De kerk zoals ze zou moeten zijn
Gij zijt schoon, Mijn vriendin, gelijk Thirza, liefelijk als Jeruzalem, schrikkelijk als slagorden met banieren. Hooglied 6:4
De kerk wordt op verschillende manieren beoordeeld. Sommigen stellen zich alles van haar voor; anderen hebben geen hoge dunk van haar. Waarschijnlijk is geen van beide gedachten de moeite van het uitspreken waard. Noch ritualisten die hun kerk verafgoden, noch sceptici die alle kerken zwart maken, hebben de juiste kennis van de ware geestelijke kerk van Jezus Christus die recht geeft op het geven van een beoordeling.
De dochter van de Koning is inwendig volmaakt heerlijk, met een schoonheid die zij volstrekt niet naar waarde kunnen schatten. Wat is gewoonlijk de meest correcte karakterbeschrijving die we over een vrouw kunnen verkrijgen? Zullen we ons laten leiden door de lofprijzingen van de buren die op goede voet met haar staan of door de laster van hen die haar het onderwerp maken van kwaadaardige roddel? Nee, het beste oordeel dat we waarschijnlijk kunnen krijgen is dat van haar man.
Over de deugdzame vrouw zegt Salomo in Spreuken: ‘Ook haar man staat op en prijst haar.’ Over de schoonste onder de vrouwen, de Kerk van Christus, kan hetzelfde worden opgemerkt. Het is voor haar van weinig belang om beoordeeld te worden naar menselijke maatstaven, maar het is haar een eer en vreugde om goed aangeschreven te staan in de liefde en de waardering van haar koninklijke Echtgenoot, de Prins Immanuël. Hoewel de woorden die we voor ons hebben allegorisch zijn en het gehele lied vol is van metaforen en gelijkenissen, is toch het onderwijs in dit geval duidelijk genoeg.
Het is duidelijk dat de Goddelijke Bruidegom Zijn bruid een verheven plaats geeft in Zijn hart, wie ze dan ook voor anderen mag zijn. Voor Hem is zij schoon, lieftallig, aantrekkelijk, mooi en in de ogen van Zijn liefde zonder vlek of rimpel. Bovendien is zij voor Hem niet alleen een schoonheid van een aangename en tere soort, maar een majesteit, een eerwaardig iemand in haar heiligheid, in haar vastberadenheid, in haar toewijding, die Hem zelfs over haar doen zeggen dat zij ‘schrikkelijk als een leger met banieren’ en ‘vreselijk als een banieren voerend leger’ is. Zij is van top tot teen een koningin: in de ogen van haar geliefde is haar aanblik majesteitelijk.
Vat de woorden van onze tekst daarom op als een lofrede op Christus’ kerk, uitgesproken door Hem Die haar het beste kent en het beste in staat is om over haar te oordelen. Dan leert u dat zij voor Zijn onderscheidende oog niet zwak, oneerbaar en verachtelijk is, maar dat zij zich gedraagt als iemand uit de hoogste rangen, bewust, vreugdevol sterk in de kracht van haar Heere. Laten we er bij deze gelegenheid als eerste opletten waarom de kerk van God een leger met banieren genoemd wordt.
Zij is ongetwijfeld een leger, want de kerk is één, maar bestaat uit veel personen, en ze bestaat uit mensen die geordend marcheren onder een gemeenschappelijke leider. Zij heeft één doel voor ogen: een strijd en een overwinning. Zij is de strijdende kerk hier beneden, en zowel in haar lijden als in haar dienst bewijst ze dat zij zich in vijandelijk gebied bevindt.
Zij strijdt tégen de dwaling vóór de waarheid. Tégen de duisternis vóór het licht. En dat doet zij totdat de dag aanbreekt en de schaduwen wegvluchten en zo lang moet zij dus haar schildwachten handhaven en haar wachtvuren aansteken. Want aan alle kanten heeft zij reden om zich tegen de vijand te wapenen en om de koninklijke schat van de waarheid van het Evangelie tegen zijn dodelijke vijanden beschermen.
Maar waarom een leger met banieren? Is het niet allereerst tot onderscheid? Hoe zullen we weten bij welke koning een leger behoort als we de koninklijke standaard niet kunnen zien? In tijden van oorlog wordt de nationaliteit van troepen vaak geopenbaard door hun kenmerkende uniformen. De grijze jassen van de Russen waren welbekend in de Krim; de witte uniformen van de Oostenrijkers was een constante belediging voor het oog van de inwoners van Lombardije.
Niemand hield de Zwarte Brunswijkers voor de Franse Garde of onze eigen Huzaren voor Garibaldianen. Even doeltreffend hebben legers zich onderscheiden door de banieren die zij droegen. Zoals de oude ridders vroeger werden herkend aan hun pluim, helm en wapenschild, zo wordt een leger herkend door zijn standaard en de nationale kleuren. De driekleur van de Fransen kenmerkte gemakkelijk hun troepen toen ze vluchtten voor het verschrikkelijke zwart-en-wit van het Duitse leger.
De kerk van Christus laat haar banieren zien om zich te onderscheiden. Zij wenst niet geassocieerd of verward te worden met andere legers omdat ze niet van deze wereld is. Haar wapens en haar wijze van oorlog voeren zijn geheel anders dan die van de volken. God staat niet toe dat volgelingen van Jezus verward worden met politieke partizanen of ambitieuze avonturiers. De kerk ontrolt haar vaandel in de wind, zodat iedereen zal weten van Wie zij is en Wie zij dient.
