Laten wij terugkeren tot dat majestueuze Schriftwoord: ”Deze heeft God door Zijn rechterhand verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker, om Irsaël te geven bekering en vergeving der zonden .” Onze Heere Jezus Christus is opgevaren, zodat genade tot ons zou kunnen neerdalen. Zijn heerlijkheid werd gebruikt, om een ruimere loop te geven aan Zijn genade. De Heere heeft geen stap opwaarts gedaan dan met het doel om de gelovige zondaren met Zich op te voeren. Hij is verhoogd om bekering te geven, en dit zullen wij merken, nadat wij ons enige grote waarheden herinnerd zullen hebben. Het werk dat de Heere Jezus gedaan heeft, heeft bekering mogelijk, geldend en aannemelijk gemaakt. De wet maakt geen melding van bekering, maar zegt duidelijk: “De ziel die zondigt, zal sterven.” Als de Heere Jezus niet gestorven was, als Hij niet wederom opgestaan was van de doden en tot de Vader was gegaan, wat zou onze bekering dan waard zijn?
Wij zouden het berouw met al zijn verschrikkingen hebben kunnen voelen, maar nooit de bekering van de zonde hebben gekend met de hoop, die er uit voortvloeit. Berouw, als een natuurlijke gewaarwording, is een gans gewone plicht, die geen grote lof verdient: ja het is over het algemeen zo zeer vermengd met een zelfzuchtige vrees voor straf, dat men, met hoeveel vriendelijke welwillendheid men het ook beschouwt, het toch op geen zeer hoge prijs kan stellen. Als Jezus geen schat van verdiensten had gewerkt en in de weegschaal had gelegd, dan zouden onze tranen van berouw even als water zijn, dat op de grond wordt uitgestort. Jezus is verhoogd, zodat door de kracht van Zijn voorbede het berouw een plaats kan vinden voor God. In dit opzicht geeft Hij ons berouw, omdat Hij dat berouw aannemelijk maakt, daar het zonder Zijn tussenkomst niet aannemelijk zou kunnen zijn.
Nadat Jezus verhoogd was, is de Geest Gods uitgestort geworden om in ons alle nodige genade te werken. De Heilige Geest schept berouw in ons door ons te vernieuwen en door het stenen hart uit ons vlees weg te nemen. Ach, probeer niet om het onmogelijke te beproeven, om uiteindelijk tranen te kunnen storten. Het berouw over de zonde komt niet voort uit een onwillige natuur, maar uit vrije en vrijmachtige genade. Ga niet in uw binnenkamer om u op de borst te slaan om zo uit uw stenen hart gevoelens te voorschijn te brengen, die daar niet in aanwezig zijn. Ga naar Golgotha, en zie hoe Jezus gestorven is. Zie op naar de bergen vanwaar uw hulp komt. De Heilige Geest is gekomen met het doel om de geest van mensen te overschaduwen en berouw in hen te doen geboren worden, evenals Hij eens over de chaos heeft gezweefd om orde te doen ontstaan. Zend de bede op tot Hem: “Gezegende Geest, woon in mij. Maak mij teder en nederig van hart, zodat ik de zonde mag haten en er een ongeveinsd berouw over mag hebben.” Uw geroep zal tot Zijn oren komen, en Hij zal u verhoren.
En bedenk ook, dat, toen de Heere Jezus verhoogd was, Hij niet alleen bekering heeft gegeven door de Heilige Geest te zenden, maar door al de werkingen van de natuur en van de voorzienigheid toe te wijden aan het grote doel van onze zaligheid, zodat wij ook daardoor tot bekering kunnen geroepen worden, hetzij die werkingen zich openbaren in hanengekraai als voor Petrus, of in het openen van de gevangenisdeuren door een aardbeving als voor de stokbewaarder. Van Zijn plaats aan Gods rechterhand bestuurt de Heere Jezus alle dingen hier beneden, en doet ze alle medewerken voor de zaligheid van Zijn verlosten. Hij gebruikt het bittere en het zoete, de beproeving en de vreugde, om in de zondaren een betere gezindheid te wekken tegenover God. Wees dankbaar voor Gods bestuur, waardoor u arm, of krank, of beproefd bent geworden; want door dat alles werkt Jezus het leven in uw geest en trekt Hij u tot Zich. De barmhartigheid van de Heere vertoont zich zeer dikwijls aan ons oog in de donkere gestalte van de beproeving. Jezus gebruikt onze gehele ervaring, om ons los te maken van de aarde en ons te winnen voor de hemel. Christus is verhoogd op de troon van hemel en aarde, teneinde door alle de werkingen van Zijn voorzienigheid onze weerstrevende harten te onderwerpen, en ze onder de verzachtende invloed van de bekering te brengen.
En bovendien werkt Hij ook nog door al de fluisteringen in het geweten, door Zijn van de Heilige Geest ingegeven Boek, alsmede door biddende vrienden en liefhebbende, ernstige harten. Hij kan u een woord zenden, dat uw rotsachtig hart slaat als met de staf van Mozes, zodat er stromen van berouw over de zonde uit voortkomen. Hij kan u een treffend Schriftwoord voor de geest brengen, dat uw hart verbreekt en u zeer spoedig zal verwinnen. Hij kan u op verborgene wijze vertederen en een heilige gezindheid in u brengen, in een tijd waarop u dit het minst verwacht. Wees er zeker van, dat Hij, die is ingegaan tot Zijn heerlijkheid, die verhoogd is tot al de glans van de majesteit Gods, overvloedige wegen en middelen bezit om bekering en berouw te werken in hen, aan wie Hij vergiffenis heeft geschonken. Hij is thans bereid, Hij wacht om u bekering te geven. Vraag hem slechts om die genade.
