Want Ik zal water gieten op het dorstige… Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten… Zij zullen opkomen tussen het gras, als wilgen aan de waterstromen. De een zal zeggen: Ik ben van de HEERE, een ander zal zich noemen met de naam Jakob, weer een ander zal met zijn hand schrijven: Van de HEERE. (Jesaja 44:3—5)
Lees verder Handelingen 2:1—21.
Het dorstige land zal overstromen met water. O mijn broeders, wanneer de Heilige Geest iemand opzoekt, wat een verschil wordt er dan in hem gemaakt! Ik ken een prediker, hij was eerst een saaie en dode man die niet op de preekstoel thuishoorde. In zijn slaperige bediening werd bijna niemand bekeerd, de gemeente werd steeds kleiner. De goede man zuchtte in stilte en de vijand lachte, “Haha, zo zie ik het graag.” Toen kwam de herleving, de Heilige Geest werkte glansrijk. De prediker voelde een goddelijk vuur en werd plotseling vol energie en ijver wakker. De man was veranderd. Zijn tong leek aangeraakt door het vuur. Uitgebreide geschreven uiteenzettingen werden weggelegd en hij begon vanuit zijn eigen gloeiende hart tot anderen te spreken. Hij preekte zoals hij nooit gepreekt had. De plaats vulde zich. De dorre beenderen werden aangeraakt en begonnen te leven. Zij die hem kenden als keurig, nauwkeurig, koel, koud deftig, levenloos en onvruchtbaar, vroegen verbaasd, “Is Saul ook onder de profeten?” De Geest van God doet grote wonderen. Je zult het zien in sommige kerkleden, ze hebben nooit veel goeds gedaan, ze waren opgenomen in de boeken maar dat was alles. Plotseling komt Gods Geest over hen en dan worden ze onder ons geëerd om hun ijver en nut. We zien ze overal ijverig in het dienen van God in allerlei Christelijk werk. Voorheen deden ze dat bijna nooit. Ik zou willen dat deze levendmakende Geest op mij zou komen, op jou en op een ieder van ons in overvloed. Dan worden we dappere mensen voor de waarheid en machtig voor de Heere. O ik wil wat van die oude heldenmoed uit de tijd van de apostelen.
Ter overdenking
Deze overvloedige stroom van water wordt door de Heilige Geest in het hart van de gelovige gegoten (Johannes 7:37–39; Romeinen 5:5; Titus 3:5–6). Stroom jij over of ben je nog niet dorstig genoeg?
Preek 564, 10 april 1864