Toen leverde hij Hem dan aan hen over om gekruisigd te worden. En zij namen Jezus mee en leidden Hem weg. Johannes 19:16
Laten we eens stilstaan bij het feit dat Jezus buiten de poorten van de stad werd geleid. Deze kleine heuvel werd Golgotha genoemd omdat hij enigszins leek op de schedel van een mens. Het was de gebruikelijke executieplaats en ook een van de kastelen van de dood. Hier bewaarde de grimmige heerser zijn gruwelijke trofeeën. Onze grote held, de Overwinnaar van de Dood, betrad zijn territorium, doodde het monster in zijn eigen kasteel en sleepte de draak uit zijn hol. Ik veronderstel dat de Dood het een geweldige overwinning vond toen hij onze Meester, bebloed en doorboord in de heerschappij van de vernietiging, aan het kruis zag hangen.
Maar wat had hij het mis, want hij wist niet dat het graf en de dood door deze gekruisigde Mensenzoon zouden worden overwonnen. Golgotha was de plaats van executie. Christus moest sterven als een misdadiger, op een plaats waar gruwelijke misdaden hun verdiende loon kregen. Dit maakte Zijn schaamte nog groter. Maar daardoor heeft Hij ons des te meer tot zich getrokken, want Hij is: ‘onder de overtreders is geteld, omdat Hij de zonden van velen gedragen heeft en voor de overtreders gebeden heeft’ (Jesaja 53:12). Dit is, denk ik, de grote les van Christus’ terechtstelling buiten de poort van de stad, ‘Laten wij dan naar Hem uitgaan buiten de legerplaats en Zijn smaad dragen’ (Hebreeën 13:13).
We zien hoe de menigte Hem wegleidt van de Tempel. Hij mag niet met hen bidden. De Joodse ceremoniële religie ontzegt Hem elke deelname. De priesters verbieden Hem om ooit nog de heilige grond te betreden, om ooit nog de gewijde altaren te aanschouwen op de plaats waar Zijn volk de eredienst houdt. Hij is ook verbannen uit hun vriendschap. Niemand durft Hem nu nog vriend te noemen of Hem een troostend woord toe te fluisteren. Hij wordt verbannen uit hun gemeenschap, alsof Hij een melaatse is wiens adem besmettelijk zou zijn en wiens aanwezigheid de pest zou verspreiden. Ze drijven Hem buiten de muren en zijn pas tevreden als ze zich bevrijd hebben van zijn onaangename aanwezigheid. Voor Hem hebben ze geen tolerantie. Barabbas mag vrijuit gaan; de dief en de moordenaar mogen gespaard worden; maar voor Christus is er geen ander woord dan: “Weg met zo’n Man van de aarde! Het is niet goed dat Hij leeft.” En zo wordt Jezus uit de stad verdreven.
Ik zal een beeld schetsen van wat we van mensen kunnen verwachten als we trouw zijn aan onze Meester. Naar alle waarschijnlijkheid zullen we ons niet in hun erediensten thuisvoelen. Ze geven de voorkeur aan overdreven plechtigheid, dramatische muziek en uiterlijk vertoon van deftige en dure kleding. Daarmee sluiten ze de eenvoudige volgelingen van het Lam uit. De verheven plaatsen van aardse religie en eer zijn niet voor ons. Als we trouw zijn aan onze Meester, zullen we al snel de vriendschap van de wereld verliezen. Zij die Christus niet kennen vinden ons gesprek onsmakelijk. Vleselijke mensen hebben geen interesse in onze toewijding. Wat ons dierbaar is, is voor hen afval. Wat hun dierbaar is, is voor ons onaangenaam. Er zijn tijden geweest, en die dagen kunnen weer komen, dat trouw aan Christus heeft geleid tot uitsluiting uit de samenleving. Vroeger werd het als een religieuze daad beschouwd als men de heiligen doodde. Als we trouw blijven aan Christus, kunnen we van deze mensen meer laster, meer geweld, minder verdraagzaamheid en minder vriendelijkheid verwachten.
Oh jullie die jezelf christenen noemen en die ervan dromen om jullie zeilen in de wind te hijsen, die de gunst van andere mensen willen winnen, ik smeek jullie, stop alsjeblieft met het volgen van deze gevaarlijke koers! We zijn in de wereld, maar het is niet ons thuis. We hoeven ons niet op te sluiten als monniken in het klooster. Integendeel, we moeten ons gedragen als Joden onder de heidenen. We zijn mensen, maar niet van mensen. Wij horen behulpzaam, tot steun, vriendelijk, onderwijzend, troostend, opbeurend en medelevend te zijn. We worden niet geacht bepaalde gewoonten voor mensen aan te nemen om een minachtende blik te vermijden of een glimlach te ontvangen. Des te groter de kloof is tussen de Gemeente en degenen die Christus niet kennen, des te beter het is voor beiden. Des te beter voor die mensen, want zij zullen gewaarschuwd worden; en des te beter voor de Gemeente, want zij zal behouden worden. Ga dan, zoals de Meester deed, in de verwachting te worden mishandeld, een slechte naam te dragen en te worden geminacht; ga, zoals Hij deed, buiten de legerplaats.