Ik wil iedere man uitdagen om jaar na jaar een grote gemeente bijeen te houden, met een ander onderwerp dan Jezus Christus. Hij zou het een tijdje kunnen volhouden; hij zou het oor kunnen betoveren met wetenschappelijke ontdekkingen, of met de schoonheid van poëzie. Hij kan een grote mate van welsprekendheid bezitten waarmee hij een menigte zal aantrekken die jeukende oren heeft, maar de hoorders zouden zich na verloop van tijd van hem afkeren en zeggen: “Dit kunnen wij niet langer verdragen, we weten het nu allemaal wel.” Alle muziek wordt op den duur vermoeiend, behalve die uit de hemel. Wanneer de minstreel1 de hemelse harp aanraakt, ofschoon hij slechts arm en ongeschoold is om het uiterste uit dit Goddelijk instrument te halen, zal de melodie van Jezus Naam en de zoete harmonie van al Zijn weldaden en eigenschappen, zijn luisteraars innemen en hun harten aanmoedigen zoals niets anders dat kan doen. Het thema van de liefde van Jezus is onuitputtelijk, hoewel predikers er eeuw na eeuw bij hebben stilgestaan, heeft het nog steeds dezelfde frisheid en volheid.