En zij zullen zingen van de wegen des HEEREN, want de heerlijkheid des HEEREN is groot. Psalm 138:5
De tijd waarin christenen voor het eerst zingen zoals de Heere het wil, breekt aan op het moment dat zij hun last aan de voet van het kruis hebben neergelegd. Zelfs de liederen van de engelen klinken niet zo zoet als het eerste lied van blijdschap dat vanuit het diepst van de ziel van het vergeven kind van God opwelt. Gelovige, herinner je nog die dag waarop je ketenen vielen? Weet je nog de plek waar Jezus je ontmoette en sprak: “Ik heb je liefgehad met een eeuwige liefde. Ik delg jouw overtredingen uit als een nevel, en je zonden als een wolk; zij zullen nooit meer tegen je worden gebruikt”? O, wat een heerlijke tijd is dat, wanneer Jezus de pijn van de zonde wegneemt. Maar niet alleen aan het begin van het geloofsleven hebben gelovigen reden om te zingen; zolang zij leven ontdekken zij steeds opnieuw nieuwe redenen om lof te zingen op de wegen van de Heere. Hun ervaring van Zijn voortdurende, liefdevolle goedheid brengt hen telkens weer tot de woorden: “Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn.” Zorg er daarom voor, broeder en zuster, dat je vandaag nog de Heere verheerlijkt!