Voortaan al de dagen der aarde zullen zaaiing en oogst, en koude en hitte, en zomer en winter, en dag en nacht, niet ophouden. Genesis 8:22
In ons sterfelijk leven heb ik zomer en winter gezien, voorspoed en tegenspoed. Dierbare broeder, verwacht niet dat u, terwijl u in deze wereld bent, altijd zal verkeren tussen de lelies en de rozen van de voorspoed. De zomer zal komen en u moet hooien als de zon schijnt door van alle goede gelegenheden gebruik te maken, maar wacht u voor de winter. Ik zou niet weten wat voor handel u kunt doen, waarbij u er zeker van kunt zijn dat u geen verliezen lijdt, noch welk beroep u zou kunnen kiezen, waarin u niet met teleurstellingen te maken zult krijgen. Ook ken ik geen plekje op aarde waarop het nooit nacht wordt, geen land zonder stenen en geen zee zonder stormen. Wat mijn geestelijke ervaring betreft, moet ik wel constateren dat, terwijl de aarde blijft voortbestaan, ik mijn eb en vloed, mijn hoogtepunten en dieptepunten zal blijven ervaren. Verzet u daarom niet tegen de bedelingen van Gods voorzienigheid. Als het zomer is, zeg dan: ‘De Heere heeft gegeven, de Heere zij geloofd.’ En als het winter is, zeg dan: ‘De Heere heeft genomen, de Heere zij geloofd.’ Hoewel u soms een octaaf lager moet spelen, blijf toch dezelfde muziek voortbrengen. Of u nu zaait of maait, blijf de Heere loven en groot maken. Laat Hem doen wat Hem goeddunkt, maar laat het u altijd goeddunken Hem te prijzen.