Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. Hebreeën 9:22b
Overal onder de oude bedeling, was het zeker dat er bloedt zou vloeien. Het was een van de meest vooraanstaande zaken in de Joodse ceremonieën, bijna geen enkele ceremonie werd voltooid zonder bloed. Er waren weinig plekken in de tabernakel te betreden zonder dat er direct bloed of gevolgen van de bloedsprenkeling te zien waren. Soms werden er zelfs schalen met bloed vergoten aan de voet van het altaar. Hierdoor was het er zo rommelig, dat een bezoek verre van aantrekkelijk was voor de menselijke geest. Om ervan te genieten, had een mens een geestelijk begrip nodig en een levendig geloof. Het slachten van dieren was een manier van aanbidding, het bloedvergieten was de aangewezen weg en de sprenkeling van het bloed op de vloer, de gordijnen en de priestergewaden het voortdurende gedenken.
Als Paulus zegt dat onder de wet bijna alles gezuiverd werd door het bloed, zinspeelt hij op een aantal uitzonderingen. Zo staat er in diverse passages dat kleren mochten worden gewassen, en zekere mensen die vuil waren geweest door lichamelijke omstandigheden werd verzocht hun kleren met water te wassen. Kleren gedragen door mensen werden meestal met water gereinigd. Na het verslaan van de Midianieten, waarvan u kunt lezen in Numeri (Num. 31), moest de buit eerst gereinigd worden van alle vuil voordat de Israëlieten hem mochten gebruiken. Volgens de wet die de Heere aan Mozes gegeven had, moesten sommige goederen, zoals huiden en gebruiksvoorwerpen met geitenhaar, gezuiverd worden met water terwijl andere dingen die van metaal gemaakt waren door vuur gezuiverd moesten worden.
Toch haalt de apostel een letterlijk feit aan als hij zegt dat vrijwel alle zaken, met kleding als enige uitzondering, gereinigd moesten worden door het bloed. Dan noemt hij het als een algemene wet onder de oude bedeling, omdat daar geen vergeving mogelijk was zonder bloed. Slechts in één geval was er een duidelijke uitzondering en zelfs die gaf de algemene geldigheid van de regel aan, omdat de reden zo expliciet vermeld is. Voor een schuldoffer is er een van de genoemde alternatieven (Lev. 5:11), in het uiterste geval van armoede een bloedeloos offer. Als iemand te arm was om een offer van zijn kudde te brengen, dan kon hij twee tortelduiven of twee jonge duiven offeren. Was zelfs dat nog te veel, dan kon hij het tiende deel van een efa van meelbloem ten zondoffer brengen, zonder olie of wierook, en het werd op het vuur geworpen. Dat is de enige uitzondering op al deze offers. Op elke plaats, op ieder tijdstip waarop de zonde verwijderd werd, moest bloed vloeien; er moest een leven gelaten worden. De uitzondering hierop die we zojuist gezien hebben, onderbouwt de stelling dat “er zonder bloedvergieten geen vergeving is.”
Onder het Evangelie is er geen uitzondering, zelfs niet zo uitzonderlijk als onder de wet, nee zelfs niet voor de extreem armen. Omdat we dat allen in geestelijk opzicht al zijn. Omdat we niets van onszelf mee kunnen nemen ten offer, maar omdat wij allen het offer dat gebracht is moeten aannemen. Het offer dat Christus gebracht heeft, Hijzelf, in onze plaats. Daarom is er voor geen enkele man of vrouw een reden tot uitzondering. Voor niemand, in deze noch in de toekomende wereld, zal gelden dat er “vergeving is zonder bloedvergieten”. Daarom vraag ik de aandacht van eenieder voor deze eenvoudige zaak, die onze zaligheid betreft. Deze grote zaak, die in grote mate onze zorg om ons eeuwig heil moet bezighouden.
Allereerst ontleen ik aan deze tekst het bemoedigende feit dat er vergeving mogelijk is – tenminste, vergeving van zonde. “Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.” Er is bloed gestort en daarom kan er hoop op vergeving zijn. Vergeving, ondanks de strenge eisen van de wet, is niet in ontzettende wanhoop vergeten. Het woord vergeving betekent het wegdoen van de schuld. De zonde mag als een schuld bij God worden beschouwd, die uitgeveegd kan worden, kwijtgescholden en goedgemaakt. De zondaar, Gods schuldenaar, mag dan nooit in staat zijn deze schuld te betalen, tot het volledige bedrag, maar door vergeving kan hem de hele schuld worden kwijtgescholden. Dat is mogelijk.
