Het was heel belangrijk dat de woorden van onze Heere aan het kruis werden vastgelegd en bewaard. Zoals er geen gebeente van Hem gebroken zal worden, zo zal er geen woord van Hem verloren gaan. De Heilige Geest zorgde er speciaal voor dat elk van de heilige uitspraken nauwkeurig werd opgetekend. Omdat deze zeven uitspraken zo getrouw werden vastgelegd, is het niet verrassend dat ze vaak het onderwerp van geestelijke overpeinzingen zijn geweest. Kerkvaders, predikers en theologen stonden graag stil bij elke lettergreep van deze wonderlijke uitroepen. De plechtige zinnen die Hij heeft uitgesproken hebben geschenen als de zeven gouden kandelaren of de zeven sterren van de Apocalyps en hebben mensenmassa’s verlicht. Ik kan je niet meer dan een voorproefje geven van dit rijke onderwerp, maar ik ben op twee manieren bijzonder geraakt door de laatste woorden van onze Heere Jezus.
Ten eerste leren en bevestigen zij veel van de leerstukken van ons heilig geloof. ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen‘ (Luk. 23:34m) is de eerste. Ziehier de vergeving van de zonde, als antwoord op de smeekbede van de Verlosser.
‘Heden zult u met Mij in het paradijs zijn‘ (Luk. 23:43b). Ziehier de zekerheid van de gelovige in het uur van zijn heengaan, en de onmiddellijke opname in de tegenwoordigheid van zijn Heere. Het is een vernietigende slag tegen de Rooms Katholieke fabel van het vagevuur.
‘Vrouw, zie uw zoon‘ (Joh. 19:26b). Dit geeft heel duidelijk de waarachtige en zuiver menselijke gestalte van Christus weer, Die tot het einde toe Zijn menselijke verwantschap met Maria, uit wie Hij geboren is, erkende. Deze woorden leren ons dat wij haar niet moeten aanbidden, want Hij noemt haar ‘vrouw’. Wij moeten Christus eren, Die in Zijn vreselijke doodsstrijd dacht aan haar noden en smarten. Zo denkt Hij trouwens aan al Zijn kinderen, want dit zijn Zijn moeder, zuster en broeder.
‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?‘ (Matt. 27:46m). Dit is het vierde kruiswoord, en het illustreert de straf die onze Plaatsvervanger onderging toen Hij onze zonden droeg, en daardoor werd verlaten door Zijn God. De ernst van die zin is zo scherp als de rand en de punt van het zwaard dat Zijn hart doorboorde.
‘Ik heb dorst!’ (Joh. 19:28b) is het vijfde kruiswoord, en het uitspreken ervan leert ons de waarheid van de Schrift, want alle dingen werden volbracht, opdat de Schrift vervuld zou worden, en daarom zei onze Heere: “Ik heb dorst!” De Heilige Schrift blijft de grondslag van ons geloof, bevestigd door ieder woord en iedere daad van onze Verlosser.
Het op één na laatste kruiswoord is: ‘Het is volbracht!’ (Joh. 19:30m). Hier is de volkomen rechtvaardiging van de gelovige, doordat het werk dat Hij op Zich heeft genomen, volkomen is volbracht.
Zijn laatste woorden zijn eveneens in de Schrift opgeschreven, en laten zien waar Zijn gedachten naar uit gingen. Hij riep: ‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest‘ (Luk.23:46m). In die woorden ligt de verzoening met God besloten. Hij Die in onze plaats stond heeft al Zijn werk volbracht, en nu keert Zijn geest terug naar de Vader, en brengt ons met Hem mee. Elk woord leert ons een belangrijke grondslag van ons gezegend geloof.
Uiteenzetting
Een tweede manier om deze zeven kruiswoorden te behandelen is om ze te zien als een uiteenzetting van de Persoon en de ambten van onze Heere Jezus Die ze uitsprak. ‘Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen’, hier zien wij de Middelaar voorspraak doen: Jezus, staande voor de Vader, pleitend voor de schuldigen.
‘Voorwaar zeg Ik u: Heden zult u met Mij in het paradijs zijn’, hier spreekt de Heere Jezus met Koninklijke macht, Hij opent met de sleutel van David een deur, die niemand sluiten kan, en laat de arme ziel, die Hem aan het kruis aangeroepen heeft, binnengaan in de poorten van de hemel. Geloofd zij U, Eeuwige Koning in de hemel, Gij neemt in Uw paradijs op wie Gij wilt!
Daarna sprak Hij: ‘Vrouw, zie uw zoon!’, waarin wij de Zoon des mensen zien in de zachtmoedigheid van een Zoon Die Zich ontfermt over Zijn bedroefde Moeder. In het vorige kruiswoord, waarbij Hij het paradijs opende, zag u de Zoon van God; nu ziet u Hem, als een echt Mens uit een vrouw en onder de wet geboren. En Hij was nog steeds onder de wet, want Hij eert Zijn moeder en zorgt voor haar in de laatste fase van Zijn dood.
Dan komt het ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten‘? Hier zien we dat Zijn menselijke ziel in grote angst verkeert, dat Zijn hart overweldigd wordt door de terugtrekking van Jehova’s Aangezicht, en dat Hij in ontzetting en verbijstering deze woorden uitroept.
‘Ik heb dorst!’ betekent dat Zijn menselijk lichaam gekweld werd door vreselijke pijnen. Hier ziet u hoe het sterfelijke vlees de lijdensweg van de inwendige geest moest delen.
‘Het is volbracht!’ is het op één na laatste woord, en daar ziet u de volmaakte Verlosser, de Gezagvoerder van onze verlossing, Die de taak heeft volbracht waaraan Hij was begonnen, de schuld heeft betaald, een einde heeft gemaakt aan de zonde, en een eeuwige gerechtigheid heeft gebracht.
‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest’ De laatste woorden waarmee Hij Zijn geest aan Zijn Vader opdraagt, tonen aan dat God Zijn offer heeft aangenomen. Dit geldt voor al Zijn kinderen. Zoals Hij zijn geest opdraagt in de handen van de Vader, zo brengt Hij alle gelovigen dicht bij God. Voortaan zijn we in de handen van de Vader, die groter is dan allen, en niemand zal ons eruit rukken. Is dit geen prachtige gedachte? Net als de treden van een ladder of de schakels van een gouden ketting, is er een wederzijdse afhankelijkheid en onderlinge verbondenheid in elk van de zeven woorden van het kruis. Het ene leidt tot het andere, dat op zijn beurt weer leidt tot een derde. Zowel individueel als in context ontvangen we wijze lessen uit de woorden van onze Meester.
Vertaald uit: 40 Daily Devotional Readings On The Crucifixion Of Christ. Charles H. Spurgeon.