God, mijn Maker, Die liederen geeft in de nacht Job 35:10 (Eng. vert. NIV)
Overdag kan iedereen zingen. Het is eenvoudig om te zingen wanneer je bij daglicht de noten kunt lezen, maar wie zingt zonder ook maar een straaltje licht, zingt het zuiverst — dat is iemand die vanuit het hart zingt. ’s Nachts zomaar een lied maken is onmogelijk; een lied in de nacht moet door God geïnspireerd zijn. Als alles voorspoedig gaat, kan ik onderweg liederen maken, geïnspireerd door de bloemen langs het pad. Maar zet mij in een dorre woestijn zonder groen — waarmee kan ik dan Gods lof zingen? Hoe kan een sterfelijk mens voor de Heere een kroon smeden als er geen juwelen zijn? Wanneer mijn stem helder is en mijn lichaam gezond, kan ik Zijn lof laten klinken. Maar als mijn tong verstomt en ik neerlig in verdriet, hoe kan ik dan zingen zonder dat Hij zelf het lied schenkt? Het is niet in de macht van de mens om te zingen als alles tegenzit, tenzij hij wordt aangeraakt door geestelijk vuur. Laten wij op Hem wachten, want onze Schepper geeft ons ook liederen in de donkerste nacht, blijf Hem verwachten voor de muziek. O Grote Koorleider, laat ons niet zonder lofzang blijven omwille van ons lijden, maar stem onze lippen af op de melodie van dankzegging.
Gebed: Heere, raak mijn lippen aan om een lied van dankbaarheid te zingen, ook in mijn donkerste momenten. Vul mijn hart met vreugde, zodat ik U altijd kan loven, ongeacht de omstandigheden. Amen.