Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd. Handelingen 8:37
Deze woorden bevatten het antwoord, waarde lezers op uw bezwaren aangaande de verordeningen des heils. Misschien zegt gij: “ik zou bevreesd zijn mij te laten dopen; het is zulk een ernstige zaak, van Mij zelf te belijden dat ik met Christus gestorven en met Hem begraven ben; ik zou geen vrijmoedigheid hebben aan ‘s Meesters tafel aan te zitten; ik zou bevreesd zijn mijzelf een oordeel te eten en te drinken, niet onderscheidende het lichaam des Heeren.” O! gij arme bevende, Jezus verleent u de vrijheid, vrees derhalve niet. Als een vreemde bij u aan huis kwam, zo zou hij aan de deur blijven staan; het zou niet in hem opkomen zich in de huiskamer in te dringen, hij is niet thuis; uw kind echter beweegt zich vrij door geheel het huis, en zo is het ook met het kind Gods. Een vreemde mag zich niet indringen, waar een kind zich wagen mag. Waar de Heilige Geest u het bewustzijn van de geest van de aanneming tot kinderen schenkt, daar mag gij met vrijmoedigheid tot de Christelijke heilsverordeningen naderen. Dezelfde regel geldt ook voor de Christens inwendige voorrechten. Gij meent, arme zoekende ziel, dat gij u niet mag verheugen met onuitsprekelijke, heerlijke vreugde; zo gij maar bij Christus binnen de deur wordt toegelaten, of onderaan zijn tafel mag zitten, dan zou gij al zeer voldaan zijn. Maar o! gij zult geen mindere voorrechten hebben dan de voornaamste. God maakt geen onderscheid in zijn liefde jegens zijn kinderen. Een kind is bij Hem een kind; Hij zal hem nooit tot een huurling maken; maar het gemeste kalf zal voor hem worden geslacht, en het gezang en het gerei voor hem worden vernomen, als was hij nimmer verloren geweest. Waar Jezus in het hart komt, vaardigt Hij een algemene oproeping uit om in de Heere ons te verblijden. Geen ketens worden er getorst in het paleis van Koning Jezus. Wij worden langzaam, maar zeker toegelaten tot het volle genot van onze voorrechten. Misschien zegt onze lezer: “Ik wenste dat ik de beloften genieten kon, en vrij wandelen mocht in mijns Heeren getuigenissen.” “Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het u geoorloofd.” Ontbind de ketens van uw hals, o gevangene dochter, want Jezus bevrijdt u.