Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud

De schatkamer van David

09 juli | Bijbels Dagboek De Schatkamer Van David

9 Gij hebt een wijnstok uit Egypte overgebracht, hebt de heidenen verdreven, en hebt denzelven geplant; 10 Gij hebt de plaats voor hem bereid, en zijn wortelen doen inwortelen, zodat hij het land vervuld heeft. 11 De bergen zijn met zijn schaduw bedekt geweest, en zijn ranken waren als cederbomen Gods. 12 Hij schoot zijn ranken uit tot aan de zee, en zijn scheuten tot aan de rivier. 13 Waarom hebt Gij zijn muren doorgebroken, zodat allen, die den weg voorbijgaan, hem plukken? 14 Het zwijn uit het woud heeft hem uitgewroet, en het wild des velds heeft hem afgeweid. 15 O God der heirscharen! keer toch weder; aanschouw uit den hemel, en zie, en bezoek dezen wijnstok, 16 En den stam, dien Uw rechterhand geplant heeft, en dat om den zoon, dien Gij U gesterkt hebt! 17 Hij is met vuur verbrand; hij is afgehouwen; zij komen om van het schelden Uws aangezichts. 18 Uw hand zij over den man Uwer rechterhand, over des mensen zoon, dien Gij U gesterkt hebt. 19 Zo zullen wij van U niet terugkeren; behoud ons in het leven, zo zullen wij Uw Naam aanroepen. 20 O HEERE, God der heirscharen! breng ons weder; laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden.

Roemrijk was de rechterhand van de Heere toen Hij met macht en grote wonderen Zijn bekoorlijke plant onder de neus van degenen die uit waren op zijn vernietiging, wegnam. Zeven volken werden verwijderd om ruimte te maken voor de wijnstok van de Heere; de oude bomen, die de bodem lange tijd in beslag hadden genomen, werden met wortel en tak uitgerukt; de eiken van Basan en de palmbomen van Jericho werden verwijderd voor de uitverkoren wijnstok. Hij werd secuur geplant op zijn bestemde plaats met goddelijke zorgvuldigheid en wijsheid.

Hoewel klein van voorkomen, zeer hulpbehoevend, uiterst zwak en geneigd om over de grond te kruipen, was de wijnstok van Israël toch de uitverkorene van de Heere, omdat Hij wist dat Hij er door aanhoudende zorg en overvloedige kundigheid een mooi vruchtdragend gewas van kon maken. Het volk was zelf zo groot dat zelfs zijn stammen machtig en waardig waren om hun plaats in te nemen onder de mogendheden.

Het is een edel beeld van de voorspoed van de Israëlieten in hun beste dagen. In Salomo’s tijd nam het kleine land Israël een voorname plaats in onder de volken. Er zijn tijden geweest waarin de kerk van God ook zeer de aandacht trok, en haar macht ver weg en dichtbij werd gevoeld. Dat waren prachtige dagen voor Israël en ze zouden hebben voortgeduurd als de zonde er geen einde aan had gemaakt. Wanneer de kerk de Heere behaagt, wordt haar invloed onmetelijk, veel groter dan haar aantallen of haar macht zouden doen verwachten. Maar helaas, als de Heere haar verlaat, wordt ze even waardeloos, onnut en veracht als een onverzorgde wijnstok, die de meest onbruikbare van alle planten is.

Een onbeschermde wijnstok staat bloot aan iedere vorm van beschadiging: niemand heeft er respect voor, iedereen aast erop; zo was het met Israël als het werd overgegeven aan zijn vijanden. Zijn wrede buren trekken eraan, en plunderende benden, als rondtrekkende wilde dieren, kunnen niet anders dan ervan plukken. Met God kan geen vijand ons schaden, zonder Hem is er geen zo zwak dat hij niet in staat is ons kwaad te doen. Gods uitbrander was voor Israël wat vuur en bijl voor een wijnstok zouden zijn. Zijn gunst is leven, en Zijn toorn is een boodschapper des doods. Eén toornige blik uit Jehova’s oog is voldoende om de hele wijngaard van Efraïm tot een wildernis te maken. O Heere, zie niet alzo op onze kerken. Wijs ons terecht, maar niet in toorn.

‘O Heere, God der heirscharen! breng ons weder.’ Hier zien wij opnieuw een hogere aanspreektitel, de onnoembare naam van Jehova, de ‘Ik ben’, wordt gebruikt. De dag van het geloof wordt lichter naarmate de uren vorderen; en zijn gebeden worden voller en krachtiger. Geen uiterste nood is te groot voor de macht van God. Hij is in staat op het allerlaatste moment te redden, en ook dat door eenvoudig Zijn glimlachend gelaat Zijn beproefden toe te keren. Mensen kunnen niet veel bereiken met hun arm, maar God kan alles bereiken door een enkele blik. O, eeuwig te leven in het licht van Jehova’s aanschijn.

Overweging:

Ten tijde van nood komt God; en wanneer Hij komt, is het geen nood meer.

Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.