Roept tot Mij en Ik zal u antwoorden en Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen, die gij niet weet. Jer. 33:3
Dit is een gevangeniswoord, laten zij, die geestelijk gevangen zijn, het op prijs stellen. Dit was de tweede maal, dat de Heere had gesproken tot de profeet, terwijl deze in de gevangenis was. God verlaat zijn volk niet, omdat zij in een kwade reuk staan bij de wereld, zelfs niet, als zij in de gevangenis worden gezet. Veeleer verdubbelt Hij zijn bezoeken, als zij in dubbele nood. verkeren.
Het eerste gevangeniswoord was een beproeving van Jeremia’s geloof door gehoorzaamheid. Hem was bevolen het veld te Anatoth te kopen en hij kocht het.
Dit tweede woord stelde zijn geloof op de proef door gebed en wij twijfelen niet, of hij heeft de proef goed doorstaan, want in latere dagen heeft hij grote en machtige dingen gezien, gelijk de Heere hem beloofd had.
De tekst behoort aan ieder beproefd dienstknecht van God. Hij wordt er op drie verschillende wijzen door bemoedigd,
I. Om te volharden in het gebed: “Roept tot Mij.”
1. Bid, ofschoon gij al gebeden hebt. Zie het vorige hoofdstuk vers 16 en vervolgens. (Jer 32:16)
2. Bid met betrekking tot uw nood van heden. In (Jer. 32:24) maakt de profeet melding van “de wallen,” die opgeworpen waren tegen Jeruzalem en in (Jer. 33:4) van dit hoofdstuk antwoordt de Heere op dat punt.
3. Bid, ofschoon gij na het gebed nog in de gevangenis zijt. Indien de verlossing nog uitblijft, zo wees des te dringender in uw gebed.
4. Bid, want het Woord van de Heere komt tot u met dit gebod.
5. Bid, want de Heilige Geest helpt u bidden, Hij fluistert u toe, wat gij zult bidden.
Vanwege onze achterlijkheid, onze vergeetachtigheid, onze ongeestelijkheid en onze neiging tot ongeloof hebben wij dit bevel van node.
Het is vanwege de wijsheid, liefde en nederbuigende goedheid van de Heere, waarmee Hij ons welzijn ter harte neemt, dat dit bevel ons is gezonden.
II. Antwoord te verwachten op ons gebed. “Ik zal u antwoorden, en u bekend maken.”
Gewoonlijk luidt de belofte ons te zullen “horen”; maar als wij in benauwdheid zijn, dan is de belofte in het bijzonder “Ik zal u antwoorden.” De Heere zal ons antwoorden, omdat
1. Hij het gebed heeft ingesteld en er de aanbieding en aanneming van geregeld heeft. Het kon zijn bedoeling niet geweest zijn er een blote vertoning van te maken; want dat zou wezen ons als dwazen te behandelen.
2. Hij moedigt het gebed aan; Hij geeft het; Hij maakt het levend; gewis. Hij zal ons niet bespotten door begeerten bij ons op te wekken, die Hij niet voornemens is te vervullen. Zo’n gedachte is bijna lastering van de Heilige Geest, die het gebed in het hart geeft.
3. Gods aard is zodanig, dat Hij zijn kinderen moet horen.
4 Hij heeft zijn beloften gegeven in de tekst en zij is elders vele malen herhaald: Hij kan niet liegen en Hij kan zich zelf niet verloochenen.
5. Hij heeft velen van zijn volk en ook ons zelf reeds geantwoord.
Wij weten, dat de enige grens voor het overwinnen van het gebed, de wijze en liefdevolle wil van onze hemelse Vader is, die dus voor zijn Hem liefhebbende kinderen eigenlijk geen grens is. Laat ons vragen in het geloof en opzien in hoop.
III Grote dingen te verwachten als antwoord op ons gebed.
“Ik zal u bekend maken grote en vaste dingen.” Lees het vorige hoofdstuk van (Jer. 33:18) af en leer dan daaruit, dat wij dingen moeten verwachten, die
1. Groot zijn in raad: vol van wijsheid en betekenis.
2. Machtig in werking en macht openbarende.
3. Dingen, die nieuw zijn voor ons, waarvan wij nog geen ervaring hebben en ons dus verbazen.
Wij kunnen het onverwachte verwachten.
4. Goddelijke dingen: “Ik zal u bekend maken.” Zij worden genoemd in de verzen, die op de tekst volgen; zoals
Gezondheid en genezing (Jer. 33:6).
Bevrijding uit gevangenschap (Jer. 33:7).
Vergeving van ongerechtigheid (Jer. 33:8).
Zie, hoe het gebed de kennis vermeerdert van hen, die de meeste kennis hebben.
Zie, hoe de heiligen rijp kunnen worden in ervaring door tot God te roepen.
Zie, hoe de lijders ongedachte uitreddingen kunnen hebben.
Zie, hoe de arbeiders grote wonderen tot stand kunnen brengen.
Zie, hoe de zoekenden meer kunnen vinden, dan zij durven verwachten.