Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hun arbeid; en hun werken volgen met hen. Openbaring 14:13
Het zal – en daar ben ik zeker van – iets heerlijks zijn om naar de hemel te gaan, en te rusten van alle woordenstrijd onder onze medechristenen. Een van onze moeilijkste plichten in het dienen van Christus is: de vrede te bewaren, en tegelijkertijd de waarheid te handhaven. Hij is een wijze apotheker die het zuivere en het vreedzame in de juiste verhouding kan mengen, en hij is geen slecht filosoof die de plichten van toegenegenheid en getrouwheid naar behoren in balans weet te brengen, en ons kan laten zien hoe we de zonde moeten treffen en de zondaar moeten liefhebben – om de zonde aan de kaak te stellen, en toch de genegenheid te bevorderen tot de broeder die daarin is gevallen. Met deze moeilijkheid zullen we niet geconfronteerd worden in de stralende wereld van waarheid en liefde daarginds, want zowel wij als onze broeders zullen in alle dingen volkomen van de Heere geleerd zijn. We zullen vrij zijn van de wolken en de nevels van de twijfel, die nu de aarde bedekken, en vrij van de demonische geesten die de ziel van de mens proberen te verwoesten onder een dreigende en dodelijke leugen. God zij geprezen voor dit vooruitzicht! Het zal echt een vreugde zijn, niemand dan een gelovige te ontmoeten, met niemand te spreken dan die de tale Kanaans spreekt, met niemand zich één te voelen dan die geheiligd is. Waarlijk: ‘Zalig zijn de doden die in de Heere sterven.’