Ook dit gaat uit van de HEERE van de legermachten. Hij is wonderbaar van raad, Hij is groot in wijsheid. (Jesaja 28:29) Lees verder Exodus 35:30—36:2.
We moeten de nadenkende en vindingrijke geest en de bedreven en de bekwame hand aan de Heere toeschrijven, want Hij is de grote Instructeur van de mens. We voeren de prachtige filosofie van Newton direct terug op God. Ook de vaardigheden van Watt en Stephenson komen van God, want de minste overweging laat zien dat hun geest oorspronkelijk bijzonder samengesteld en gevormd was. De meesten van ons zou het niet gelukt zijn om te doen wat zij deden als we het zelfs ons hele leven zouden proberen. Misschien zijn er hier wel mensen met vindingrijk talent. Maar ik denk dat negen van de tien mensen hier niet kunnen beweren dat ze zoiets bezitten. Daarom moeten we vragen, waar komt het dan vandaan? Zeker, een vruchtbaar en vindingrijk brein moet een geschenk zijn van de Schepper. En ook Zijn voorzienigheid heeft er de hand in gehad, veel mensen met een geest die natuurlijk richting het uitvinden neigde, zijn door de omstandigheden op een andere koers gebracht. Het was zeker Gods voorzienigheid die in andere gevallen een kanaal had gevonden voor de natuurlijke verlangens waardoor de ziel kon stromen zoals ze wilde. En heel vaak zijn de grootste uitvindingen gedaan door de simpelste ongelukken. Het blazen van de stoom uit een ketel en het vallen van een appel van een boom hebben er toe geleidt dat nadenkende geesten grote en belangrijke waarheden ontdekten. En wie zal deze omstandigheden toeschrijven aan iemand anders dan degene “Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil” (Efeze 1:11) en Die wijsheid geeft aan de meest wijze mensenkinderen? Laten we deze machtige God aanbidden, niet alleen als we in onze Bijbel lezen, maar ook als we door de hallen gaan van kunst en wetenschap en tentoonstellingen bezoeken die we tegenwoordig overal om ons heen kunnen vinden. Laat de menselijke vaardigheid tot ons spreken van de heerlijkheid van God
Ter overdenking
1 Korinthe 4:7. Onze natuurlijke talenten heeft God ons gegeven, of ze nu praktisch (Exodus 36:1–2) of academisch zijn (Daniel 1:17). Het is onze verantwoordelijkheid om onze talenten te gebruiken voor het goede doel en wij zijn de enigen die schuldig zijn als we ze verkeerd gebruiken.
Preek 409, 15 september 1861