Dit is van groot belang, nu geslepen mensen zich inspannen om hun boze plannen verborgen te houden. Iedere christelijke kerk moet weten wat zij gelooft en publiekelijk belijden wat zij hoog houdt. Het is onze opdracht een heldere en duidelijke verklaring te geven van onze principes, zodat onze leden weten met welke bedoeling zij samen zijn gekomen en zodat ook de wereld zal weten wat we bedoelen. Het zij verre van ons om ons met het streven naar een zogenoemde brede kerk te verenigen en om banieren te ontrollen waarop onze bijzondere kleuren worden vervangen.
We horen van alle kanten hevige protesten tegen geloofsbelijdenissen. Is dit geroep gerechtvaardigd? Na zorgvuldige analyse blijkt dat de meeste protesten niet gericht zijn tegen geloofsbelijdenissen, maar tegen de waarheid. Want iedereen die gelooft moet een belijdenis hebben, of hij die nu op schrift zet of niet. Want wie de ene keer dit en de andere keer weer dat gelooft om vervolgens weer alles te verwerpen, verdient geen navolging.
Geloofsbelijdenissen worden vaak aangevallen omdat ze in een korte, handzame vorm uiting geven aan het geloof van de christen. Zij die geloofsbelijdenissen haten zien ze als lastige wapens vergelijkbaar met de bajonetten in de handen van de Britse soldaten tegen hun vijanden. Het zijn wapens die zo schadelijk zijn voor hun theologie, dat ze zich ertegen verzetten. Laten we ze daarom niet gauw van de hand doen. Laten we Gods Waarheid vasthouden met een ijzeren greep, om haar nooit los te laten.
Er is tenslotte een protestantisme dat het waard is om voor te strijden, een calvinisme dat het nog steeds waard is om verspreid te worden en een Evangelie dat het waard is om voor te sterven. Er is een christendom dat heel anders is en zich onderscheidt van het ritualisme, rationalisme en legalisme. Laten we er duidelijk over zijn dat we daarin geloven. Omhoog met uw banieren, soldaten van het kruis!
Dit is niet het moment om bevreesd te zijn voor het geschreeuw tegen gewetensvolle opvattingen, die tegenwoordig spottend sektarisme en blinde dweepzucht genoemd worden. Geloof in uw harten wat u belijdt te geloven. Verklaar openlijk de waarheid en verdedig haar vurig! Wees niet beschaamd om u uit te spreken over de waarheid en die te verdedigen en laat mensen concluderen dat het tegenovergestelde onjuist is. Wat de leerstellingen van het Evangelie ook mogen betekenen voor de rest van de mensheid, laat die leerstellingen uw glorie en trots zijn.
Vertoon uw banieren en laat ze niet verschillen van de banieren die de oude kerk gedragen heeft. Ontrol de oude eenvoudige banier, de alles overwinnende banier van het kruis van Christus. Gewis en zeker, (in hoe signo vinces – in dit teken overwint gij): de leer van de verzoening is de waarheid die overwint. Laat anderen geloven zoals ze doen of ontkennen zoals ze willen, voor u is de waarheid zoals die in Jezus is de énige die uw hart heeft ingewonnen. Die waarheid heeft u tot een soldaat van het kruis gemaakt.
Banieren werden niet alleen maar gedragen om zich te onderscheiden, maar ook om de discipline te bevorderen. Vandaar dat een leger met banieren één banier als een centrale standaard had, en daarnaast had ieder regiment of bataljon zijn eigen speciale vlag.
Het volk van God dat door de woestijn marcheerde, had eveneens een eigen centrale standaard. Ik veronderstel dat het dezelfde stok was waarop Mozes de koperen slang verhief (in elk geval, onze koperen slang is het centrale vaandel van de kerk). Daarnaast had elk van de twaalf stammen zijn eigen speciale banier. Iedere stam hield die opgestoken in de voorste gelederen en zo marcheerden de stammen in volgorde. Er was geen verwarring en als er moest worden gevochten was het geen probleem om de gewapende mannen op te stellen.
De Joden geloofden later dat de standaard van het kamp van Juda een leeuw vertoonde, die van Ruben een man, die van Jozef een os en die van Dan een arend. De targumisten geloofden echter dat de banieren door hun kleuren onderscheiden werden, waarbij de kleuren van elke stam analoog waren aan de edelsteen van die stam in de borstplaat van de hogepriester. De grote standaard van elk van de vier kampen combineerde de drie kleuren van de stammen waaruit die bestond.
Dus, het is duidelijk dat er in de kerk van God discipline hoort te zijn. Dan bedoel ik niet alleen de discipline van toelating en afwijzing door dc bekeerden aan te nemen en de huichelaars af te wijzen, maar ook de discipline om de troepen in de dienst van Christus op te stellen. Iedere soldaat dient zijn orders te hebben, iedere officier zijn peloton, ieder peloton zijn vaste plaats in het leger, en het hele leger een orde zoals voorgeschreven in de regel: ‘Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.’ (1 Kor. 14:40).
Zoals in de rijen iedere man en elke rij zijn speciale positie in het bataljon heeft, zo zal in iedere goed geconstitueerde kerk elke man, elke vrouw zijn of haar eigen speciale wijze van dienen hebben. Elke vorm van dienen zal verbonden zijn met iedere andere en het gecombineerde geheel zal een kracht vormen die niet gebroken kan worden.
Een kerk is geen hoop stenen, het is een huis dat samen gebouwd wordt. Een kerk is geen bundeltje stekjes in de hand van de tuinman, maar een wijnstok waarvan wij de ranken zijn. De ware kerk is een georganiseerd geheel. En waar leven, echt geestelijk leven in de kerk overheerst, daar zal het ongetwijfeld orde en structuur creëren. Orde zónder leven herinnert ons aan de rijen van graven op een kerkhof, alle genummerd en ingeschreven in het register. Orde mét leven herinnert ons aan de lange rijen vruchtbomen in Italië, gedecoreerd met vruchtdragende ranken.
