Mijn zoon! geef mij uw hart, Spreuken 23:26
Socrates kreeg op zijn verjaardag een geschenk van al zijn leerlingen, en sommigen brachten veel, anderen minder. Onder de overigen was er één, die niets in de wereld te geven had, en zo kwam hij tot Socrates en zei: ‘Meester, ik geef u mijzelf. Ik heb u lief met mijn hele hart.’ De wijze beschouwde dit als de kostbaarste van alle gaven. Zullen niet sommigen van u uitroepen: ‘Ik weet niet of ik ook een zendeling kan worden, of dat ik gaven, of talenten, of verstand heb, die ik zou kunnen ten offer brengen, maar Heere, ik geef U mijn hart, opdat U het vernieuwen mag door Uw genade.’ God brenge u, arme zondaar, aan Jezus’ voeten, om uw gehele natuur aan Zijn scepter te onderwerpen, opdat Hij die mag rein wassen in Zijn bloed, vervullen met Zijn Geest en ze gebruiken tot Zijn eer. Hij zegt: ‘Mijn zoon, geef Mij uw hart’, en als het hart is overgegeven, neemt Hij die gave aan. Mag de Heilige Geest veel er toe brengen, zichzelf deze avond nog aan Jezus over te geven, en dit zal de kronende blijdschap van uw hele leven zijn.