Velen die de lekkernijen van Gods Woord zien, gaan eraan voorbij. Zoals die arme hongerige kinderen die we hebben gezien buiten een winkel waar het hartige vlees gewoon voor het venster ligt: ze kunnen het zien en het ruiken, maar ze kunnen het niet eten. Veel van onze toehoorders hebben het gevoel dat ze waarnemen dat er iets in de Bijbel is dat zeer bevredigend en voedzaam is; ze zien het met hun ogen, maar, zoals de mensen van Samaria, proeven ze er zelf niet van. Ja, er zijn sommigen die zo ver weg zijn (wij waren ooit ook zo) dat ze niet willen proeven, want hun gehemelte is zo verdorven geworden dat ze zich voeden met as, hun bedrogen hart wendt hen er van af. Net als de raaf, die geen behoefte heeft aan het zuivere voedsel van de duif, zijn ze tevreden met het aas van de wereld; net als de zwijnen zijn ze tevreden met de schillen en willen niet met het brood van de kinderen worden gevoed. Proeft u wel van de heerlijke beloften uit Gods Woord?