gebed ontvangen, moeten wij aan God toewijden, zoals Hanna Samuel toewijdde. De gave kwam uit de hemel – laat haar ook terugkeren naar de hemel. Gebed bracht haar, dankbaarheid bezong haar, en toewijding moet haar inzetten voor God.
Gebed: Hemelse Vader, Schenker van alle gaven, geef mij kracht om Uw dankbare zegeningen te ontvangen en toe te wijden, zoals Hanna haar Samuel aan U toewijde. Laat mij vreugde vinden in Uw trouw en genade, en mijn leven wijden aan het dienen van Uw wil. Amen.