Alle lof zij God, omdat de vergeving van alle zonden mogelijk is en bij Hem te verkrijgen is door het tonen van berouw. Zonden waarover geen berouw is, zijn onvergeven zonden. Als iemand zijn zonden belijdt en achterwege laat, dan zal hij vergeving vinden. God heeft het zo gezegd en Hij zal Zijn woord getrouw zijn. “Maar is er dan geen zonde”, vraagt iemand, “waar de dood voor staat?” Zeker, maar ik weet niet wat het is, ik denk ook niet dat zij die onderzoek naar deze zaak hebben gedaan, weten wat deze zonde is. Zoveel is mij duidelijk dat het doen van de zonde -welke ook- onvergeeflijk is als er geen berouw is. De man die dat doet, wordt op alle mogelijke manieren dood in zonde in een diepere en langer durende zin dan het hele menselijke ras in zijn geheel. Zo wordt hij gehard, alsof zijn geweten met een heet stuk ijzer is toegeschroeid en daarom zal hij geen genade zoeken. Maar alle manieren van zonden en godslastering van de mensen kunnen vergeven worden. Voor lust, roof, overspel, ja zelfs voor moord is er vergeving bij God, opdat Hij gevreesd mag worden. Hij is de Heere God, genadig en barmhartig, Hij wil zonden vergeven.
En deze vergeving, die mogelijk is, is volgens de Schriften compleet. Daarmee is zoveel bedoeld dat als God een mens vergeeft, Hij de zonden direct wegneemt. Hij neemt de zonde weg zonder erop terug te komen. Het is niet zo dat Hij een gedeelte van de zonde en bijbehorende straf wegneemt en de rest laat voor de zondaar voor wat het is, maar op het moment dat de zonde vergeven is, is zijn straf alsof hij die zonde nooit had gedaan. Hij is aangenomen in het huis van de Vader en omgeven met de liefde van de Vader alsof hij nooit een overtreding had begaan. Hij wordt voor God gezet als geaccepteerd en in dezelfde positie alsof hij nooit een zonde begaan had. Geloofd zij God, gelovige, omdat er in Gods boek geen enkele aanklacht tegen u is. Als u gelooft dat u vergeven bent; vergeven gebeurt niet gedeeltelijk, maar geheel. Het handschrift dat tegen u was, is uitgewist, aan het kruis van Christus genageld en kan nooit meer tegen u getuigen. Het vergeven is voor altijd.
Meer nog is dit een huidig vergeven. Het is een inbeelding van sommigen (zeer tegenstrijdig met het Evangelie) dat u geen vergeving kunt krijgen totdat u sterft. En dat u dan, op een mysterieuze wijze, in de laatste momenten van uw leven toch nog vergeving krijgt. Maar wij preken u, in de Naam van Jezus, onmiddellijke en huidige vergeving voor al uw overtredingen, directe vergeving op het moment dat een zondaar in Jezus gaat geloven; niet zoals een ziekte die geleidelijk wordt genezen en die maanden of zelfs jaren duurt tot volledige genezing volgt. Inderdaad, het kwaad van onze natuur is zo ziek en de zonde die in ons woont moet dagelijks en ieder uur gedood worden. Maar voor wat betreft uw zonden en overtredingen voor God en het veranderen van uw schuld in een rechtvaardige staat, de vergeving daarvan is geen proces dat geleidelijk verloopt. De vergeving van de zondaar gebeurt direct, zij zal aan een ieder van u gegeven worden die haar nu aanneemt en zij zal u zo bijblijven dat u het nooit meer kunt verliezen. Eenmaal vergeven, zult u voor altijd vergeven zijn en geen enkel gevolg van een zonde zal op u verhaald worden. U zult volledig en voor eeuwig vergeven zijn, zodat als het laatste oordeel aanbreekt, u rustig mag staan voor de rechterstoel en geen enkele aanklacht hoeft te vrezen. God Zelf heeft u Zijn woord gegeven en dat zal blijven staan tot in eeuwigheid, omdat Hij Zijn woord nooit zal herroepen.