Zondagsschool werkers, draag de banier van het Lam. Zieke mensen, volg het vaandel van de geopende hand. Predikanten, verzamel u rond het teken van de verhoogde koperen slang. En iedereen die dit hoort, volg uw heilige roeping en kom samen in de naam van Jezus, gewapend tot de strijd.
Een leger met banieren kan ook gezien worden als symbool van activiteit. Wanneer een leger zijn kleuren omhoog houdt, is het gevecht voorbij. Er gebeurt weinig in militaire kringen wanneer de banieren weggezet zijn. In dat geval zijn de troepen met verlof of ze rusten in de barakken. Een leger met banieren exerceert, marcheert of vecht. Waarschijnlijk is het midden in een strijdtocht en wordt het opgesteld voor de aanval of ter verdediging. Binnenkort zal er zwaar werk moeien worden geleverd.
Het valt te vrezen dat sommige kerken hun vlaggen in staatsie hebben opgehangen om te vergaan of dat ze hem als een saai bezit hebben weggeborgen. Zij zijn niet van plan grote dingen te doen of grote dingen te verwachten. Zij verwachten geen massale bekeringen. Als die zich onverwachts toch zouden voordoen, zouden ze verschrikt en achterdochtig zijn. Zij verwachten niet dat de bediening van hun predikant krachtig zal zijn; en zou deze overduidelijk invloed hebben, dan zouden ze zeer verontrust zijn. Misschien zouden ze klagen dat hij te veel opwinding veroorzaakt.
Het ergste is dat passieve kerken er gewoonlijk heel nauwlettend op toezien dat niemand anders hun terrein zal binnendringen. Enige tijd geleden leken onze kerken te denken dat een bepaald district van deze drukke stad hun eigendom was en dat zij het mochten cultiveren of negeren, overeenkomstig hun monopolistische besluit. Als iemand probeerde nieuwe belangstelling te wekken, laat staan binnen een halve mijl afstand een nieuwe preeklocatie te creëren, dan verfoeiden ze dat als een zeer verderfelijke stroperij op hun landgoed. Ze deden zelf niets en toch waren ze heel bang dat iemand hen zou verdringen.
Zoals wetgeleerden van vroeger, die de sleutel van kennis wegnamen; terwijl zij zelf niet binnengingen, hinderden zij anderen die dat wel wilden doen. Die tijd is hopelijk voorgoed voorbij, maar helaas is die geest op sommige plekken nog steeds aanwezig. Het is hoog tijd dat iedere kerk aanvoelt dat wanneer zij niet werkt haar enige bestaansreden verdwenen is. Een kerk is een kerk omdat de leden elkaar onderling opbouwen en omdat er zondaren bekeerd worden. Als een kerk niet aan deze twee doelen beantwoordt, dan is de naam kerk enkel een naam, een belemmering, een kwaad of een plaag. Ze is als het zout dat zijn smaak verloren heeft. Het is niet eens geschikt voor het land of de mesthoop.
Laten we in onze kerkelijke gemeenschap allen actief zijn in de kracht van de Geest van God. Laat niemand van ons een dood lid van het levende lichaam zijn, of de functie van bagage vervullen die enkel maar gesleept moet worden en soldaten in de strijd belemmert. Ik wens vurig dat iedereen vervuld zal zijn met de eeuwige kracht van de Heilige Geest, zoals soldaten vol zijn van kracht en moed.
Laten we beslissen dat, of anderen God nu wel of niet dienen en het koninkrijk van Zijn geliefde Zoon uitbreiden, wij in Zijn naam en kracht zullen strijden, ja tot de dood toe. Soldaten van het kruis, trek uw zwaard! Zorgelozen, sla op uit uw slaap! Gord uw zwaard aan en bereid u voor op de strijd. De Heere heeft u door Zijn bloed verlost, niet opdat u zou kunnen slapen, maar om te vechten voor de eer van Zijn Naam.
Wijst de beschrijving “een leger met banieren” niet op een bepaald vertrouwen’! Het is geen leger dat zich terugtrekt van de vijand en gedwee zijn kleuren verbergt tijdens zijn vlucht. Een leger dat bang is zich in het openbaar te wagen, houdt z’n vaandels weg uit het schijnsel van de zon. Opgeheven vaandels zijn het teken van een onbevreesdheid die de strijd eerder zoekt dan ontwijkt.
Luister, strijders van het kruis! Ontrol de oude standaard van het Evangelie in de wind. Wij zullen de vijand leren welke kracht er ligt in de handen en harten van hen die zich groeperen rondom Christus, de Zoon van God. Omhoog met de standaard! Moedige mannen, te wapen! Laat iedereen het zien. En als de vijand er met een woeste leeuwenblik naar loert, roepen wij “de Leeuw uit de stam van Juda aan” om de voorhoede te leiden. Wij zullen volgen met Zijn Woord als een tweesnijdend scherp zwaard in onze handen:
“Sta op! Sta op voor Jezus!
Gij soldaten van het kruis;
Verhef Zijn koninklijke banier hoog;
Hij moet geen verliezen lijden.
Van overwinning naar overwinning
zal Hij Zijn leger leiden totdat elke
vijand overwonnen is en Christus
metterdaad Heere is.”
We kunnen niet genoeg vertrouwen hebben in het Evangelie. Onze zwakheid is dat we zo vreesachtig zijn en zo geneigd zijn om op andere plaatsen naar kracht te zoeken. We geloven niet in het Evangelie of in Zijn kracht over de mensenkinderen zoals we zouden moeten geloven Te vaak prediken we met de stem van een lafaard. Hoe vaak heb ik preken gehoord die beginnen met verachtelijke verontschuldigingen voor het feit dat de predikant zijn mond open durft te doen, voor zijn jeugdigheid, voor zijn behoudendheid of zijn durf om binnen te dringen in de gewetens van mensen en weet ik niet wat al meer. Kan God ei ambassadeurs van zo’n laffe, kruiperige soort op na houden? Zal onze bevelhebber zulke nep soldaten eren die zich ervoor verontschuldigen dat ze wapens dragen?
