19 Laat hen zich niet verblijden over mij, die mij om valse oorzaken vijanden zijn; noch wenken met de ogen, die mij zonder oorzaak haten. 20 Want zij spreken niet van vrede, maar zij bedenken bedriegelijke zaken tegen de stillen in het land. 21 En zij sperren hun mond wijd op tegen mij; zij zeggen: Ha, ha, ons oog heeft het gezien! 22 HEERE! Gij hebt het gezien, zwijg niet; HEERE! wees niet verre van mij. 23 Ontwaak en word wakker tot mijn recht; mijn God en HEERE! tot mijn twistzaak. 24 Doe mij recht naar Uw gerechtigheid, HEERE, mijn God! en laat hen zich over mij niet verblijden. 25 Laat hen niet zeggen in hun hart: Heah, onze ziel! laat hen niet zeggen: Wij hebben hem verslonden! 26 Laat hen beschaamd en te zamen schaamrood worden, die zich in mijn kwaad verblijden; laat hen met schaamte en schande bekleed worden, die zich tegen mij groot maken. 27 Laat hen vrolijk zingen en verblijd zijn, die lust hebben tot mijn gerechtigheid; en laat hen geduriglijk zeggen: Groot gemaakt zij de HEERE, Die lust heeft tot den vrede Zijns knechts! 28 Zo zal mijn tong vermelden Uw gerechtigheid, en Uw lof den gansen dag.
David was een normale burger, maar zijn tegenstanders spanden zich in om van hem een opstandeling te maken. Hij kon niets goed doen, al zijn activiteiten werden verkeerd voorgesteld. Het is een oude truc van de vijand om rechtschapen mensen te brandmerken als oproerkraaiers, hoewel ze nooit een vlieg kwaad doen. Als men kwaad in de zin heeft, is het kwaad gauw gemaakt. Gewetenloze partijgangers konden Jezus er zelfs van beschuldigen dat Hij de keizer wilde afzetten. Hoeveel te meer zullen zij Zijn huisgenoten op dezelfde manier beschuldigen!
Onze hemelse Vader kent al ons verdriet. Dat is een troost. De alwetendheid is de kaarsvlam van de heilige, die nooit uitgaat. Een vader zal het niet verdragen, zijn kind lang mishandeld te zien worden. Zal God Zijn eigen uitverkorenen niet wreken? Berisp Uw vijanden en de mijne, o Heere. Een enkel woord zal genoeg zijn. Zuiver mijn persoon, troost mijn hart. Wandel met mij door de oven. Sta mij aan de schandpaal ter zijde. De heerlijke aanwezigheid van God is de goddelijke hartversterking voor de vervolgden; Zijn smartelijke afwezigheid zou hun diepste verdriet zijn. David stelt vast dat hij dichtbij zijn God is, hij houdt Hem vast met beide handen; hij laat zijn zaak over aan de rechtvaardige Rechter. Hij smeekt erom dat het geding zal worden aangespannen, gehoord, beslist, en dat het vonnis zal worden geveld. Het is goed voor iemand als zijn geweten zo zuiver is dat hij zo’n oproep durft te doen.
Wat is het eeuwige resultaat van alle koortsige en listige ondernemingen van de vijanden van de Heere? God zal ze een toontje lager doen zingen, ook al ‘maken zij zich groot’. Hij zal hen beschaamd doen staan vanwege de schande die zij Zijn volk aandeden, hen in verwarring brengen omdat ze verwarring zaaiden, hun dure kleding uittrekken en hun een smadelijk bedelaarskostuum geven, en al hun vreugde veranderen in geween en gejammer, en tandengeknars. Waarlijk, de heiligen kunnen het zich veroorloven te wachten.
David wilde dat de Heere degenen die hem geen actieve hulp konden verlenen, maar hem in hun hart steunden, zeer overvloedig beloonde. Mensen met een teder hart hebben heel wat achter de hand door de goede wensen en gebeden van het volk van de Heere. Jezus prijst ook degenen wier hart Zijn zaak steunt. De dag komt waarop overwinningskreten zullen worden aangeheven door allen die aan Christus’ kant staan, want de kansen van de slag zullen keren en de vijanden van de waarheid zullen verslagen worden. Hij wilde hun blijdschap doen bijdragen aan de goddelijke eer; zij moeten niet tot eer van David juichen, maar tot eer van Jehova. Zulke toejuichingen kunnen met recht door tijd en eeuwigheid heen worden volgehouden. Onophoudelijke lofprijzing wordt gericht aan de rechtvaardige en genadige God. Van de morgen tot de avond zal de dankbare tong praten en zingen, en God verheerlijken. O, dat wij allemaal zo’n vastberadenheid tentoon zouden spreiden!
Overweging:
Wees in de onschuld van uw werken bereid God de hele dag te prijzen.