Ik wil nog een opmerking hieraan toevoegen. Deze vergeving is duidelijk waarneembaar. De mens die dit krijgt, weet zeker dat hij haar ontvangen heeft. Zou hij het alleen hopen, dan zou die hoop vaak vechten met angst. Zou hij het alleen geloven, dan zou een kalmte hem kunnen overkomen, maar het te weten dat hij vergeven is, is een zekere grond voor vrede in het hart. Geloofd zij God, dat de zegeningen van het vredeverbond niet alleen afhangen van hoop en gedachte, maar dat zij zeker zijn in geloof, overtuiging en verzekering. Zie het niet direct als een veronderstelling als iemand zegt in het Woord van God te geloven. Het is Gods eigen Woord dat zegt: “Die gelooft in Christus is niet verdoemd.” Als ik in Jezus Christus geloof, dan ben ik niet verdoemd. Welk recht heb ik om hieraan te twijfelen?
Als God zegt dat ik niet verdoemd ben, dan zou het een verzinsel van mijn kant zijn om te denken van wel. Het kan geen verzinsel zijn om Gods Woord aan te nemen zoals Hij het geeft. “Oh”, zegt er iemand, “hoe gelukkig zou ik zijn als dit voor mij gold.” U heeft juist gesproken, want gezegend is hij wiens zonden vergeven zijn en zijn schuld vergeven is. Gezegend is die man, die de Heere vergeven heeft. “Maar”, zegt een ander, “ik kan nauwelijks geloven dat dit waar kan zijn voor iemand zoals ik.” U redeneert zoals de mensen doen. Weet dan dat zo hoog als de hemel boven de aarde is, zo hoog zijn Gods wegen boven de uwe verheven. Het is aan u om fouten te maken, het is aan God om ze te vergeven. U maakt fouten zoals een mens, maar God vergeeft niet als een mens, Hij vergeeft als een God, zodat we van vreugde en verwondering zingen: “Wie is een God gelijk als Gij, Die zonden en overtredingen vergeeft?”
Als u iets maakt, is het iets wat tot uw doel kan dienen, maar onze God heeft de hemel en de aarde geschapen. Als u vergeeft, is het een vergeving die past bij uw natuur en omstandigheden. Als Hij vergeeft, dan toont Hij ons de rijkdom van Zijn genade op een veel grotere schaal dan uw beperkte geweten kan bevatten. Tienduizenden zonden van de zwartste soort, zonden van een helse intensiteit, kan Hij in een ogenblik wegdoen, omdat Hij vergevingsgezind is, en rechtvaardigheid is Zijn werk. Zegt de Heere niet dat Hij geen lust heeft in onze dood, maar veel meer daarin dat wij tót Hem komen en leven? Dit is een heerlijke noot die de tekst mij ingeeft. Er is geen vergeving zonder bloedvergieten, maar er is vergeving, omdat er bloed is vergoten.
Om dichter bij de tekst te komen, zullen we meer nadruk leggen op de grote les die erin ligt, dat er namelijk nooit vergeving van zonde is zonder bloedstorting. Dit is een ontdekkende les, omdat er sommigen in deze wereld zijn die denken dat hun zonden vergeven zijn op grond van hun berouw. Het lijdt geen twijfel dat u berouw moet hebben over uw zonden. Als u God ongehoorzaam bent geweest, moet u berouw tonen. Het vlieden van de zonde is de plicht van elk mens, omdat de zonde anders geen overtreding van Gods heilige wet zou zijn. Maar u moet ook weten dat alle berouw in de wereld nog niet de kleinste zonde kan wegnemen. Al zou u slechts één zondige gedachte hebben en er de rest van uw leven berouw over hebben, dan nog zou de vlek van die zonde niet verwijderd kunnen worden door de moeite die het u gekost heeft.
