Hoe waardevol zou het licht voor u zijn als u uzelf in een van die gevangenissen zou begeven die we in Venetië hebben gezien, diep onder het waterniveau, met kronkelige gangen, waar zelfs het kleinste lichtstraaltje de gevangene niet kon bereiken. De gevangene die er zat voelde alleen de muur, maar kon niets zien. Salomo zegt, “het licht is zoet en het is den ogen goed de zon te aanschouwen (zie Prediker 11:7).” Welnu, de ziel heeft van nature geen licht, geen echt licht, geen hemels licht wat Jezus schenkt. Als een ziel er eenmaal toe is gebracht om zijn schuldgevoel te voelen, wordt hij in de gevangenis opgesloten totdat Christus het licht brengt in de duisternis van zijn ontzetting. Er is geen hoop voor een veroordeelde ziel totdat Jezus Zijn verzoenend bloed toont. Er is geen duidelijke kennis van de weg der zaligheid totdat Christus het licht van de kennis van de glorie van God in zijn gezicht laat schijnen. U, die van Hem houdt, weet welke helderheid Hij u heeft gegeven, welk licht u eens zo duistere ziel heeft bestraald sinds u Hem kent. Uw hart heeft gelachen van vreugde omdat Hij u uit de gevangenis heeft gehaald om u in vreugde te verheugen in het licht van Zijn gelaat.