En op den laatsten dag, zijnde de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Johannes 7:37
Deze woorden spreekt Jezus ook vandaag tot ons allemaal. Ik geef je te drinken, Ik les je dorst. Kom tot Mij. Hij dringt ons het water niet op, maar Hij wacht tot wij zelf besluiten om te gaan drinken. Hoe groot moet het geduld van de Heere wel zijn? Zo verdraagt Hij sommigen onder ons al jaren, ondanks zonden en ondanks de opstandigheid die wij soms tonen. Zo zou dat niet mogen zijn. Dat is niet de bedoeling. Het water blijft aanwezig, maar denk niet dat onze weerstand tegen de Geest geen effect heeft. De Geest van God is lankmoedig en vol liefde, eenvoudig als een duif, maar even zo goed vliegt een duif snel bij ons weg als deze met hardheid en weerstand wordt bejegend. En zeg niet dat jij zo nooit bezig bent, en dat die hardheid misschien wel bij anderen woont, maar zeker niet bij jou. ‘Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen.’ Het is dan eigenlijk een enorm wonder dat wij iedere dag weer het voorrecht hebben om van God te mogen genieten en dat wij ons mogen koesteren in Zijn liefde.
Wat ook blijkt uit deze woorden is de ontferming die Jezus voor ons voelt. Toen Jezus de Joden uitnodigde om vrijelijk bij Hem te drinken sprak Hij deze woorden uit met grote tederheid. Eigenlijk was het haast een smeekbede om ons aan te moedigen ons weer met God te verzoenen. Hoe diep is de liefde die weent over de zondaars en de verloren schapen. Maar dat is precies de liefde die Jezus ons komt brengen. Hij kijkt naar ons en beschermt ons zoals een moeder dat ook bij haar kinderen doet. En als Jezus ons dan zo’n bijzondere uitnodiging geeft om bij Hem te komen drinken, waarom zouden wij Hem dan laten staan, alsof Zijn woorden geen enkele waarde hebben en waarom zouden we niet vol enthousiasme naar Hem toe rennen? De voorraad leven gevend water die Jezus heeft is onuitputtelijk. Zijn watertoren raakt nooit leeg en zit vol met genade. Alles wat een mens nodig heeft om de dorst van zijn ziel te lessen, kan hem door Jezus gegeven worden. Jezus kalmeert onze gehavende zenuwen. Hij geeft ons geweten rust, voedt ons met de waarheid en Hij geneest en sterkt onze uitgehongerde zielen.
Heb je dorst? Dan ben je welkom. Ieder dorstig mens is welkom. Je hoeft er niet goed voor te zijn, of bijzonder. Je eigen goedheid is niet goed genoeg. Die valt volledig in het niet bij de goedheid van God. Je hebt tenslotte geen gouden beker nodig om water naar een dorstige te brengen. De enige voorwaarde die Jezus ons stelt is dat wij naar Hem dorsten en dan de moeite nemen om Hem om het water te vragen. Jezus nodigt ons niet uit omdat Hij in ons zoveel goeds ziet, want bij Hem is geen aanzien des persoons. Dit is een belangrijk punt, dat helaas niet door iedereen begrepen wordt. Je komt niet naar een idee, of naar een religie, maar je komt naar een Persoon. Je sluit je niet aan bij een speciale leer, maar je verbindt je met Jezus, de Zaligmaker, die Zijn leven voor ons aflegde opdat wij mogen leven. Hij, de opgestane Heiland, de enige Ster der hoop.