Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven; Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk. Efeziers 5:25-27
Er is een mysterieuze verbintenis tot stand gekomen tussen Christus en Zijn Kerk, die voortdurend wordt vergeleken met die van het huwelijk: “Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.” (Efeziërs 5:23 SV). Jezus is de Bruidegom; Zijn Kerk is Zijn bruid. Zij zijn aan elkaar gehecht; in liefdesbanden zijn zij voor eeuwig aan elkaar gebonden; en zij zijn gelijk aan de heilige verwachting die wacht op de huwelijksdag, wanneer het eeuwige doel van God en het verlangen van de Verlosser zal worden volbracht. Net zoals de echtgenoot het gezin regeert, niet (als het een goed huwelijk is) tiranniek of magistraal, maar een regering die gebaseerd is op de regel van de natuur en bekrachtigd wordt door de toestemming van de liefde, zo regeert Jezus Christus in Zijn kerk, niet als een strenge tirannieke heer, die zijn wil oplegt aan de bruid, maar als een goede geliefde echtgenoot, die vrijwillig gehoorzaamheid verkrijgt vanuit het hart van de geliefde, die in alle dingen zo bewonderd en gewaardeerd wordt, dat Hij een onbetwiste superioriteit heeft. Het koninkrijk van Jezus Christus is geen tirannie; Zijn scepter is niet van ijzer; Hij regeert niet met slagen en vloeken en bedreigingen; maar Zijn scepter is van zilver en Zijn heerschappij is liefde. De enige ketenen die Hij gebruikt zijn de ketenen van Zijn dwingende genade; Zijn heerschappij is geestelijk en strekt zich uit over gewillige harten die graag voor Hem buigen en Hem de eer geven die Hem toekomt.