Ik heb gehoord dat vroeger van de afgezanten van Holland en andere landen verwacht werd dat als zij door de ‘hemelse majesteit, de broer van de zon en neef van de maan’, de keizer van China, ontvangen werden, verwacht werd dat ze kruipend op handen en voeten naar de troon kwamen. Als onze Engelse afgezanten naar dat bloeiende land gingen, weigerden zij aan zo’n vernederend eerbetoon te voldoen. Ze deelden hem mee dat zij in zijn aanwezigheid recht overeind zouden blijven staan zoals het vrije mensen betaamt. Zij dreigden met stopzetting van het handelsverkeer als hij hiermee niet akkoord ging.
Waarschijnlijk zou de Chinese majesteit uit kanonnenmonden veel minder welwillende geluiden horen dan hij zich zou wensen. En hoewel we reden hebben om onszelf als mensen te vernederen, toch kunnen we als afgezanten van God geen knieval maken voor mensenkinderen om hun te vragen welke boodschap hun het beste schikt. Het mag niet zo zijn dat wij onze spraak aanpassen en onze leer afstemmen op de smaak van de tijd. Het Evangelie dat wij prediken is vóór alles Gods Evangelie.
Daar verandert de verachting door wijze mensen niets aan. De een zegt Dat hij er niets in ziet omdat de wetenschap alles allang achterhaald heeft. En een ander zegt dat het Evangelie zo alledaags is en dat hij het al keer op keer heeft gehoord.
‘Meneer, ook al vindt u het alledaags en beschouwt u het als verachtelijk, u zult toch niets anders van ons horen, ‘want het is de kracht van God en de wijsheid van God.” In de eenvoudigheid hiervan ligt zijn majesteit en kracht. Wij schamen ons niet voor het Evangelie van Christus. God verhoede dat wij in iets anders zouden roemen dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus. We zullen het opnieuw met vertrouwen verkondigen. We zullen nog een keer de dezelfde oude waarheid voortbrengen. En zoals het gerstebrood de tent van de Midianieten sloeg zodat die omver lag, zal het Evangelie z’n tegenstanders omverwerpen. De gebroken kruik, brandende fakkels en de oude strijdkreet: ‘Het zwaard van de Heere en van Gideon!’ zullen ook nu nog de vijanden met ontzetting vervullen.
Laten we dapper zijn voor Jezus en wij zullen zien wat Zijn arm kan doen. Het Evangelie is de stem van de eeuwige God en heeft dezelfde kracht in zich als die waardoor de wereld uit niets is voortgebracht. Door die stem zullen de doden bij de wederkomst van de Zoon des mensen uit hun graven opstaan. Het Evangelie, het Woord van God, kan nooit ledig tot Hem terugkeren, net zoals de sneeuw niet terug kan keren naar de hemel of de regendruppels de weg waarlangs zij uit de wolken zijn afgedaald weer zouden kunnen beklimmen. Geloof in Gods Woord, geloof in de aanwezigheid van de Heilige Geest, geloof in de regerende Zaligmaker, geloof in de vervulling van de eeuwige gedachten, en u zult vol vertrouwen zijn, zoals een leger met banieren.
Verder, een leger met banieren mag wijzen op de standvastigheid en volharding in het bewaren van de waarheid. We hebben het niet over een leger dat zijn banieren heeft verloren, dat het heeft moeten ontgelden door losgescheurd te worden van zijn kleuren, maar over een leger dat zijn oude standaard omhooghoudt en er nog altijd bij zweert. Laten we vol ernst het geloof bewaren dat eens de heiligen is overgeleverd. Laten we geen enkel leerstuk opgeven, omdat de politiek of de mode dat voorschrijft; maar laten we al wat Jezus ons gezegd heeft, aanvaarden als het Woord des levens.
Voordat zij het weet kan een kerk veel schade ondervinden, wanneer ze hier en daar dwalingen tolereert. De valse leer zal, zoals het stukje zuurdeeg, spoedig het gehele deeg doortrekken. Als de kerk door de Geest geleerd heeft om de stem van de Goede Herder te herkennen, zal zij een vreemde niet volgen omdat ze hoort dat het een onbekende stem is. Dit is een gedeelte van het onderwijs dat Christus aan de Zijnen gaf: ‘Gij allen zult door de HEERE geleerd zijn.’ Zij zullen de waarheid verstaan en de waarheid zal hen vrijmaken.
Mogen we als kerk vasthouden aan de dingen die wij geleerd en onderwezen gekregen hebben van God. Mogen we bewaard worden voor de filosofieën en ontwikkelingen van deze laatste dagen. Als we de dingen die onder ons waarlijk geloofd worden opgeven, zullen we onze kracht verliezen. Dan zal de vijand verheugd zijn. Maar wanneer we eraan vasthouden zal het vasthouden aan het oude geloof, door de (leest van God, ons sterk maken in de Heere en in de sterkte van Zijn macht.
Dragers van de banier, wikkel in de dag van het gevaar de kleuren om u heen en sneuvel liever dan hen op te geven. Het leven is gering in vergelijking met Gods goedertierenheid en die goedertierenheid is het zekere erfdeel van de moedige verdediger van het geloof. Als zij zo standvastig staat voor de waarheid, wordt de kerk een leger niet banieren.