Waar berouw het werk van de Geest is, zal het een kostbare gift zijn en een teken van genade, maar er is geen vergevende kracht in berouw. In een zee van berouwvolle tranen is nog niet de kracht om ook maar één zonde uit te wissen. Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. Maar anderen beweren dat, op de een of andere manier, actieve hervorming die uit berouw voortvloeit toch een doel kan bereiken. Wat als dronkenschap opgegeven kan worden en geheelonthouding de norm wordt? Wat als alle losbandigheid wordt verbannen en ingetogenheid het karakter tooit? Wat als bedriegen wordt afgezworen en integriteit volledig wordt gehandhaafd in elke overweging? Ik zeg u, het zou goed zijn, ik bid God dat dit soort hervormingen overal plaatsvinden. Toch, al zou dat gebeuren, onze zonden die al gedaan zijn, kunnen niet betaald worden door niet meer te zondigen. Vroegere overtredingen worden niet vergeven op grond van goed gedrag.
Dus zonde wordt niet vergeven door hervorming. Al zou u plotseling zo vlekkeloos als een engel worden (niet dat zoiets voor een mens mogelijk is, want hoe zou een Moor zijn huidskleur veranderen of een luipaard zijn vlekken?), uw verandering zou geen verzoening kunnen doen bij God voor de zonden die al begaan zijn in de dagen voor uw verandering. “Wat dan”, vraagt er iemand, “wat kan ik dan doen?” Er zijn sommigen die denken dat hun gebeden en de toestand van hun ziel wellicht enig effect hebben. Uw gebeden, indien zij oprecht zijn, zou ik niet graag daarvoor gebruiken. Eerder hoop ik dat er gebeden zullen zijn als blijk van een doorleefd geestelijk leven. Maar, geliefde toehoorder, er is geen kracht in het gebed om de zonde uit te wissen. Ik zal het nog sterker zeggen. Al zouden alle gebeden van alle heiligen op aarde en die in de hemel zijn samengevoegd worden, dan nog konden zij de gevolgen van een enkele zonde nog niet uitwissen. Nee, er is geen reinigende werking van het gebed. God heeft het nooit tot een reinigend middel gesteld. Het heeft zijn nut en het is zelfs een waardevol gebruik. Het is een van de voorrechten van de man die mag bidden dat het gebed aangenomen wordt, maar er zal geen enkele zonde door uitgewist worden. “Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving”, ondanks dat u bidt.
Er zijn mensen die denken dat zelfopoffering en zelfkastijding van een bijzondere orde hen kunnen vrijmaken van hun schuld. In onze kring komt men niet vaak van dit soort mensen tegen, maar toch zijn er die om hun lichaam vrij te maken van de gevolgen van de zonde hun lichaam kastijden, vasten op gezette tijden en haren kleden dragen. Sommigen gaan zelfs zo ver dat zij denken dat het zichzelf ontzeggen van wassen en het laten vervuilen van hun lichaam de beste methoden zijn om hun ziel te reinigen. Waarlijk, een vreemde inbeelding! Toch kunt u ook nu nog de Brahmanen langs de oever van de Ganges in India vinden, die hun lichaam blootstellen aan grote kwellingen en pijnen in de hoop hun zonde kwijt te raken. Welk doel wordt hiermee gediend? Zegt de Heere niet dat een gebroken hart en een verslagen geest voldoende zijn? Er staat geschreven: Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving. God eist het leven als straf op de zonde, en niets minder dan het leven, gegeven in de bloedstorting, zal voor Hem kunnen voldoen.
Zie nog eens hoe deze tekst alle bodem wegslaat onder het vertrouwen op ceremonieën, zelfs die door God zijn ingesteld. Er zijn sommigen die veronderstellen dat de doop de zonde afwast. Wat een inbeelding! De passage in de Bijbel waar zoiets zou worden geopperd, duidt niet op deze uitleg – zij heeft niet de uitleg die sommigen eraan geven. Want dezelfde apostel waarvan dit wordt gezegd, beriep zich op het feit dat hij niet wilde dopen tenzij dat de dopelingen enige waarde hechtten aan de door hem toegebrachte ceremonie. De doop is een geprezen instelling waarin de gelovige omgang met Christus heeft door Zijn dood. Het is een symbool, niet meer dan dat. Tienduizenden en miljoenen zijn gedoopt en gestorven in hun zonden. Welk voordeel is er in “het bloedeloze offer van de mis”, zoals de antichrist het noemt? Zeggen er enkelen dat het een “bloedeloos offer” is en biedt men het tegelijk aan als vergeving voor de zonde? We werpen hen de tekst tegen. “Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.” Antwoorden zij dat het bloed in het lichaam van Christus is, wij antwoorden hun dat zelfs al ware dat zo, het nog steeds niet aan de kern van de zaak voldoet. Het is namelijk zo dat zonder het vergieten van bloed, zonder bloedstorting (het bloed zoals het uit het dode lichaam komt) geen vergeving geschiedt.
