Jezus weende. JOHANNES 11:3
Wij mogen wenen, want Jezus weende ook. Jezus weende om anderen. Er staat nergens geschreven dat Hij ooit over Zichzelf heeft geweend. Het waren tranen van medelijden. Hij deed naar het gebod: weent met de wenenden. (Romeinen 12:15 SV). De mens die alles binnen het bereik van zijn eigen ribben kan houden, heeft slechts een kleine ziel. Een ware ziel, een christelijke ziel, leeft zowel in de zielen en lichamen van andere mensen als in die van zichzelf. Een christelijke ziel vindt de wereld te smal voor zijn verblijfplaats, want hij leeft en heeft lief; hij leeft door lief te hebben en heeft lief omdat hij leeft. Een vloed van tranen voor de drievoudige Heilige God zal veel meer doen dan het beste verzoekschrift. “Jezus weende” en Zijn tranen waren machtige wapens tegen zonde en dood. Merk op dat er niet staat geschreven dat Jezus een waarschuwende preek hield, maar dat Jezus weende. Je zult meer goed doen aan zondaars, meer goed aan jezelf, meer goed aan wat dan ook, als medelijden het bevochtigt. Ten slotte, als je hebt geweend, volg dan je Heiland na – doe iets! Als het hoofdstuk vóór ons was afgelopen met Jezus weende, zou het karig zijn geweest. Stel je eens voor dat, nadat ze bij het graf waren gekomen, wij hadden gelezen: “Jezus weende en ging door met zijn dagelijkse werkzaamheden.” Dan had ik slechts een kleine troost gevoeld in deze passage. Als er niets anders dan tranen waren gekomen, zou het een grote afwijking zijn geweest van de gebruikelijke wegen van onze gezegende Heere. Tranen! Wat zijn tranen? Zout water. Een kopje zou voor iemand weinig waard zijn. Maar, geliefden, “Jezus weende”, en toen beval Hij: “Rol de steen weg.” Hij riep: “Lazarus, kom tevoorschijn!”