IN DE TWEEDE PLAATS WORDT DE KERK OOK SCHRIKKELIJK GENOEMD. Voor wie is zij verschrikkelijk? Zij zou beminnelijk moeten zijn en zij is dat ook. God geve dat onze kerk nooit angstaanjagend is voor pasbekeerden vanwege schijnheiligheid en onbarmhartigheid. Elke keer als ik hoor over mensen die bang zijn om voor onze ouderlingen te verschijnen, de predikant te zien of om belijdenis van het geloof voor de kerk te doen, dan zou ik wel tegen ze willen zeggen: ‘Zet uw angst van u af, geliefden, we zullen blij zijn u te zien.
U zult het contact met ons eerder een genoegen dan een beproeving vinden. We willen u absoluut niet afwijzen. Integendeel, we zullen u maar al te graag welkom heten als u de Zaligmaker lief heeft. Als we bij u geen bewijs van een grote verandering zien, zullen we u vriendelijk onze zorgen uiteenzetten en zullen we driemaal zo verheugd zijn om u de Zaligmaker aan te wijzen.
Maar wees ervan overtuigd: als u oprecht in de Heere Jezus gelooft, dan zal de kerk u niet angstaanjagend behandelen. Harde oordelen staan haaks op de Geest van Christus en de aard van het Evangelie. Waar zij de boventoon voeren is de kerk eerder verachtelijk dan verschrikkelijk. Schijnheiligheid en onbarmhartigheid zijn tekenen van zwakte, niet van kracht.
Voor wat en voor wie is de kerk verschrikkelijk? In de eerste plaats is zij dat, in een zeker opzicht, voor alle goddeloze mensen. Een ware kerk in haar heiligheid en getuigenis is zeer verschrikkelijk voor zondaren. De goddeloze geeft geen zier om een bespottelijke kerk of huichelende christenen, maar een werkelijk ernstige christen maakt de goddeloze beschaamd. We hebben mensen gekend die grof in de mond waren, maar die dit niet konden zijn in de aanwezigheid van godvrezende mannen en vrouwen, ook al hadden die personen geen gezag of hooggeplaatste positie. Zelfs in het meest brute gezelschap komt er over de meerderheid van de aanwezigen een ernstige beschaamdheid wanneer een christen, bekend om zijn standvastig karakter, verstandig een berispend woord uitspreekt.
Hun geweten getuigt tegen hen en zij voelen aan hoe ontzagwekkend goedheid is. Niet dat we ooit moeten proberen om anderen bang voor ons te maken. Zo’n poging zou belachelijk zijn en terecht op een mislukking uitlopen. De invloed die wij bedoelen, vloeit als vanzelf voort uit een Goddelijk licht. Grootsheid van karakter ligt nooit in een gekunstelde houding, maar in een betrouwbare deugdzaamheid. Wanneer er echte goedheid in ons is, als we echt, vurig, ijverig zijn, gerechtigheid liefhebben en het kwade haten, dan zal de uitwerking van ons leven vrijwel zonder één woord de goddeloze oordelen en hem veroordelen in het binnenste van zijn hart. Heilig leven is de zwaarste veroordeling van zonde.
We hoorden over een goddeloze zoon die het niet kon verdragen om te verblijven in het huis waar zijn overleden vader gedurende zijn leven zo godzalig gebeden had. Elke kamer en elk meubelstuk klaagde hem aan omdat hij de God van zijn vader de rug had toegekeerd. We hebben gelezen over mensen die bang waren om bepaalde godzalige mensen te zien, wier heilige leven hen meer intoomde dan de wetten van het land.
De negatieve kant hiervan is dat de angst van de goddelozen hen tot een onheilige reactie aanzet. Dit wordt de wortel waaruit vervolging voortkomt. De goddelozen zullen proberen degenen voor wie zij bang zijn omdat zij hen door hun karakter veroordelen, de wereld uit te krijgen, en als dit niet mogelijk is proberen zij hen te belasteren. Het martelaarschap van de heiligen is het gevolg van de duisternis die het licht haat, omdat het licht de kwade daden openbaar maakt. Naarmate een kerk werkelijk heilig, ernstig en aan Christus gelijkvormig is, zal ze altijd iets verschrikkelijks hebben voor de verdorven generatie waarin zij is geplaatst. Deze mensen zullen haar vrezen zoals zij vrezen voor de alles openbaar makende oordeelsdag.
Er is dus iets schrikkelijks in een levende kerk voor allen die dwalen. Tegenover de machtige legers van God hebben zich twee krijgsmachten gelegerd die wel heel verschillend zijn, maar die zich samen tegen de kerk van God keren. De ene macht is het ritualisme met zijn hoogmoed, zi jn priestergilde, zijn sacramentele voortvarendheid en zijn al keer van de leer der genade. De andere macht is het rationalisme met z’n smalende ongeloof en absurde speculaties. Deze stemmen, evenals Herodes en Pilatus, nergens in overeen dan in hun weerstand tegen Christus. Zij hebben één gemeenschappelijke angst, hoewel zij dat niet zullen bekennen.
Zij hebben geen angst voor de podiumtoespraken waarin zij zo furieus worden aangeklaagd tijdens openbare bijeenkomsten, noch voor die filosofische discussies waarin zij ten val gebracht worden door argumenten, maar zij haten én vrezen de nodigende, ijverige, heldere en eenvoudige prediking van de waarheid zoals deze in Jezus is. Vanwege die haat én angst laten zij spot en minachting zien voor die prediking. Toch is het oude evangelie een wapen waartegen zij geen stand kunnen houden. In de dagen van Luther deed het wonderen; het bewerkstelligde wonderen in de dagen van Whitefield en Wesley. Het evangelie heeft dikwijls de ark des Heeren in ons land hersteld, en het zal dat weer doen. Het heeft niets van zijn oude kracht verloren, en daarom is het de verschrikking voor de tegenstanders van Christus.
