Zal God dan geen recht doen Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, hoewel Hij lankmoedig is over hen? LUKAS 18:7
Zolang er een plaats van gebed is en een belofte van een antwoord, zou geen gelovige plaats moeten maken voor wanhoop. “Ga opnieuw”, zei Elia zeven keer tegen zijn knecht. Het moet voor de profeet vermoeidheidswerk zijn geweest om zo lang te moeten wachten. Hij stond niet één keer op en bad tot God zoals op de Karmel, waar het vuur wel onmiddellijk kwam en het brandoffer verteerde; maar steeds weer, en steeds nederiger van houding, met zijn gezicht tussen zijn knieën, smeekte hij de Heere, niet om vuur, wat een ongewoon iets was, maar om water, dat de gemeenschappelijke zegen van de hemel is. En toch, hoewel hij pleit voor dat wat de Heere zelf had beloofd, gebeurde het niet meteen, en toen zijn dienaar terugkwam, vier, vijf, zes keer, was het antwoord nog steeds hetzelfde; er was geen teken van regen, maar de koperen hemel keek neer op een aarde die uitgedroogd was alsof hij in een oven stond. “Ga opnieuw!” Zei de profeet, en bij de zevende keer verscheen de wolk als de hand van een man, en deze wolk was de zekere voorloper van de stortvloed en de storm. Christen, ga nog zeven keer. Neen, ik zal het wagen om zeventig keer zeven te zeggen, want God moet Zijn belofte houden. Hemel en aarde kunnen voorbijgaan, maar geen enkele jota of tittel van Jehovah’s Woord kan falen. “Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid” (Jesaja 40:8 SV). Pleit je op dat blijvende Woord? Laat geen duistere gedachten je tot wanhoop drijven. Blijf vertrouwen; blijf bidden; in toename van vurigheid en in de hoop dat de zegen nog zal komen.