En gij zult den HEERE uw God dienen, zo zal Hij uw brood en uw water zegenen. Exodus 23:25
Wat een belofte is dit! Om God te dienen is op zichzelf al een enorme grote vreugde. Maar wat een extra voorrecht is het als de zegen van de Heere in alle dingen op ons rust! De eenvoudigste dingen worden gezegend als we toegewijd zijn aan de Heere. Onze Heere Jezus heeft het brood genomen en gezegend; Zie, wij eten ook van gezegend brood. Jezus zegende water en maakte het tot wijn. Het water dat we drinken is veel beter voor ons dan de wijn waarmee mensen vrolijk worden. Elke druppel heeft een zegen in zich. De goddelijke zegen is in alles voor het kind van God. en die zegen zal altijd op hen blijven. En wat nu als we alleen brood en water hebben! Welnu, dan is het gezegend brood en water. Brood en water zullen we hebben. Dat ligt in deze belofte opgesloten. Het moet er zijn, omdat God het wil zegenen. ‘Zijn brood wordt hem gegeven, zijn wateren zijn gewis’. Met God aan onze tafel vragen we niet alleen een zegen, maar hebben we een zegen. De zegen is niet alleen bij het altaar te vinden, maar ook aan onze tafel. Hij dient hen die Hem ook dienen. Deze tafelzegen is niet gegeven naar schuld, maar naar genade. Inderdaad, er is een drievoudige genade. Hij geeft ons genade om Hem te dienen, door Zijn genade geeft Hij je brood en zegent het in Zijn genade.