zij zullen weiden en neerliggen, en niemand zal hun schrik aanjagen. Sefanja 3:13
Gisteren dachten we aan de verdrukte en arme mensen die de HEERE levende zaden laat zijn in een dode wereld. De profeet zegt over deze mensen dat zij geen ongerechtigheid zullen werken of leugens zullen spreken. Zodat zij, omdat ze geen rang of rijkdom hebben om hen te beschermen, ook niet in staat zijn om die wapens te gebruiken waarin de goddeloze zoveel vertrouwen heeft: ze kunnen zichzelf niet verdedigen met zonde of valse listen. Maar wat dan? Zullen ze dan vernietigd worden? In geen geval! Ze zullen gevoed worden en ze zullen mogen rusten. Ze zullen niet alleen vrij van gevaar zijn, maar zelfs geen angst hebben voor het kwaad. Schapen zijn zeer zwakke schepsels, en wolven zijn vreselijke vijanden; Maar op dit moment zijn er meer schapen dan wolven, en het schaap wint altijd, terwijl de zaak van de wolven altijd afneemt. Op een dag zullen schapen de vlaktes bedekken, en er zal geen wolf meer overblijven. Dit komt door het feit dat schapen een herder hebben die hen te eten, bescherming, en vrede geeft. ‘niemand‘ – dat betekent niet een, in menselijke noch diabolische vorm ‘- zal ze bang maken.’ Wie zal de kudde van de Heere afschrikken als Hij nabij is? Wij liggen in groene velden, want Jezus Zelf is voedsel en rust voor onze ziel.