Luistert U dan in de hemel naar hun gebed en hun smeekbede, en verschaf hun recht. 1 Koningen 8:4
Wanneer je in gebed voor de troon der genade komt, kijkt God niet naar de fouten in je gebed. Misschien voelt je gebed voor jou zwak en rommelig aan: gebroken zinnen, zuchten zonder woorden, een wazige, onsamenhangende poging. Toch maakt dat niet uit. Je komt immers niet voor de troon van gerechtigheid, waar ieder tekort zou worden geoordeeld, maar voor de troon van genade. Dáár worden zelfs je zuchten en gestotter aangenomen. Want stel dat één van ons zijn allermooiste gebed zou zien zoals God het ziet, dan zouden we er waarschijnlijk om wenen. Er zit namelijk genoeg onvolmaaktheid en zonde in zelfs het beste gebed, dat het – op zichzelf – nooit door God zou worden geaccepteerd. Maar onze Koning is niet als een aardse vorst die strakke etiquette hanteert, waar één misstap genoeg is om je beschaamd weg te sturen. Nee, bij Hem worden de gebrekkige kreten van Zijn kinderen niet afgewezen. Onze Heere Jezus Christus neemt elk gebed en zuivert het. Hij voegt er Zijn eigen verdiensten aan toe, zodat het volmaakt en krachtig voor de Vader kan worden gebracht. De Vader ziet dan niet onze gebrekkige versie, maar het gebed zoals Christus het aanbiedt: rein en volmaakt. Wat een bemoediging is dat voor ons die ons zo vaak zwak, aarzelend en onbeholpen voelen in het gebed. Dus als je merkt dat je ‘roestig’ bent geworden in het smeken, geef dan niet op. Kom juist! Kom vaker! Want het is de troon der genade waar je naartoe gaat.
