Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Hij deed het met zijn gehele hart en had voorspoed. 2 Kronieken 31:21
Dit is niets ongewoons; het is de algemene regel van de zedelijke wereldorde, dat zij, die hun werk met hun gehele hart doen, voorspoedig zijn, terwijl zij, die met hun halve hart aan de arbeid gaan, bijna altijd zeker zijn, dat het hun tegenloopt. God geeft de luiaard geen andere oogst dan van distelen, en geen rijkdommen aan hen, die de grond niet willen omgraven om zijn verborgene schatten te vinden. Algemeen wordt erkend, dat, zo iemand voorspoedig wil zijn, hij vlijtig zijn bezigheden moet waarnemen. In de godsdienst is het evenals in andere zaken. Indien u voorspoedig wilt zijn in uw werk voor Jezus, laat het dan werk van het hart zijn, en gedaan worden met uw gehele hart. Gebruik in zaken van godsdienst even veel kracht, moed, geestkracht en ernst als in andere dingen; zij zijn die meer waard. De Heilige Geest komt onze zwakheden te hulp, maar moedigt onze luiheid niet aan: Hij houdt van werkzame gelovigen. Wie zijn de nuttigste mensen in de christelijke kerk? Zij, die wat zij voor God ondernemen, dit met hun gehele hart doen. Wie zijn de beste Zondagsschool–onderwijzers? De begaafdsten? Neen—de ijverigsten; zij, wier hart brandende is, zij zijn het, die hun Heer voorspoedig zien rijden in de majesteit van Zijn heerlijkheid. Volkomene overgave van het hart openbaart zich in volharding; in het eerst kan er nalatigheid zijn, maar die het ernstig meent, zal zeggen: het is des Heeren werk, en het moet gedaan worden; mijn Heere heeft het mij te doen gegeven, en in Zijn kracht zal ik het volbrengen! Christen, dient u zo uw meester met uw gehele hart? Gedenk aan Jezus’ ernst! Bedenk welk een hartewerk Hij volbracht! Hij kon zeggen: “de ijver van uw huis heeft Mij verteerd.” Toen het bloedzweet van Hem lekte, was het geen geringe last, welke die gezegende schouders te dragen hadden; en toen Hij Zijn ziel uitstortte, was het geen zwakke poging, welke Hij deed om Zijn volk te verlossen. Was het Jezus aldus ernst, en blijven wij onverschillig?