En ik ga hier verder om een opmerking te maken die dit nog verder verdiept. Jezus Christus Zelf kan ons niet redden, zonder Zijn bloed. Het is een veronderstelling die alleen uit dwaasheid gemaakt kan worden, maar we moeten de vooronderstelling van dwaasheid wegnemen, als zij bevestigt dat het voorbeeld van Christus onze zonden kan wegnemen, dat het heilige leven van Jezus Christus Zijn volk in zo’n goede relatie met God heeft gebracht, dat Hij nu onze zonden en overtredingen kan vergeven. Toch niet; niet de heiligheid van Jezus, noch Zijn dood, maar het bloed van Jezus alleen, omdat er “zonder bloedstorting geen vergeving geschiedt.” Ik heb sommigen ontmoet die zo gefixeerd zijn op de tweede komst van Christus, dat zij hun gehele geloof richten op Hem in Zijn glorie. Ik geloof dat het verkeerd is om u Christus steeds voor te stellen als zittend op Zijn troon, want ook al zit Christus op Zijn troon en is Hij voor eeuwig te aanbidden en te prijzen, toch moeten wij op de Christus van het kruis zien, of we kunnen niet gered worden.
Uw geloof moet niet alleen berusten op de verheerlijkte Christus, maar juist op de gekruisigde Christus. Ik herinner me een persoon die aan deze kerk verbonden was (wellicht is deze geliefde zuster nu ook aanwezig), die voor enige tijd docente was geweest en nooit de vrede met God had ervaren, noch enige vruchten van de Geest voortgebracht. Zij zei: “Ik was in een kerk waarin ik werd geleerd om op de verheerlijkte Christus te rusten, en daar richtte ik al mijn aandacht op. Hierdoor had ik nooit enig besef van zonde en ook niet van vergeving, omdat ik de gekruisigde Christus niet kende. Ik kwam ook niet tot rust, eer ik Hem als een Bloedvergieter zag voor velen.” We zeggen het nogmaals, omdat de tekst zo belangrijk is: “Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving”, zelfs niet zonder Christus Zelf. Het is het offer dat Hij voor ons heeft gebracht; dat is het wegnemen van de zonde, dat en niets anders.
Laten we eens iets verder gaan met deze waarheid. Deze vergeving van zonde kan gevonden worden aan de voet van het kruis. Er is vergeving te krijgen door het bloed van Jezus Christus, Wiens bloed vergoten is. De straf op de zonde stelt ons schuldig tegenover God. Was die straf juist of niet? Als de wet juist was, dan moest de straf ook uitgevoerd worden. Als de straf te zwaar was of de wet niet volledig, dan zou God een fout gemaakt hebben. Maar het is spotten om te zeggen dat het zo was. De wet dus, omdat het een rechtvaardige wet was, en de straf in overeenstemming hiermee; zal God hiermee iets onrechtvaardigs doen? Het zou onrechtvaardig van Hem zijn om de straf niet uit te voeren. Zou u van Hem willen dat Hij onrechtvaardig is? Hij had verklaard dat de ziel die zondigt moest sterven, zou u God tot een leugenaar willen maken? Zal Hij Zijn woorden moeten terugnemen om Zijn schepselen te redden? Laat God waarheid zijn en ieder mens een leugenaar.
