Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Mij, de allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven om onder de heidenen, door het Evangelie te verkondigen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus. Efeziërs 3:8
De Apostel Paulus beschouwde het als een voorrecht, het Evangelie te mogen prediken. Zijn roeping was hem geen slavenwerk, maar hij wijdde zich daaraan met zielsgenot. En toch, terwijl Paulus zeer erkentelijk was voor zijn roeping, vervulde zijn welslagen daarin hem toch met diepe ootmoed. Hoe zwaarder een schip wordt geladen, hoe dieper het in de wateren zinkt. Lediggangers mogen een ijdele dunk van hun bekwaamheid koesteren, omdat die zo weinig op de proef is gesteld, maar de bezielde werker leert spoedig zijn eigen zwakheid inzien. Streeft gij naar nederigheid? zoek die bij zware arbeid. Wenst gij uw nietigheid in te zien? onderneem enig groot werk voor Jezus. Indien gij wilt beseffen, hoe geheel machteloos gij zijt, afgescheiden van de levende God, onderneem dan vooral het grote werk om de onnaspeurlijken rijkdom van Christus te verkondigen, en gij zult weten, wat gij nimmer tevoren hebt verstaan, welk een zwak, onwaardig schepsel gij zijt. Hoewel de apostel zijn zwakheid aldus bekende en beleed, was hij nimmer in het onzekere omtrent het onderwerp zelf van zijn prediking. Van zijn eerste leerrede tot zijn laatste toe predikte Paulus Christus, en niets dan Christus. Hij verhief het kruis, en verheerlijkte de Zoon van God, die daarop Zijn bloed heeft vergoten. Volg zijn voorbeeld in al uw pogingen na, om de blijde boodschap des heils te verkondigen, en laat “Christus en Dien gekruisigd” uw altijd terugkerend thema wezen. De Christen behoorde te zijn als die liefelijke lentebloemen, die, wanneer de zon schijnt, haar gulden kelken openen, als wilden zij zeggen: “vervul ons met uw stralen,” maar die, zodra de zon achter een wolk schuilt, haar kelken sluiten en haar kopjes laten hangen. Zo ook moest de Christen de zoete invloed van Jezus ondervinden; Jezus moest zijn zon wezen, en hij de bloem, die zich keert tot de zon van de gerechtigheid. Ja waarlijk, van Christus alleen te getuigen, is zowel “zaad de zaaier, als brood de eter.” Dit is de levende kool voor de lippen van de spreker, en de ware sleutel tot het hart van de toehoorder.