De HEERE, onze God, heeft ons Zijn heerlijkheid en Zijn grootheid laten zien. Deuteronomium 5:24
Gods grote doel in al Zijn werken is dat Zijn heerlijkheid zichtbaar wordt. Iets dat minder is dan dit zou Hem onwaardig zijn. Maar hoe kan die heerlijkheid van God geopenbaard worden aan gevallen schepsels zoals wij? Ons eigen ik moet plaatsmaken, zodat er ruimte is voor God zodat Hij verheerlijkt zal worden. Daarom leidt Hij Zijn kinderen vaak door moeilijkheden: zodat wij ons bewust worden van onze eigen dwaasheid en zwakheid, en daardoor geschikt worden om de majesteit van God te zien wanneer Hij komt om ons te verlossen. Wie een leven leidt dat altijd gemakkelijk en zonder tegenslagen verloopt, zal weinig van Gods heerlijkheid zien, omdat er nauwelijks momenten zijn om zichzelf leeg te maken en weinig gelegenheid om vervuld te worden met Gods openbaring. Wie alleen door ondiepe stroompjes vaart, leert weinig kennen van de God van de stormen. Maar wie handel drijft op de grote wateren, ziet Zijn wonderen in de diepte. Juist te midden van de hoge golven van verdriet, armoede, verzoeking en smaad leren wij Gods kracht kennen, omdat wij tegelijk onze eigen nietigheid voelen. Dank God daarom als je over een ruwe weg bent geleid. Juist daardoor heb je de ervaring gekregen van Zijn grootheid en goedheid. Je moeilijkheden hebben je verrijkt met een schat aan kennis die je op geen andere manier had kunnen ontvangen: je beproevingen zijn als de kloof in de rots waarin de HEERE je heeft geplaatst, zodat je Zijn heerlijkheid kon aanschouwen toen Hij aan je voorbijging.
Gebed: Vader, leer mij in iedere moeite en beproeving mijn eigen zwakheid te zien, zodat ik Uw kracht en majesteit des te meer mag aanschouwen. Dank U dat U mij juist in de golven van het leven plaatst om Uw heerlijkheid te openbaren en mijn hart dichter tot U te trekken.