Ik zal genadig zijn, wien Ik zal genadig zijn, en Ik zal Mij ontfermen, over wien Ik Mij ontfermen zal. Exodus 33:19
Broeders en zusters, de hele wereld is vol voorbeelden van Gods soevereiniteit. In iedere bekering valt er een lichtstraal van Gods absolute macht op de mensheid neer. Als een zondaar bezorgd is om de zaken van zijn ziel, dan moet hij zijn aandacht echter niet vooral op dit onderwerp richten. Als een mens de toekomende toorn wil ontkomen en de hemel wil winnen, dan moeten zijn eerste, zijn laatste en zijn middelste gedachten gericht zijn op het kruis van Christus. Als een zondaar die zich van zijn staat bewust is, heb ik veel minder te maken met de geheime bedoelingen van God dan met zijn geopenbaarde bevelen. Stel dat iemand zegt: “U gebiedt alle mensen om zich te bekeren. Toch zal ik dat niet doen, want ik weet niet of ik wel tot het eeuwige leven verkoren ben.” Dat is niet alleen onlogisch, het is ook ontzettend slecht. Dat het onlogisch is, zult u duidelijk inzien als u er even over nadenkt. Ik weet dat brood niet uit zichzelf mijn lichaam kracht geeft. Want “de mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.” Het hangt daarom af van Gods bevel of dat brood mijn lichaam kracht zal geven of niet. Als dat niet Zijn bedoeling is, kan ik er wel in stikken. Dan wordt het nog mijn dood, in plaats van een levensmiddel. Dus, als ik nou honger heb, stop ik dan mijn handen in mijn zakken? Blijf ik stilstaan en weiger ik mezelf van de welvoorziene dis te voorzien? Ik weet immers niet of God wel bevolen heeft dat het brood mij nieuwe kracht zal geven? Als ik zo zou handelen, dan was ik of gek of niet goed bij mijn verstand. En als ik wel bij mijn verstand was en ik mezelf de hongerdood zou bezorgen met zo’n redenering, dan heb ik dubbel en dwars de begrafenis van een zelfmoordenaar verdiend.