Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Doch deze dingen zijn oud. 1 Kronieken 4:22
En toch niet zo oud als die heerlijke dingen, die onze zielerust uitmaken. Laat ons ze voor een ogenblik overdenken, over tellen, als een vrek zijn goud en zilver. De souvereine uitverkiezing van de Vader, waardoor Hij ons tot het eeuwige leven uitverkoos, voor nog de wereld was, is een zaak van overgrote oudheid, daar geen mensenverstand er de dagtekening van kent. Wij werden uitverkoren van vóór de grondlegging van de wereld. Eeuwige liefde ging met die handeling gepaard. Het was immers niet slechts een uitvloeisel van de goddelijke wil, waardoor wij werden afgezonderd, maar de goddelijke toegenegenheden waren erin betrokken. De Vader beminde ons in en van de beginne. Hier is een onderwerp van dagelijkse overdenking. Het eeuwig voornemen om ons te verlossen van ons vooruitgezien verderf, ons te reinigen, te heiligen en eindelijk te verheerlijken, was van oneindige oudheid en loopt evenwijdig met onveranderlijke liefde en volstrekte souvereiniteit. Het verbond wordt altijd voorgesteld als eeuwig, en Jezus, de tweede persoon daarin betrokken, had Zijn uitgangen van ouds; Hij ondertekende het met Zijn hand als Borg, lang voor de eerste van de sterren begon te stralen, en in Hem was het, dat de uitverkorenen verordend werden tot het eeuwige leven. Aldus werd in het goddelijk voornemen een gezegende verbondseenheid gevestigd tussen de Zoon van God en Zijn uitverkoren volk, die blijven zal als grondslag van hun veiligheid, dan zelfs wanneer er geen tijd meer wezen zal. Is het niet heilzaam met deze oude dingen gemeenzaam te wezen? Is het geen schande, dat zij zo veronachtzaamd en zelfs verworpen worden door de grote menigte van de belijders? Indien zij meer besef hadden van hun eigen zonden, zouden zij dan niet meer bereid zijn om de uitverkiezende genade te aanbidden. Laat ons deze avond zowel bewonderen als aanbidden, waar wij zingen: Een toonbeeld ben ik van genade Een zondaar, vrijgekocht met bloed; Ik wens de bronwel op te sporen Die steeds die heilstroom vloeien doet. In ‘t heilig hart van God vind ik die bron, Ontsprongen, eer der eeuwen loop begon.