Merk op tot uw vertroosting, dat de Heere Jezus die bekering schenkt aan mensen, van wie men dit volstrekt niet zou denken. Hij is verhoogd om bekering te geven aan Israël. Aan Israël! In de dagen toen de apostelen aldus spraken, was Israël het volk, dat op de meest grove wijze gezondigd had tegen licht en liefde, en zijn snoodheid had gekroond door de Heere te kruisigen, terwijl het durfde uitroepen: “Zijn bloed kome over ons en onze kinderen.” Ach! Zij waren de moordenaars van Jezus; en toch is Hij verhoogd om hun bekering te geven. Wat een wonder van genade! Luister dan. Als u opgegroeid bent te midden van het helderste licht van het christendom, en u hebt dat licht verworpen, dan is er toch nog hoop voor u. Als u gezondigd hebt tegen uw geweten en tegen de Heilige Geest, en tegen Jezus’ liefde, dan is er toch nog plaats voor bekering. Al was u zo hard als het ongelovige Israël van ouds, dan kan er toch vertedering over u komen, omdat Jezus verhoogd is en met een onbeperkte macht is bekleed. Voor hen die het verst gegaan zijn in de ongerechtigheid, en onder bijzonder bezwarende omstandigheden hebben gezondigd, is de Heere Jezus verhoogd, teneinde hun bekering en vergeving van zonden te geven. Het is voor mij een zalig voorrecht om zo’n vol evangelie te mogen verkondigen! Heerlijk is uw voorrecht om het te mogen horen!
Het hart van de kinderen Israels was zo hard geworden als graniet. Luther dacht dat het ónmogelijk was om een Jood te bekeren. Verre zij het van ons om het hierin eens met hem te zijn, en toch moeten wij erkennen, dat het zaad Israels gedurende al deze eeuwen uitermate hardnekkig is geweest in hun verwerping van de Zaligmaker. In waarheid heeft de Heere gezegd: “Israël heeft Mijner niet gewild.” “Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen.” Toch is de Heere Jezus ten behoeve van Israël verhoogd om hun bekering en vergeving van zonde te geven. Mijn lezer is waarschijnlijk uit de volken; maar toch kan hij een hard en weerstrevend hart hebben, dat de Heere Jezus gedurende vele jaren heeft weerstaan; en toch kan de Heere ook in hem bekering werken. Het zou wel kunnen zijn dat u nog gedrongen werd om te schrijven, zoals William Hone schreef nadat hij zich had laten buigen door de goddelijke liefde. Hij was de schrijver van een zeer boeiend en treffend werk, getiteld: “Het boek voor iedere dag”; maar te voren was hij een zeer stoutmoedige ongelovige geweest. Toen hij onder de macht van Gods genade was gekomen, schreef hij:
“Het meest van snode trotsheid kloppend hart Is,
Heer, in mij door Uw kracht verbroken;
De wildste wil, die d’Uwen heeft getart.
En U, gelijk uw vijand heeft doorstoken.
Werd omgebogen en met U vereend.
Uw wil — is ’t nu — en niet de mijn, geschiede!
‘k Ben thans Uw vlees, en been van Uw gebeent;
Mijn Heer en God ! Wiens Woord mij thans gebiede;
Want roemend in uw kruis stel ik mij U tot knecht
Terwijl mijn hart aan U door dankb’re min zich hecht.“
De Heere kan bekering geven aan hen, voor wie men dat het aller onwaarschijnlijkst acht. Hij verandert leeuwen in lammeren en raven in duiven. Laat ons Hem zoeken, zodat deze grote verandering in ons wordt gewerkt. Gewis, de beschouwing van Christus’ dood is het zekerste en snelste middel om bekering in ons geboren te doen worden. Probeer niet om die bekering uit de verdroogde bron van uw verdorven natuur te doen voortkomen. Het druist in tegen alle wetten van de geest om te denken, dat u uw ziel tot die genadestaat kunt dwingen. Breng uw hart in het gebed tot Hem die het kent en verstaat, en zeg: “Heere, reinig het; Heere, vernieuw het; Heere, werk bekering in mij.”
Hoe meer u probeert gewaarwordingen van berouw bij u op te wekken, hoe meer u teleurgesteld zult zijn. Maar als u met geloof denkt aan Jezus die voor u stierf, dan zullen bekering en berouw van zelf in uw hart komen. Denk erover na, dat de Heere uit liefde voor u Zijn hartebloed heeft gestort. Stel u zich Zijn doodstrijd voor, het bloedige zweet, het kruis, het lijden; en terwijl u dit doet, zal Hij, die al deze smarten heeft geleden, u aanzien, en met die blik zal Hij voor u doen wat Hij voor Petrus gedaan heeft, zodat ook u naar buiten zult gaan bitterlijk wenende. Hij, die voor u is gestorven, kan door Zijn Geest u doen sterven aan de zonde; en Hij, die voor u is ingegaan tot de heerlijkheid, kan uw ziel tot zich trekken; kan haar afwenden van het kwaad en zich doen wenden tot de heiligheid.
Het is voor mij genoeg om deze ene gedachte in u te doen verblijven: kijk niet onder het ijs om vuur te vinden, en evenmin moet u hopen bekering, dat is berouw over uw zonden, te vinden in een natuurlijk hart. Zie op tot de Levende om leven te vinden. Zie op tot Jezus voor alles wat u nodig hebt tussen de poort van de hel en de poort van de hemel. Zoek nooit elders naar iets, wat Jezus zo graag geeft; herinner u steeds, dat: CHRISTUS ALLES IS.