De straf moet uitgevoerd worden. Het was onontkoombaar dat wanneer God het voorrecht van Zijn heiligheid staande zou houden, Hij de zonde die de mens deed moest bestraffen. Hoe kon Hij ons dan redden? Let op het plan! Zijn dierbare Zoon, de Heere der heerlijkheid, heeft de menselijke natuur op Zich genomen, om Plaatsvervanger te worden voor zovelen als de Vader Hem gegeven heeft. Hij staat voor hen in de plaats en als de straf van de rechtvaardigheid wordt uitgesproken, het zwaard van de wraak uit de schede wordt getrokken, zie dan hoe de Plaatsvervanger Zijn arm uitstrekt en zegt: “Sla, o zwaard, maar sla Mij en laat Mijn volk gaan.” Tot in de ziel van Jezus slaat het zwaard en Zijn bloed werd gestort, het bloed van Een Die niet alleen mens was, maar Die in Zijn wezen ook een eeuwige Geest had, Hij was in staat om Zichzelf te offeren zonder zonde voor God, op een zodanige wijze dat het oneindig nut had ter vergeving der zonden. Hij, door de eeuwige Geest, zo wordt ons verteld, heeft Zich vlekkeloos voor God geofferd. In Zijn eigen natuur stond Hij oneindig ver van de mens vandaan, maar tegelijkertijd bezat Hij alle eigenschappen van de menselijke natuur zoals zij in Hem waren. Door Zijn majesteitelijke Persoon was Hij ook in staat om verzoening voor God te doen, van oneindige, grenzeloze en ondenkbare voldoening.
Wat onze Heere geleden heeft, kan niemand van ons zich indenken. Hier ben ik zeker van: Ik zou Zijn lichamelijk lijden niet afzwakken of de kwellingen die Zijn lichaam moest ondergaan onderschatten. Tegelijkertijd ben ik er zeker van dat we niet kunnen overdrijven of overschatten: de kwellingen waaraan Zijn ziel is blootgesteld, gaan alle inlevingsgevoel te boven. Zo puur en zo volmaakt, zo uitzonderlijk gevoelig en zo oneindig heilig was Hij, dat het onder de overtreders gerekend te worden, verworpen te worden door Zijn Vader, te sterven (zal ik het zeggen?) de dood van de vervloekten door de hand van vreemdelingen, de werkelijke bitterheid van Zijn lijden was, het lijden van de pijn, Hem allemaal niet teveel was. Toch had de Vader er een welbehagen in om Hem te verbrijzelen. Ook is de werkzaamheid ervan oneindig en voortdurend. Juist daarom is God in staat om te vergeven. Hij heeft de schuld op Christus laten komen, zo is het zowel rechtvaardig als genadig dat God de zonden uitwist die Hij heeft laten betalen.
Het zou onjuist zijn, -ik zeg het met eerbied, maar ook met heilige vrijmoedigheid- het zou onjuist zijn van de kant van de oneindige Majesteit, om mij te bestraffen voor een van mijn zonden, die al door een Ander zijn gedragen. Wie zal weer een rechtspraak tegen mij aanspannen voor een zonde als ik al veroordeeld ben in de persoon van de Zaligmaker? Wie zal mij tot de vlammen veroordelen, als Christus, mijn Middelaar, de verschrikkingen van de hel op Zich heeft genomen? Wie zal iets tegen mij kunnen inbrengen, als de schuld al op Christus is gelegd, Hij voor hen heeft betaald en geboet en betaling voor hen heeft ontvangen, doordat Hij is opgestaan uit de doden. Daarom kan Hij mij rechtvaardigen, door welke genade ik mijzelf tot die schare kan rekenen.
Dit is allemaal erg simpel en in een notendop verteld, maar ontvangen wij dit allemaal – hebben wij het allemaal al aangenomen? Toehoorders, de tekst is vol waarschuwingen voor sommigen onder u. U mag dan wel een respectabele positie bezitten, een uitstekend karakter en een serieuze inslag, maar u aarzelt om Christus aan te nemen, u stoot tegen deze steen des aanstoots, u splijt de rots. Hoe kan ik uw ongelukkige zaak tegemoetkomen? Ik zal niet met u redeneren. Ik houd mij er verre van om met u in discussie te treden. Ik stel u slechts een vraag. Gelooft u dat de Bijbel het van God geïnspireerde Woord is? Kijk dan eens naar deze passage: “Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.” Wat zegt u nu? Is het niet helder, absoluut en eensluidend? Sta mij toe een conclusie te trekken. Als u geen interesse in de bloedstorting heeft, die ik zo-even getracht heb te beschrijven, is er dan enige vergeving voor u? Kan die er zijn? Uw zonden zijn nu op uw eigen hoofd.
