Oh, wilde u Christus maar aannemen. Ik voel mij als die lieve kleine meid die op sterven ligt, als zij nog niet is heengegaan. Ze stuurde een briefje in potlood geschreven naar haar predikant dat werd afgeleverd tijdens de gebedsbijeenkomst. “Een kleine gelovige in Christus, negen jaar oud, vraagt of de mensen voor haar vader willen bidden, want hij is een ongelovige.” Ze werd bezocht door haar prediker en zij zei tegen hem: “O mijnheer, ik heb vader vaak gevraagd om naar u te komen luisteren, ik hoopte dat hij gered zou worden, maar hij spot ermee en wil niet komen, maar mijnheer, op een dag moet hij u wel horen prediken en dat zal zijn op de dag dat ik begraven zal worden, want ik zal binnenkort bij Jezus zijn. O, meneer, als hij bij het graf staat, moet u hem zeker vertellen over de liefde van Christus en u moet hem ook zeggen dat ik u vroeg om dat te doen, want misschien dat mijn dood wel eens zou kunnen helpen om zijn hart te breken.” Oh lezer! Als iets uw hart zou breken, dan zou dat genade zijn wanneer dit gebeurde. Wanneer deze prediker zou sterven, wanneer zijn teraardebestelling in het graf u naar de Heiland kon brengen, was het een goedkope prijs voor hem om te betalen. Hij wil niets liever dan dat God u zal redden; moge Zijn Heilige Geest u vernieuwen; moge de Heiland u in Zijn kostbare bloed wassen; dan zal ik zeer dankbaar zijn.