Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Johannes 1:11
Eerst waren alleen de Joden genodigd tot de ‘koninklijke bruiloft’. Eeuwenlang was het Evangelie hun gegeven door de wet en de profeten. Slechts weinigen uit het uitverkoren volk erkenden de Messias. Hij kwam tot hen met een maaltijd van ‘goedertierenheid’ maar ze wilden er niets van hebben. Hij riep, maar ze wilden niet komen. Zulke hoorders zijn er nog steeds. Denk aan de kinderen van gelovige ouders. Vanaf hun geboorte zijn zij de Heere toegewijd. Er is liefdevol voor hen gebeden. Ze hebben vanaf hun kinderjaren het Evangelie gehoord en tóch zijn ze niet verlost! We zouden mogen verwachten dat zij zich zouden willen voeden met de kostelijke genadespijzen. Dat zij zich, net als hun ouders, zouden verblijden in Christus. Maar helaas. Vaak zijn juist zíj het die niet willen komen. Wat is dat erg als u de God van uw vader, als u de Zaligmaker van uw moeder niet aanneemt! Misschien had u geen godvrezende ouders, maar zit u al vele jaren als een gewillig hoorder onder het Woord des levens. Tóch neemt u Jezus Christus niet aan als de uwe. U wilt van Zijn genade niet weten. U verheugt u niet in Hem omdat u Hem niet liefhebt. Wat erg! Hoe moet de bruiloft dan vervuld worden met aanzittende gasten?