Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs. Hebreeën 10:22
Terecht wordt er wel gezegd: ‘Niets is gemakkelijker dan te twijfelen. Een mens met een matig inzicht en weinig kennis kan meer twijfelen dan de wijste mensen kunnen geloven.’ Geloof vereist kennis, want het is een genade die met ons verstand te maken heeft; het geloof kan beargumenteerd worden; maar het ongeloof behoeft geen redenen aan te voeren voor haar twijfel; een uitdagende houding en een snoevende toon zijn al voldoende. Het toppunt van ongeloof is niets te weten. Wat is dit anders dan de verheerlijking van onwetendheid? Een mens kan zomaar, zonder zich daarvan bewust te zijn, afglijden tot agnosticisme en zich daar lusteloos aan overgeven. Geloven betekent echter leven. Zij die denken dat geloven een kinderachtige zaak is, hebben nog een lange weg tot volwassenheid te gaan voordat ze in staat zullen zijn hun eigen theorie te beproeven. Het geloof moet gebaseerd zijn op een actieve betrokkenheid bij het Woord van God. We stellen dan ook dat ieder oprecht mens zelf de Bijbel moet lezen. Als we een boek, dat beweert de openbaring van God te bevatten, beoordelen aan de hand van wat anderen daarvan zeggen, wie dat dan ook mogen zijn, handelen we onwaardig. Informatie uit de tweede hand mist zekerheid en levendigheid; eigen onderzoek is veel bevredigender en heilzamer. Veel andere boeken worden door hun lezers geprezen, maar we zijn nog nooit een boek tegengekomen dat met zo’n groot enthousiasme en grote genegenheid wordt aanbevolen als de Bijbel; ook hebben we nog nooit van een boek gehoord, waarin zoveel levensvragen aan de orde worden gesteld.