Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Dan zullen mijn vijanden achterwaarts keren ten dage als ik roepen zal: dit weet ik, dat God met mij is. Psalm 56:10
Het is de menselijke tong onmogelijk de volle betekenis van de heerlijke woorden “God met mij” uiteen te zetten. Hij was “met ons” eer de werelden gegrond waren; Hij was “met ons”, anders zou Hij ons zijn zeer geliefde Zoon niet geschonken hebben; Hij was “met ons” toen Hij zijn Enig geboren trof, en het volle gewicht van zijn toorn op Hem liet aanlopen. Hij was “met ons”, schoon Hij tegen Hem was. Hij was “met ons”, toen wij in de diepste zonden ellende terneer lagen; te midden van deze nog had Hij ons lief; Hij was “met ons” toen wij als opstandelingen tegen Hem overstonden, en Hem met overmoed waagden uit te dagen; Hij was “met ons”, anders had Hij er ons niet toe gebracht om nederig zijn aangezicht te zoeken. Hij is “met ons” geweest in vele worstelingen; wij werden geroepen om heirlegers van gevaren te doorworstelen; door uit en inwendige verleidingen werden wij aangerand, hoe zouden wij tot op dit uur ongedeerd gebleven zijn, indien Hij niet “met ons” was? Hij is “met ons” met al de oneindigheid van zijn wezen; met al de almacht van zijn liefde; met al de onfeilbaarheid van zijn vrijheid; Hij is “met ons”, bekleed met alle zijn goddelijke eigenschappen, eeuwig en onveranderlijk is Hij “met ons”; “met ons” wanneer gindse blauwe hemel ineengerold zal worden als een verouderd kleed; “met ons” de gehele eeuwigheid door. Terwijl Hij “met ons” is, volgt zijn hulp op de stem van ons gebed. “Mijn vijanden zullen achterwaarts keren, ten dage als ik roepen zal.” Hier wordt geen onbestemde hoop uitgedrukt, maar een welgegronde verzekerdheid, “dit weet ik”. Ik zal mijn gebed tot U richten, en ik zal naar antwoord uitzien, verzekerd zijnde dat de verhoring komen zal, en dat mijn vijanden achterwaarts keren zullen, “want God is met mij.” O! gelovige, hoe gelukkig zijt gij met de Koning van de koningen aan uw hand! Hoe veilig met deze Behoeder! Hoe zeker is uw zaak, daar zij bepleit wordt door deze voorspraak! Zo God voor u is, wie kan dan tegen u zijn?