Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. Jesaja 43:2
Wij verstaan de liefelijke taal van de beloften niet, totdat wij in omstandigheden terechtkomen, waarop ze van toepassing zijn. We voelen allen wel iets van bovengenoemde gouden woorden, maar waarschijnlijk heeft niemand onder ons ze met zo veel vreugde gelezen als de martelaar Bilney; voor hem waren deze woorden een rots van hoop, toen hij in de gevangenis wachtte op zijn dood aan de martelpaal. In zijn Bijbel, die nog bewaard wordt in de bibliotheek van het Corpus Christi College in Cambridge, is deze tekst uit Jesaja 43 met de pen gemarkeerd.