Wie zijn deze, die daar komen gevlogen als een wolk en als duiven tot haar vensters. Jesaja 60:8
Ten dage als de Heere zijn gemeente zal bezoeken, zullen hele menigten komen om Hem te zoeken. Het is een grote zegen, als zij dit doen; een zaak die bewondering opwekt en lof. Zij zullen van verre komen om van Jezus te horen, vliegende in een rechte lijn, evenals duiven, die tot haar vensters terugkeren.
Jezus is de grote aantrekking en als Hij met getrouwheid wordt verhoogd, dan zullen de mensen in hele scharen tot Hem komen, vliegende als wolken voor de storm.
Toch zal dit hen, die het zien, verbazen en zij zullen vragen stellen als de volgende.
I. Wie zijn deze bekeerden, dat zij zo talrijk zijn?
“Als een wolk?”
De antwoorden zijn velerlei en gemakkelijk.
1. Zijn er niet veel zondaars?
2. Is de verlossing van Christus niet groot?
3. Zijn zijn zegeningen niet aantrekkelijk?
4. Moet Satan ten laatste de voorrang hebben in het getal? Wij kunnen dit niet denken.
5. Is de Geest van God niet machtig om velen te trekken?
6. Is de hemel niet groot en is daar geen plaats voor grote scharen?
De natuurkundige verhalen van grote wolken van duiven in Amerika. O mochten wij zulke wolken van bekeerden zien!
II. Wie zijn zij, dat zij komen gevlogen?
Waarom maken zij zo’n haast als duiven, die huiswaarts vliegen? Ook dit is duidelijk.
1. Zij zijn in groot gevaar.
2. Hun tijd is zeer kort.
3. Zij worden voortgedreven door een sterke wind. Als een hemelse ademtocht dringt de Geest de zielen om de zaligheid te zoeken.
4. Zij worden gedreven door een sterke begeerte. Zij hongeren naar huis, waar zij gespijzigd en gelaafd zullen worden en in veiligheid zullen kunnen wonen. Duiven vliegen in rechte richting, zij vliegen snel. Zij blijven niet verwijlen onder weg, maar spoeden zich heen naar huis.
III. Wie zijn zij, dat zij te samen komen gevlogen?
Zij vliegen in zulke grote menigten, dat zij het voorkomen hebben van een wolk. Waarom is dit?
1. Zij bevinden zich allen in hetzelfde gevaar.
2. Zij hebben geen tijd om te twisten, terwijl zij veiligheid zoeken.
3. Zij hebben een gemeen doel. Zij zoeken een Zaligmaker.
4. Zij worden voortgedreven door dezelfde hemelse wind. De Geest werkt in ieder naar zijn welbehagen.
5. Zij vinden vertroosting in elkaars gezelschap.
6. Zij hopen voor altijd hier Boven samen te wonen.
IV. Wie zijn zij, dat zij die weg opvliegen?
Zij zijn duiven en zij komen tot haar gewone verblijfplaats in de spleten van de rots, of tot de openingen in het duivenhuis.
1. Zij zoeken veiligheid in Jezus tegen de roofvogels, die ze vervolgen.
2. Zij begeren te rusten in zijn liefde, want zij zijn vermoeid, en vinden geen andere rust voor het hol van haar voet.
3. Zij vinden haar thuis in zijn hart. De zwaluwen zoeken in de winter een andere woonstede op; maar heiligen blijven voor altijd in Christus.
4. Haar metgezellen zijn daar: duiven voegen zich bij elkaar en evenzo beminnen verloste zondaren de gemeenschap met elkaar.
5. Haar jongen zijn daar. “Zelfs vindt de mus een huis en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt,” (Ps. 84:4). De gelovigen wensen hun kinderen in Christus geborgen te zien.
6. Haar voedsel is daar. Waar anders kunnen zij het vinden?
7. Haar al is daar. Christus is alles.
V. Maar wie zijn zij persoonlijk?
l. Sommigen zijn onze eigen kinderen.
2. Sommigen behoorden tot de Zondagschool.
3. Sommigen zijn voormalige hoorders, die eerst door het evangelie verhard schenen.
4. Sommigen zijn vreemdelingen.
5. Sommigen zijn afgedwaalden, die wedergekeerd zijn.
6. Sommigen zijn mensen, voor wie wij hebben gebeden en die wij persoonlijk hebben toegesproken.
Waarde hoorder, behoort gij tot hen? Hebt gij geen reden om de toekomende toorn te ontvluchten? Vlucht eerst tot Jezus en spoed u dan heen, om u bij zijn gemeente te voegen.