Zij zullen van uw hand geëist worden bij de komst van de grote Rechter. U mag werken, zwoegen, u kunt ernstig zijn in uw overtuiging en stil in uw geweten of aangevochten worden door uw twijfels, maar zolang de Heere leeft is er geen vergeving voor u dan door dit bloedvergieten. Wijst u het af? Uw lot ligt in uw eigen handen! God heeft gesproken. U kunt niet zeggen dat uw puinhopen door Hem zijn gecreëerd, als uw medicijn door Hem aan u wordt ontdekt. Hij vraagt u de weg te nemen die Hij u aanwijst, en als u die afwijst moet u sterven. Uw dood is zelfmoord, opzettelijk, per ongeluk of door een inschattingsfout. Uw bloed zij op uw eigen hoofd. U bent gewaarschuwd.
Aan de andere kant, wat geeft deze tekst ons een vérstrekkende verzekering! “Zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving”, maar waar de bloedstorting is, daar is vergeving. Als u door Christus bent gekomen, dan bent u gered. Als u vanuit uw hart kunt zeggen.
My faith doth lay her hand
On that dear head of Thine,
While like a penitent I stand,
And here confess my sin.
dan is uw zonde verdwenen. Waar is die jongeman, waar is dat meisje? Waar zijn al die angstige harten die maar zeiden: “Maar zouden we dan nu vergeven zijn?” O kijk, kijk, kijk dan naar de gekruisigde Zaligmaker en u bent vergeven. U mag uw eigen weg gaan, zodra u Gods verzoening hebt aangenomen. Dochter, wees verheugd, want uw tranen zijn u afgewist. Zoon, wees blij, want uw overtredingen zijn uitgedelgd.
Mijn laatste woord is het volgende. U die de leraars wil zijn van de anderen, houd u vast aan deze leer. Laat dit het belangrijkste zijn van wat u te vertellen hebt. Ik preek dit erg vaak, maar er is geen zondag waarop ik zo voldaan naar bed ga, als wanneer ik het verzoenend offer van Christus heb gepreekt. Dan voel ik: “Als zondaren verloren gaan dan heb ik geen bloed op mij.” Dit is een zielsreddende leer, grijp die dan vast en u heeft beslag gelegd op het eeuwige leven; wijst u het af, dan zal het tegen u getuigen. Maarten Luther zei dat iedere preek moest vertellen van de rechtvaardigmaking door het geloof. Waar, maar laat er ook het offer van verzoening in voorkomen. Hij zei dat hij de leer van de rechtvaardigmaking maar niet in de hoofden van de Wittenbergers kreeg. Hij stond soms op het punt een boek van de kansel te smijten om de leer maar naar binnen te krijgen. Ik ben bang dat ook dat niet tot resultaat heeft geleid. Maar o, hoe graag zou ik keer op keer op deze nagel willen slaan: “Het bloed is het leven.” “Als Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan.”
Christus, Die Zijn leven opgaf door Zijn bloed te storten, dat alleen kan u vergeving schenken en vrede voor elk van u die op Hem ziet. Vergeving, complete vergeving, voor eeuwig vergeven. Zie niet meer op andere dingen waar u eens uw vertrouwen op stelde en vertrouw op het lijden en sterven van de opgestane God, Die in de hemel zit, en Die ook vandaag leeft en voor Zijn Vaders troon pleit op de kracht en werkzaamheid van het bloed dat Hij op Golgotha heeft vergoten voor zondaren. Als ik u zal ontmoeten op die grote dag als de Gekruisigde zal komen als Koning en Heere van allen, die dag komt haastig, dan vraag ik u nu van mij te getuigen dat ik u op zo eenvoudig mogelijke wijze heb geprobeerd te vertellen hoe u zalig kunt worden. Als u dat weigert, vraag ik u of u wilt zeggen dat ik u het Evangelie heb aangereikt in de Naam van de Heere en dat ik u ernstig heb gemaand dit aan te nemen, zodat u gered zou zijn. Het liefst echter zou ik u daar ontmoeten, allen gekleed door de verzoening met een kleed van gerechtigheid en aangenomen in de ene Zaligmaker. Dan zullen we samen zingen: “Waardig is het Lam, Dat was geslagen en Dat ons tot God heeft verlost door Zijn bloed, om te ontvangen de lof, en de heerlijkheid, en de dankzegging, en de eer, en de kracht, en de sterkte tot in alle eeuwigheid.”
Amen.