Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Als het hun bang zal zijn, zullen zij Mij vroeg zoeken. Hosea 5:15
Verlies en tegenspoed zijn voor de grote Herder van de schapen de gebruikelijke middelen, door welke Hij de afgezworven lammeren in de schaapskooi terughaalt. Geen leeuwen kunnen getemd worden, zolang zij te goed gevoed zijn; hun grote kracht moet gebroken worden; eerst dan, wanneer zij uitgehongerd zijn, zullen zij onder de hand van de temmer bukken; zo zagen wij het dikwijls, dat de Christen eerst gehoorzaam gemaakt werd aan de wil van zijn God, door gebrek en door moeitenvolle arbeid. Wanneer zij rijk zijn, en wanneer het goede van de aarde hun toevloeit, dan dragen vele naam Christenen het hoofd zeer hoog, en spreken trotse woorden. Met David beroemen zij er zich in: “Dat hun berg vast staat, en dat zij nimmer bewogen zullen worden.” Wanneer de Christen rijk wordt, een goede naam geniet, met gezondheid gezegend is en een gelukkige familiekring om zich heen heeft, dan sluipt ook de vleselijke gerustheid al zeer spoedig naar binnen en neemt plaats aan zijn tafel. Maar, zo hij alsdan een waar kind van God is, dan wordt er ook een roede voor hem in gereedheid gebracht. Wacht slechts een weinig, en wie weet hoe spoedig gij zijn bezittingen zult zien verdwijnen als een droom. Hier moet hij een deel van zijn landerijen missen; hoe snel toch wisselen de handen af, die de bunders als hun eigendom vasthouden. Die schuld, die onterende rekening! hoe schielijk volgt het ene verlies op het andere, waar zullen de tegenheden eindigen? Wanneer dergelijke tegenspoeden ons kort na elkaar treffen, zo is dit dikwijls een gezegend teken voor het geestelijk leven; de ziel vangt alsdan aan onrustig te worden vanwege haar ontrouw, en keert weer tot God. Gezegend zijn de golven, die de drenkeling aanspoelen op de rots van de behoudenis! Zo tijdelijk verlies aan ons geheiligd wordt, dan verrijkt het vaak onze ziel. Weigeren wij tot de Heere te naderen, met voorspoed gezegend zijnde, dan worden wij vaak naakt tot hem uitgedreven. Ziet de Heere in zijn genade geen ander middel, dat ons bewegen kan, om onder de mensen zijn eer groot te maken, dan leidt Hij ons in diepe wegen. Vergeten wij Hem in overvloed, dan drijft Hij ons in de weg van de armoede. Verlies de moed toch niet, gij erfgenaam van velerlei moeite; wordt gij aldus bezocht, erken juist dan de hand, die liefdevol kastijdt, en zeg: “Ik zal opstaan en tot mijn Vader gaan.”