En hij zond zijn dienstknecht uit ter ure des avondmaals, om de genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. Lukas 14:17
Er zijn in onze tekst duidelijk twee dingen op te merken, en deze staan in nauwe betrekking tot elkaar. Een duidelijke uitnodiging – ‘Komt’, en daarna een krachtig argument – ‘want alle dingen zijn nu gereed.’ Het argument is ontleend aan de Goddelijke toebereiding van de kostelijke spijzen van de koninklijke maaltijd. ‘Mijn ossen en de gemeste beesten zijn geslacht: komt tot de bruiloft.’ De bereidheid van alles aan Gods zijde is het argument waarom de mensen moeten komen om Zijn genade deelachtig te worden; en dat is het punt, waarbij wij heden zullen stilstaan – het bereid zijn van het feestmaal der genade, waarom de mensen er terstond behoren te komen. Het is Gods gewoonte om alle dingen gereed te hebben. Zowel voor Zijn gasten als voor Zijn schepselen. Nooit zult u Hem voor iets te laat vinden. Als de gasten komen, dan is er geen drukte om de tafel in gereedheid te brengen en de spijzen toe te bereiden; nee, de Heere heeft over alles nagedacht, heeft in alles voorzien, en alle bijzonderheden geregeld. ‘Alle dingen zijn gereed.’