Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Alleen, ga beslist niet te ver weg! Exodus 8:28
Wat een doortrapt woord uit de mond van de onderdrukker Farao! Als hij de Israëlieten dan toch moet laten gaan, stelt hij hen wel een voorwaarde. Zij mogen niet te ver trekken. Ze moeten binnen het bereik van zijn wapens en spionnen blijven. De wereld ziet de verschillen met en de afzondering van de christenen niet graag. Zij wilde dat wij de zaken niet zo streng doordreven. Dood voor de wereld en met Christus begraven te zijn, zijn ervaringen waarmee de natuurlijke mens spot. Daarom wordt ook de prediking die deze dingen nog uitdraagt, bijna overal veracht en veronachtzaamd. De wereldse wijsheid prijst de middenweg aan en heeft het graag over gematigdheid. Volgens dit beleid van het vlees is reinheid wel aan te raden, maar niet noodzakelijk. We moeten niet te nauwlettend zijn. De waarheid moet wel worden gevolgd, maar de dwaling niet zo duidelijk aangewezen. De wereld zegt: ‘Wees in alle dingen geestelijk gezind, maar ontzeg je zelf toch niet een beetje vrolijkheid, een gala van tijd tot tijd, of een bezoek aan de bioscoop. Wat heeft het voor zin om iets wat zo veroorloofd is, te veroordelen? En bovendien doet iedereen het!’ Er zijn massa’s christelijke belijders die tot hun eeuwig verderf luisteren naar deze raadgevingen. Maar als wij de Heere helemaal willen volgen, moeten we door de woestijn gaan en ons afscheiden. We moeten het Egypte van de vleselijke wereld achter ons laten liggen. We moeten haar beginselen, haar amusement en zelfs haar godsdienst laten varen en naar de plaats gaan waar de Heere Zijn heiligen wil hebben. Als de stad in brand staat, kan ons huis niet te ver van de vlammen verwijderd zijn. Als de pest heerst, kan men niet te ver van de besmetting verwijderd zijn. Hoe verder van de giftige slang, hoe beter, Hoe verder van de gelijkvormigheid aan de wereld, hoe beter. Laat de stem van de bazuin in de oren van alle echte gelovigen weerklinken: ‘Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen.