Stille wateren hebben diepe gronden, maar het murmelende beekje is ondiep. Mannen van veel woorden zijn zelden mannen van grote daden. Wij weten niet, als wij veel praten, of wij ook niet dingen bespreken, waarvan wij geen verstand hebben en zodoende onze dwaasheid aan het licht brengen. Als een onwetend man zich stilhoudt, kan hij voor verstandig doorgaan, maar een praatziek mens maakt zelf zijn gebrek aan verstand openbaar. Een zwijgende tong toont een wijs hoofd. Het gebeurt zelden, dat we in moeilijkheden raken door te zwijgen, maar drukke, luidruchtige tongen brengen hun bezitters vaak tot verdriet. Onze spraak moet gekruid zijn met het zout der genade en goed zijn tot stichting, maar dit wordt vaak vergeten. De mensen praten alsof hun tong hun eigendom is en vergeten, dat God hen voor ieder ijdel woord, dat zij spreken, rekenschap zal eisen in de dag van het oordeel. O Heere, zet een wacht voor onze lippen, opdat wij niet tegen U zondigen.