‘s Avonds, en ‘s morgens, en ‘s middags zal ik klagen en kermen, en Hij zal mijn stem horen. Psalm 55:18
Bid zonder ophouden.” Met die woorden zegt de Heere Jezus jou dat je altijd mag bidden. Er bestaat geen enkel moment waarop jij niet tot Hem zou mogen komen. Je mag altijd naderen tot de troon der genade, want sinds het voorhangsel is gescheurd staat de weg naar God open – onbelemmerd en zonder voorbehoud. Aardse koningen houden hun audiënties op bepaalde dagen, en dan mogen hun dienaren binnenkomen. Maar de Koning der koningen houdt altijd audiëntie. Midden in de nacht is voor Hem niet te laat, de vroege ochtend niet te vroeg. Hij is niet te druk op het heetst van de dag, en ’s avonds raakt Hij nooit vermoeid van de gebeden van Zijn kinderen. Zijn oor en hart staan voortdurend open. “Bid zonder ophouden” is daarom geen lastige opdracht, maar juist een kostbare uitnodiging. Het betekent dat jij altijd je hart voor Hem mag uitstorten. De deuren van Zijn liefde gaan nooit dicht. Geen muur, geen obstakel, niets kan tussen jouw gebed en je God instaan. De weg van gebed staat altijd vrij – net als de weg waarlangs de engelen gaan. Stuur daarom gerust de duif van het gebed omhoog, en vertrouw erop dat zij terugkeert met een olijftak van vrede uit Gods hand. Want de Heere ziet voortdurend naar jou om, luistert naar je smeekbeden en is altijd bereid om je genadig te zijn.