Uw aanblik is schrikkelijke majesteit
En treft Uw vijanden met vrees;
Zoals legers doen wanneer banieren wapperen
En krijgshaftige vaandels verschijnen
Hoe kwelt Uw wapentuig, helder stralend,
Hun angstige geesten.
De wapens van Uw strijdbare macht
Trotseren de poorten der hel.
Zelfs voor de satan zélf is de kerk van God verschrikkelijk. Hij denkt dat hij te doen heeft met individuen, maar wanneer dezen individuen elkaar sterken door onderlinge gesprekken en gebeden zijn zij de satan te sterk. Wanneer zij in heilige liefde met elkaar verbonden zijn en een tempel bouwen waarin Christus Zich bevindt, dan wordt satan daar een zware slag mee toegebracht. Broeders en zusters, niet iedere kerk is op deze wijze verschrikkelijk. Dat is ze alleen als het een kerk van God is waarin het leven en de liefde uit God aanwezig zijn. Een kerk waarin de opgeheven banier aanwezig is, de kruisbanier, hoog gehouden te midden van die verschillende banieren van de ware leer en geestelijke genade waarover ik zojuist heb gesproken.
We gaan naar het derde punt en dat is: Waarom is de kerk van Christus schrikkelijk als een leger met banieren? Waarom is zij schrikkelijk vanwege haar banieren? De gehele passage lijkt te zeggen dat de kerk schrikkelijk is als een leger, maar dat zij de volste omvang van haar schrikkelijkheid ontleent aan haar banieren. ‘Schrikkelijk als een leger met banieren.’ Ik geloof dat de grote banier van de Christelijke kerk de verhoogde Verlosser is. ‘En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken.’ Rondom Hem zullen wij verzamelen. ‘En Denzelven zullen de volken gehoorzaam zijn.’ Zoals de koperen slang verhoogd werd in het midden van de legerplaats in de woestijn, zo is de Verlosser verhoogd, onze Banier. Het verzoenende offer van Christus is de grote centrale banier van alle wedergeboren mensen. En die banier is de belangrijkste bron van schrik voor Israels vijanden.
Maar we zullen de gedachten ordenen. De kerk zelf is schrikkelijk en dat is ze vanwege haar banieren. Broeders en zusters, het leger zelf is schrikkelijk.
Waarom? Ten eerste, omdat ze bestaat uit uitgekozen mensen. Herinner u hoe Hamans vrouw navroeg of Mordechai behoorde tot het zaad der Joden. Want als dat zo was, dan voorspelde zij dat het plan van haar man op een mislukking zou uitlopen. ‘Indien Mordechai, voor wiens aangezicht gij hebt begonnen te vallen, van het zaad der Joden is zo zult gij tegen hem niet vermogen; maar gij zult gewisselijk voor zijn aangezicht vallen.’
De kerk van God wordt gevormd door mannen en vrouwen en ogenschijnlijk is ze niets meer dan enige andere organisatie. Kijk naar haar uiterlijke verschijning en u ziet enkele hooggeschoolde personen en een groot aantal ongeschoolden; hier en daar een rijk en machtig persoon, maar honderden armen en verachten. Zij heeft van nature, naar de algemene inschatting, niet de beginselen van kracht. Ja, haar eigen belijdenis is dat ze in zichzelf volkomen zwakheid is, een kudde schapen onder de wolven.
Maar haar kracht ligt hierin dat elk waar lid van dr kerk tot het koninklijke zaad behoort; het zijn Gods uitverkorenen, hel zaad der vrouw dat er vanouds toe verordineerd is om de kop van satan en al zijn slangenzaad te vertrappen. Ze zijn het zwakke Gods, maar dat is sterker dan de mensen. Hij heeft besloten dat wat iets is teniet te maken met hetgeen niets is. De kerk is zwak als ze naar zichzelf kijkt, maar toch is ze sterker dan mensen. Hij heeft zich voorgenomen om met de zwakke de kracht van de sterke weg te nemen.
Het is net zoals met de Kanaänieten. Die waren bang voor het volk van Israël vanwege het gerucht dat van hen uitging onder de volken en de schrik des Heeren was op hen. Datzelfde gebeurt bij de legerscharen van het kwaad. Zij hebben hun dromen gehad, evenals de Midianieten, en dappere mannen zoals Gideon kunnen het dat horen vertellen, en het zwaard des Heeren en dat van Gideon zullen hen verstrooien. De uitverkorenen zullen overwinnen door het bloed van het Lam en niemand zal hen tegenspreken. ‘Gij zijt een koninklijk priesterdom, een verkregen volk, een verkoren geslacht en in u zal de levende God op heerlijke wijze Zijn soevereine genade betonen.
Daarnaast bestaat de kerk uit een biddend volk. Het is het gebed dat zwakheid verbindt met onbegrensde kracht. Een volk dat kan bidden kan nooit overwonnen worden omdat zijn reservekrachten nooit uitgeput raken. Ga de strijd aan, mijn broeder en zuster, en wanneer uw krachten te niet gedaan zijn, zal het gebed een nieuw legioen doen aantreden. Ja, twintig legioenen engelen, en de vijand zal zich erover verbazen dat onverslagen vijanden nog steeds standhouden.
Als er morgen tienduizend heiligen verbrand zouden worden, dan zouden hun stervende gebeden de kerk als een feniks uit haar as doen herrijzen. Wie kan daarom stand houden tegen een volk wiens gebeden God bij de twist betrekken? ‘De Heere der heerscharen is met ons; de God van Jakob is ons een Hoog Vertrek.’ Wij roepen tot de Heere en Hij hoort ons. Hij breekt door de linies van de vijand heen en geeft ons de overwinning als de strijd daar is. Daarom, zij die het wapen van het altijd durende gebed hanteren zijn schrikkelijk als een leger met banieren.
