Het is in het gymnasium van verdrukking dat mensen werden gesticht en gevormd in de schoonheid van heiligheid, hierin is al hun geestelijke kracht geoefend voor een harmonieus werk. Zij moesten lijden ontmoeten om hun dienst te volbrengen. Net als hun Heere moesten zij hun werk voltooien door te lijden; en als ze niet hadden geleden, hadden zij het werk dat Hij hen had gegeven niet afgemaakt. Ze hadden verdrukking nodig, zodat zij zouden worden als hun Verlosser; hoe kan een heilige die nooit beproefd is geweest, worden als de Man die de doornenkroon droeg? Nooit geslagen, nooit belasterd, nooit veracht, nooit bespot, nooit gekruisigd, hoe zouden we ooit als ons Hoofd kunnen zijn? Zal de dienaar boven zijn Meester zijn, of de discipel boven zijn Heere? Zij die in de hemel zijn, zijn door verdrukking binnengegaan en zij hadden het net zo hard nodig als wij. Laten we aan dit alles denken, want het kan ons aanmoedigen om voorwaarts te gaan. Het waren strijders van dezelfde orde als wij zijn, en door dezelfde beproevingen verkregen ze de eer die ze nu dragen.