Verder is een ware kerk gefundeerd op de eeuwige Waarheid. Ik hoef voor u niet het oude Latijnse spreekwoord te citeren dat zegt dat de waarheid machtig is en de heerschappij moet voeren. De Waarheid is en de Waarheid zal er altijd zijn. Zij is alleen wezenlijk, en ze moet blijven bestaan. Leugens komen spoedig tot volle ontplooiing, net als de bellen met regenboogtinten die kinderen blazen, maar ze worden even snel vernietigd als gevormd. Het zijn kinderen van de dag, terwijl de waarheid het nageslacht en erfgenaam van de eeuwigheid is. Bedrog sterft, met het hart doorboord door de pijlen van de tijd, maar waarheid met haar ondoordringbaar harnas trotseert alle vijanden.
Mensen die de waarheid liefhebben, bouwen goud, zilver en kostbaar gesteente. Hoewel hun bouwkunst misschien langzaam vordert, bouwen ze voor de eeuwigheid. De bolwerken van de waarheid mogen vaak worden aangevallen, maar de vijand zal ze nooit omverhalen. Vestig onder de mensen een macht van de meest pronkerige en ogenschijnlijk standvastige soort, maar wees ervan verzekerd dat die vroeger of later zal verdwijnen als er onwaarheid aan ten grondslag ligt. Alleen de waarheid is onoverwinnelijk, eeuwig en oppermachtig. De angst voor de ware kerk overvalt de vijand omdat hij genoeg verstand over heeft om te weten dat de waarheid een blijvende en onverwoestbare kracht heeft.
Onlangs had ik veel plezier toen ik een kritiek las van een bekende ongelovige (wiens naam heel bekend zou zijn als ik die zou noemen) waarin hij hoog opgeeft van de bijzonder grote bekwaamheid, wijsheid en het gezonde verstand dat altijd blijkt uit de daden van de rooms- katholieke kerk. Hij plaatste dit tegenover het ongeloof en de domheid en kinderachtigheid van christelijke dienaren die het rationalisme met hun dogmatisme aanvallen.
Ik vond het heel fijn om zulke waardevolle informatie te krijgen en ik dacht: ‘Ik snap, mijn vriend, welke soort oorlogvoering u het beste ligt. U bewondert de rooms-katholieke manier van strijden, maar u bewondert niet de manier waarvoor de evangelicale predikanten hebben gekozen. Met onze manier van vechten willen we het niet onze vijand naar de zin maken, integendeel. Wanneer we een wapen hebben ontdekt dat u kwelt, zullen we dat wapen nog vrijmoediger gebruiken dan voorheen.’
Er bestaat een verhaal over een officier die nogal onbeholpen was en die bij een belangrijk moment in zijn haast bijna over zijn eigen zwaard struikelde. Zijn vorst merkte op: ‘Het lijkt erop dat uw zwaard u nogal in de weg zit.’ ‘Die indruk hebben uw vijanden, koninklijke hoogheid, vaak gehad’, was het antwoord. Dus als de vijanden van de waarheid onze manier van doen bekritiseerden, dan aanvaarden we hun vonnis wanneer we het in zijn tegendeel hebben veranderd. Als ze onze manier van vechten niet waarderen, dan is het waarschijnlijk de beste methode waarvoor wij kunnen kiezen.
Met Gods hulp zullen wij de ‘dwaasheid’ van het Evangelie blijven prediken. We zullen keer op keer de oude waarheid brengen dat God in Christus de wereld met Zichzelf was verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende. We zullen niet een nieuwe banier omhoogsteken (wat onze tegenstanders meer aangenaam zou zijn), maar nog steeds de oude: ‘Niemand dan Christus aIleen.’ ‘Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dal niet uit u, het is Gods gave.’ De zaligheid is door vrije genade, door liet zoenoffer van Jezus Christus onze Heere.
Wc moeten nu opmerken dat de voornaamste glorie en majesteit van de kerk hoofdzakelijk ligt in de banier die zij draagt. Welke oorzaak voor verschrikking ligt er in die banier? Wij antwoorden dat de vijanden van Christus bang zijn voor het kruis omdat zij weten wat het kruis heeft gedaan. Altijd als de gekruisigde Jezus gepredikt is, daar zijn valse leerstelsels te gronde gegaan. Dagon is altijd voor de ark van de Heere neergevallen. De leer van de verzoening wekt de meest gewelddadige woede op, een woede die allereerst door angst wordt veroorzaakt.
De schrikkelijkheid van de kerk zit in haar banieren omdat deze banieren haar kracht geven. Als hij tot de banier van het kruis nadert, wordt de zwakste soldaat sterk. Hij die zich misschien laf zou hebben gedragen, wordt een held wanneer hij het kostbare bloed van Christus met kracht in zijn ziel voelt. Martelaren worden geboren en gevoed bij het kruis. Het is het bloed van Jezus dat het levensbloed is van de zelfverloochening. Wij kunnen sterven omdat onze Zaligmaker stierf. De aanwezigheid van Alexander maakte de Grieken sterker dan reuzen. De aanwezigheid van onze Verlosser maakt gelovigen sneller dan arenden en sterker dan leeuwen.
Bovendien beven de kwade machten voor de oude standaard omdat zij een voorgevoel hebben van de toekomstige volkomen overwinning ervan. God heeft besloten dat alle vlees de zaligheid van God zal zien. Jezus moet regeren. De Gekruisigde moet overwinnen. De aan het hout genagelde handen moeten de scepter zwaaien over alle koninkrijken. Alle macht en majesteit van mensen die de kroon en scepter van het Koninkrijk van Christus weerstaan, moeten als pottenbakkersvaten in stukken gebroken worden. In de gepredikte Christus liggen de strijdbijl en de oorlogswapens waarmee de Heere Zijn eeuwige besluiten uit zal werken. De kerk met de naam van Immanuel op haar banier, die de plicht heeft om deze goed zichtbaar omhoog te houden, is ongetwijfeld afschrikwekkend voor alle machten van de duisternis.
We willen afsluiten met een of twee overwegingen. Laat iedereen zichzelf afvragen: Ben ik een lid van het gezelschap van strijders? Ben ik een soldaat? Ik ben de kerk binnen gedaan, ik houd vast aan een belijdenis, maar ben ik werkelijk een soldaat? Vecht ik? Verdraag ik zware moeiten? Of ben ik meer een ridder die thuis blijft, een bedlegerige soldaat, zo een die het leuk vindt om regimenten op te stellen om mijzelf een mooi beroep te geven zonder zelf de strijd aan te binden? ‘Ben ik een soldaat van het kruis – een volgeling van het Lam?’
Broeders en zusters, laat de vraag rondgaan: zijn jullie soldaten die daadwerkelijk betrokken zijn bij de strijd voor Jezus, onder Zijn banier? Staan jullie er allemaal omheen? Kent u de banier? Hebt u die lief? Zou u uw leven voor haar verdediging kunnen geven? Is de Persoon van Christus u het allerliefst? Schat u de leer van de plaatsvervangende verzoening op zijn juiste waarde? Voelt u uw energie en kracht toenemen als u deze leer verdedigt en omdat u haar liefhebt?
Laat niemand weggaan zonder zichzelf deze onderzoekende vraag te stellen.
En dan het woord ‘schrikkelijk’. Ben ik door christen te zijn op een lx paalde manier schrikkelijk? Is er enige kracht in mijn leven die een zondaar zou veroordelen? Heb ik een heiligheid over mij die ervoor zorgt dat een slecht mens zich in mijn aanwezigheid ongemakkelijk voelt? Is er genoeg van Christus in mijn leven om mij een licht in de duisternis te laten zijn? Of is het heel aannemelijk dat als ik in een bepaald huis zou wonen de mensen daar mij niet als christen zouden herkennen?
Hoeveel christenen zijn er niet die een label om hun hals zouden moeten dragen: zonder dat zou je ze niet als christen herkennen. Ze bidden lang en hebben hoge pretenties, maar ze zijn alleen christen in naam. Ik hoop dat onze levens nooit zo verachtelijk zullen zijn, maar dat we tegensprekers ervan mogen overtuigen dat er kracht in het Evangelie van Jezus Christus is en hen doen belijden dat zij door liet niet te hebben een grote zegen mislopen.
Nog een andere gedachte. Als ik geen soldaat of goede dienstknecht van Christus ben en toch in de plaats van aanbidding kom waar christenen elkaar ontmoeten en waar Christus wordt verkondigd, dan zal de dag komen dat Gods kerk zeer schrikkelijk voor mij zal zijn. Stel dat iemand naar deze preek luistert die de verkondiging van het Woord hier al vele jaren heeft gehoord. Beeld u in dat de laatste dag is gekomen. U wordt voor de grote rechterstoel gebracht en dit is de vraag:
Heeft deze zondaar de getrouwe prediking van het Evangelie gehoord? Hij is goddeloos, hij heeft Christus verworpen. Verdient hij het om buiten geworpen te worden? Heeft hij het Evangelie werkelijk gehoord i ii heeft hij het verworpen?’ Als ik mijn getuigenis moet geven, dan moet ik zeggen: ‘Naar mijn beste vermogen heb ik hem geprobeerd het Evangelie van Jezus Christus te vertellen.’ ‘Heeft de kerk voor deze zondaar gebeden?’ Veel leden van deze kerk zouden moeten verklaren Ja, Heere, wij hebben voor hem gebeden.’ Ja, en wij allen zouden zeggen: ‘Ook al hebben we niet met naam en toenaam voor hem gebeden, dan hebben wij hem toch opgenomen in het algemene gezelschap van degenen die de genademiddelen gebruikten, voor wie wij voortdurend voorbede hebben gedaan.’
Is er enig lid van de kerk die hem die Christus heeft verworpen zou kunnen verontschuldigen? Hij heeft opzettelijk de Verlosser verworpen, hij is bewust in zonde voortgegaan. Zou iemand hem willen verdedigen? Geen enkele tong zou u kunnen verontschuldigen in het oordeel, of kunnen pleiten tegen het rechtvaardige vonnis van God. Als de grote Rechter de zondaar veroordeelt om voor de executie weggevoerd te worden, dan zal de hele kerk waar de zondaar erediensten bezocht en waar hij Christus verwierp, verschrikkelijk voor hem worden als een leger met banieren. Want alle stemmen zullen zeggen: ‘Amen, amen, amen! Gij zijt rechtvaardig, o Heere.’
Dit verhaal berust niet op fantasie. Weet u niet dat alle heiligen de wereld zullen oordelen? Zij zullen in het laatste oordeel de Zoon van God ter zijde staan en ze zullen amen zeggen op elk vonnis dat Zijn mond uitspreekt.
O, dat de gedachte hieraan door Gods Geest gezegend mag worden, zodat velen van u met God verzoend zullen worden. Jezus is nog steeds de liefhebbende Middelaar, en een volledige overgave van uzelf aan Hem zal u zeker redden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld. En wat is ‘in Hem geloven’? Dat u op Hem vertrouwt, en weet dat God ons eeuwig leven gegeven, en dit leven is in Zijn Zoon Die leed in de plaats van zondaren. Opdat eenieder die in Hem gelooft niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
De Heere zegene u, omwille van de Heere Jezus.
Amen.